Genealogie Harry Goegebeur

Pierre Jacques Spinnewyn

M, #11279, °. 4 november 1766, +. 18 februari 1807

Pierre Jacques Spinnewyn werd geboren op dinsdag, 4 november 1766 in Ieper, West-Vlaanderen. Hij huwde Anna Theresia Cornelia Terreyn op 3 november 1791 in Oostende.
Op het einde van de 18de eeuw werden door de Franse bezettingsmacht voorraden voedsel, klederen en andere koopwaren opgeëist bij de plaatselijke handelaars. Wie protesteerde kreeg er nog een boete bij. Dit gebeurde niet alleen in Oostende maar in gans bezet Vlaanderen. Ook het roven en de plunderingen van de Vlaamse kunstschatten en de bronzen klokken gingen onverminderd voort. Maar alsof dit nog niet genoeg was, werden ook mensen opgevorderd en dit niet alleen voor de Franse landlegers. Zo was het in 1799 de beurt aan de zeelieden.
Alle zeelieden tussen de 18 en 50 jaar oud moesten zich laten inschrijven bij de "Commissaire de Marine" in Oostende. Ook de besturen van andere kustgemeenten werden verplicht lijsten op te stellen met de namen van zeelieden die ter beschikking van de Franse autoriteiten werden gehouden voor inscheping op hun oorlogsschepen. Wie niet gewillig was werd met geweld ingescheept. Dit gebeurde allemaal in naam van de "Liberté" en "Egalité" !
Zo waren Jacques Jean Deconinck, visser van beroep, ingeschreven in de "Inscription Maritime" te Duinkerke op 14 februari 1807 (folio 2 nr. 11) als kwartiermeester, en Pierre Charles Spinnewijn, de eerste man van Jacques Deconinck zijn stiefgrootmoeder, als matroos op het kaperschip L’Anacréon. Vier kaperschepen waren in de haven van Duinkerke uitgereed "pour aller en course contre les ennemis de l'État", dit wil zeggen dat de bemanningen aan boord waren met proviand en munitie en klaar om af te varen. Deze vier schepen waren de :
"Anacréon", een schoenerbrik van 150t, 16 kanonnen, 85 man, Kapitein Jean Judoc Vanvlieme.
"Glaneur", een logger met 16 kanonnen, Kapitein Léonard-Louis Merlière.
"Décidé", 50t, 14 kanonnen, 50 man, Kapitein Gaspard Malo.
"Revanche", Kapitein J.B. Corenwynder.

Enkele zeemijlen ten westen van Duinkerke lagen drie Engelse fregatten te wachten om de Franse schepen aan te vallen bij het uitvaren. De weergoden zouden er echter anders over beslissen. De "Anacréon" verliet op 17 februari 1807 de haven en ging ten anker op de rede van Duinkerke als voorpost. De drie andere kaperschepen bleven in de haven wachten op orders. Het weer veranderde zeer snel en ontwikkelde zich tot een zware storm uit noordelijke sector. Als ervaren zeevaarders hadden de Engelsen hun fregatten tijdig onder beschutting van de Engelse zuidkust geplaatst. De beschrijving van de storm door ooggetuigen varieerde van "bourrasque" tot "une tempête affreuse" en "ouragan". In de stad Duinkerke werd veel schade aangericht, stenen en puin lagen in de straten en zelfs het dak van "La salle de spectacle" waaide weg. Ook langs de Vlaamse kust woedde de storm, de dijken in Oostende spoelden weg en de stad werd overstroomd. Er vielen dodelijke slachtoffers en het Franse munitiedepot op het Hazegras liep onder water.

De bemanning van de "Anacréon" zou een verschrikkelijke nacht en voormiddag van de 18de februari 1807 meemaken. Het weer werd zo slecht dat alles moest gedaan worden om het schip in zijn positie te houden, de masten werden afgekapt, de kanonnen werden over boord geworpen? Maar het mocht niet baten, de ankerkabels braken door en het schip dreef naar de kust. Een boot werd uitgezet en een dertigtal bemanningsleden verlieten het schip, dit tegen de instructies van de officieren in. Deze boot kapseisde op korte afstand van de "Anacréon" en alle inzittenden verdronken.

Omstreeks 10 uur in de morgen strandde het schip tegenover het fort "Risban" (vis-à-vis le fort Risban) juist ten westen van de haven van Duinkerke. Het schip brak in stukken (brisé en mil pièces) en de bemanning, 80 a 90 man, verdronk op een tiental na. Zeven van deze tien werden op het droge gebracht en gered door de bewaker van het fort Risban, de genaamde Bonjut met enkele helpers. Een drietal kon al zwemmend het strand bereiken, nl. G. Vaillant (Capitaine d'armes), J.P.F. Vandenbossche (Commis aux vivres) en A.F. Renier (voilier). De kapitein J.J. Vanvlieme overleefde ook de ramp en werd in 1808 kapitein op de corsaire-cutter "La Revanche" die te Antwerpen uitgereed werd door de Duinkerkse reder Charles Torris. Bij de slachtoffers van de bemanning waren ook twee Oostendenaars en een Ieperling, nl.
* Jacobus Joannes Antonius Camerlinck, matelot, 43 jaar, geboren in Oostende en woonachtig te Bredene.
* Jacques Jean Deconinck, matelot, 22 jaar, van Oostende
* Pierre Charles Spinnewijn, matelot, 40 jaar, geboren in Ieper maar woonachtig in Oostende.

In 1807 werden aan Franse zijde slechts 9 kaperschepen uitgereed. De Engelse fregatten en hun geallieerden hadden sedert 1800 met succes de West-Europese havens geblokkeerd en de kapervaart klein gekregen. De kapervaart werd afgeschaft na een overeenkomst tussen Engeland en Frankrijk in 1814 en 1815. Op de plaats van het fort "Risban" werd later, met de uitbreiding van de haven van Duinkerke, een nieuwe vuurtoren gebouwd die de Vlaamse naam "De Leughenaere" heeft.¹
Pierre Jacques Spinnewyn overleed op woensdag, 18 februari 1807 in Duinkerken, Pas-de-Calais, Frankrijk, in de ouderdom van 40.

Familie

Anna Theresia Cornelia Terreyn °. 28 Dec 1766, +. n 1817

Bronvermelding(en)

[S724] Camerlinck Ignace, De schipbreuk van het kaperschip 'Anacréon' 1807.

Guilielmus Robais

M, #11280, °. voor 1706, +. na 1748