Persoonsblad - 338

     Eugenia-Ida Levis werd geboren op donderdag, 4 juli 1878 in Oostende, West-Vlaanderen. Aangifte op burgerlijke stand gebeurde daags nadien door de vader in tegenwoordigheid van Michaël Declerck, 42 jaar, herbergier, en Franciscus Mesure, 38 jaar, winkelier, beide alhier gehuisvest.¹ Zij was de dochter van Julianus Levis en Sophie Libot.

     Antonius Van den Broecke werd geboren circa 1827. Hij was in 1863 muzikant in Antwerpen. Hij was getuige bij de aangifte van geboorte van Francisca Josephina Coryn op 16 november 1863 in Antwerpen.¹ Antonius Van den Broecke overleed na 1864.

     Dominique D'Haene werd geboren circa 1825. Hij was in 1872 reiziger in Gent. Hij was getuige bij de aangifte van geboorte van Dominique Marie Thérèse Levis op 4 mei 1872 in Brugge.¹ Dominique D'Haene was getuige bij de aangifte van geboorte van Augustine Marie Sylvie Levis op 4 mei 1872 in Brugge.² Dominique D'Haene overleed na 1873 in Gent, Oost-Vlaanderen.

     Matthias Cooreman huwde Stephanie Ryckewaert, dochter van Rudy Ryckewaert en Ann Focquet, op 27 oktober 2017.

     Axelle Cooreman is de dochter van Matthias Cooreman en Stephanie Ryckewaert.

     Petrus Josephus Herman werd geboren op woensdag, 30 december 1744 in Kortrijk, West-Vlaanderen, en dezelfde dag gedoopt in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk, peter was Petrus Depoortere en meter was Petronilla Francisca Decrakere.¹
Hij was de zoon van Joannes Jacobus Herman en Maria Catharina De Clercq.

     Joannes Baptista Robais werd geboren voor 1683. Hij overleed na 1728 in Kortrijk, West-Vlaanderen.

     Maria Josepha Herman werd geboren voor 1707. Zij was de dochter van Joannes Herman en Maria Bert. Maria Josepha Herman werd de meter op Joanna Herman's doop op 28 oktober 1737 in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.¹ Maria Josepha Herman overleed na 1738 in Kortrijk, West-Vlaanderen.

     Pierre Jacques Spinnewyn werd geboren op dinsdag, 4 november 1766 in Ieper, West-Vlaanderen. Hij huwde Anna Theresia Cornelia Terreyn op 3 november 1791 in Oostende.
Op het einde van de 18de eeuw werden door de Franse bezettingsmacht voorraden voedsel, klederen en andere koopwaren opgeëist bij de plaatselijke handelaars. Wie protesteerde kreeg er nog een boete bij. Dit gebeurde niet alleen in Oostende maar in gans bezet Vlaanderen. Ook het roven en de plunderingen van de Vlaamse kunstschatten en de bronzen klokken gingen onverminderd voort. Maar alsof dit nog niet genoeg was, werden ook mensen opgevorderd en dit niet alleen voor de Franse landlegers. Zo was het in 1799 de beurt aan de zeelieden.
Alle zeelieden tussen de 18 en 50 jaar oud moesten zich laten inschrijven bij de "Commissaire de Marine" in Oostende. Ook de besturen van andere kustgemeenten werden verplicht lijsten op te stellen met de namen van zeelieden die ter beschikking van de Franse autoriteiten werden gehouden voor inscheping op hun oorlogsschepen. Wie niet gewillig was werd met geweld ingescheept. Dit gebeurde allemaal in naam van de "Liberté" en "Egalité" !
Zo waren Jacques Jean Deconinck, visser van beroep, ingeschreven in de "Inscription Maritime" te Duinkerke op 14 februari 1807 (folio 2 nr. 11) als kwartiermeester, en Pierre Charles Spinnewijn, de eerste man van Jacques Deconinck zijn stiefgrootmoeder, als matroos op het kaperschip L’Anacréon. Vier kaperschepen waren in de haven van Duinkerke uitgereed "pour aller en course contre les ennemis de l'État", dit wil zeggen dat de bemanningen aan boord waren met proviand en munitie en klaar om af te varen. Deze vier schepen waren de :
"Anacréon", een schoenerbrik van 150t, 16 kanonnen, 85 man, Kapitein Jean Judoc Vanvlieme.
"Glaneur", een logger met 16 kanonnen, Kapitein Léonard-Louis Merlière.
"Décidé", 50t, 14 kanonnen, 50 man, Kapitein Gaspard Malo.
"Revanche", Kapitein J.B. Corenwynder.

Enkele zeemijlen ten westen van Duinkerke lagen drie Engelse fregatten te wachten om de Franse schepen aan te vallen bij het uitvaren. De weergoden zouden er echter anders over beslissen. De "Anacréon" verliet op 17 februari 1807 de haven en ging ten anker op de rede van Duinkerke als voorpost. De drie andere kaperschepen bleven in de haven wachten op orders. Het weer veranderde zeer snel en ontwikkelde zich tot een zware storm uit noordelijke sector. Als ervaren zeevaarders hadden de Engelsen hun fregatten tijdig onder beschutting van de Engelse zuidkust geplaatst. De beschrijving van de storm door ooggetuigen varieerde van "bourrasque" tot "une tempête affreuse" en "ouragan". In de stad Duinkerke werd veel schade aangericht, stenen en puin lagen in de straten en zelfs het dak van "La salle de spectacle" waaide weg. Ook langs de Vlaamse kust woedde de storm, de dijken in Oostende spoelden weg en de stad werd overstroomd. Er vielen dodelijke slachtoffers en het Franse munitiedepot op het Hazegras liep onder water.

De bemanning van de "Anacréon" zou een verschrikkelijke nacht en voormiddag van de 18de februari 1807 meemaken. Het weer werd zo slecht dat alles moest gedaan worden om het schip in zijn positie te houden, de masten werden afgekapt, de kanonnen werden over boord geworpen? Maar het mocht niet baten, de ankerkabels braken door en het schip dreef naar de kust. Een boot werd uitgezet en een dertigtal bemanningsleden verlieten het schip, dit tegen de instructies van de officieren in. Deze boot kapseisde op korte afstand van de "Anacréon" en alle inzittenden verdronken.

Omstreeks 10 uur in de morgen strandde het schip tegenover het fort "Risban" (vis-à-vis le fort Risban) juist ten westen van de haven van Duinkerke. Het schip brak in stukken (brisé en mil pièces) en de bemanning, 80 a 90 man, verdronk op een tiental na. Zeven van deze tien werden op het droge gebracht en gered door de bewaker van het fort Risban, de genaamde Bonjut met enkele helpers. Een drietal kon al zwemmend het strand bereiken, nl. G. Vaillant (Capitaine d'armes), J.P.F. Vandenbossche (Commis aux vivres) en A.F. Renier (voilier). De kapitein J.J. Vanvlieme overleefde ook de ramp en werd in 1808 kapitein op de corsaire-cutter "La Revanche" die te Antwerpen uitgereed werd door de Duinkerkse reder Charles Torris. Bij de slachtoffers van de bemanning waren ook twee Oostendenaars en een Ieperling, nl.
* Jacobus Joannes Antonius Camerlinck, matelot, 43 jaar, geboren in Oostende en woonachtig te Bredene.
* Jacques Jean Deconinck, matelot, 22 jaar, van Oostende
* Pierre Charles Spinnewijn, matelot, 40 jaar, geboren in Ieper maar woonachtig in Oostende.

In 1807 werden aan Franse zijde slechts 9 kaperschepen uitgereed. De Engelse fregatten en hun geallieerden hadden sedert 1800 met succes de West-Europese havens geblokkeerd en de kapervaart klein gekregen. De kapervaart werd afgeschaft na een overeenkomst tussen Engeland en Frankrijk in 1814 en 1815. Op de plaats van het fort "Risban" werd later, met de uitbreiding van de haven van Duinkerke, een nieuwe vuurtoren gebouwd die de Vlaamse naam "De Leughenaere" heeft.¹
Pierre Jacques Spinnewyn overleed op woensdag, 18 februari 1807 in Duinkerken, Pas-de-Calais, Frankrijk, in de ouderdom van 40.

     Guilielmus Robais was ook gekend als Guilielmus Joseph Robaeijs. Hij werd geboren voor 1706. Hij was de zoon van Joannes Baptista Robais. Guilielmus Robais huwde Maria Bert, dochter van Joannes Bert, op 4 februari 1727 in Sint-Maartensparochie in Kortrijk, getuigen waren Joanne Pluysaert en Gaspare Sans.¹ Guilielmus Robais was getuige bij het huwelijk van Joannes Jacobus Herman en Maria Catharina De Clercq op 18 mei 1733 in Kortrijk.^2,3 Guilielmus Robais werd de peter op Joanna Herman's doop op 28 oktober 1737 in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.⁴ Guilielmus Robais werd de peter op Marie Therese Herman's doop op 28 januari 1747 in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.⁵ Guilielmus Robais overleed na 1748 in Kortrijk, West-Vlaanderen.

     Marie Delphine Goegebeur werd geboren op woensdag, 12 juli 1848 in Ruddervoorde, West-Vlaanderen. Zij was de dochter van Josephus Laethem en Barbara Goegebeur. Marie Delphine Goegebeur werd bij het huwelijk van Josephus Laethem en Barbara Goegebeur op 9 augustus 1848 in Ruddervoorde erkend als kind.

     Joannes Judocus Herman werd geboren voor 1719 in Kortrijk, West-Vlaanderen. Hij was de zoon van Joannes Herman en Maria Bert. Joannes Judocus Herman werd de peter op Petrus Eugenius Josephus Herman's doop op 15 oktober 1754 in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.¹

     Guilielmus Josephus Herman werd geboren voor 1732. Hij was getuige bij de doop van Marie Joseph Herman op 20 februari 1752 in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.¹

     Joannes Brasseur werd geboren circa 1801. Hij was in 1842 muzikant in Gent. Hij was getuige bij de aangifte van geboorte van Jean Baptist Brasseur op 1 april 1842 in Gent.¹ Joannes Brasseur overleed na 1843 in Gent, Oost-Vlaanderen.

     Isidorus Antonius Van Bets werd geboren op zaterdag, 27 januari 1838 in Gent, Oost-Vlaanderen, zoon van Joannes Ludovicus en Livina Van Duysen. Hij was in 1857 muzikant in Gent. Hij huwde Catharina Martens, dochter van Franciscus Joannes Martens en Agnes Rhems, op 26 augustus 1857 in Gent. Getuigen op de burgerlijke stand waren Joannes Van Beveren, 26 jaar, muzikant, Franciscus De Wolf, 30 jaar, Petrus Van Mosenburg, 51 jaar, beide herbergiers, en Petrus De Suter, katoendrukker, 55 jaar, allen geen familie en wonende te Gent.¹ Isidorus Antonius Van Bets was in 1864 landloper in Gent. Hij overleed na 1865.

     Maria Van Bets werd geboren op donderdag, 11 december 1862 in Gent, Oost-Vlaanderen. Zij was de dochter van Isidorus Antonius Van Bets en Catharina Martens. Maria Van Bets overleed op zaterdag, 11 februari 1865 in Gent, Oost-Vlaanderen, in de ouderdom van 2. Aangifte op burgerlijke stand gebeurde door Judocus Van Effenterre, 45 jaar, kleermaker wonende in de Lange Bogaardstraat, en Petrus Boone, 51 jaar, dagloner wonende in de Palingstraat.¹

     Joannes Baptista Van Bets werd geboren op zondag, 28 november 1858 in Gent, Oost-Vlaanderen. Hij was de zoon van Isidorus Antonius Van Bets en Catharina Martens. Joannes Baptista Van Bets overleed op maandag, 28 februari 1859 in Gent, Oost-Vlaanderen.¹

     Guillaume Pierre Vernay werd geboren circa 1815 in Antwerpen.¹ Hij was de zoon van Franciscus Josephus Vernay en Maria Magdalena Senecaut. Guillaume Pierre Vernay overleed op donderdag, 28 maart 1822 in Antwerpen.²

     Josephus Hermans werd geboren circa 1847. Hij was in 1873 muzikant in Antwerpen. Hij was getuige bij de aangifte van het overlijden van Anna Maria Poté op 19 november 1873 in Antwerpen.¹ Josephus Hermans overleed na 1874 in Antwerpen.

     Franciscus Becaert werd geboren voor 1669. Hij werd de peter op Petronella Huyge's doop op 4 september 1689 in de Sint-Niklaaskerk in Zwijnaarde.¹ Franciscus Becaert overleed na 1690 in Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen.

     Petronilla Bytebier werd geboren voor 1669. Zij werd de meter op Petronella Huyge's doop op 4 september 1689 in de Sint-Niklaaskerk in Zwijnaarde.¹ Petronilla Bytebier overleed na 1690 in Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen.

     Daniel Goegebeur werd geboren op zaterdag, 3 januari 1914 in Marke, West-Vlaanderen. Hij huwde Gabrielle Verhellen na 1936. Daniel Goegebeur overleed op maandag, 28 mei 1979 in Kortrijk, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 65.

     Gabrielle Verhellen werd geboren op zaterdag, 15 juli 1916 in Lauwe, West-Vlaanderen, dochter van Julien en Zoé Vandenbulcke. Zij huwde Daniel Goegebeur na 1936.

     Lucille Goegebeur is de dochter van Daniel Goegebeur en Gabrielle Verhellen.

     Marie-Rose Goegebeur is de dochter van Daniel Goegebeur en Gabrielle Verhellen.

     Ludovicus Augustus Ryckewaert was ook gekend als Louis Ryckewaert. Hij werd geboren aan boord van het schip "Jeune Louise" liggend in het "Koophandelsdok" nu Groot Handelsdok op zaterdag, 8 maart 1890 in Brugge, West-Vlaanderen. Aangifte op burgerlijke stand gebeurde door Jules Van Dommel, koetseier, 27 jaar, en Julien Desmidt, werkman, 57 jaar, beide wonend in Brugge.¹ Hij was de zoon van Joannes Baptista Ryckewaert en Emma Decoster. Ludovicus Augustus Ryckewaert werd gedoopt in maart 1890 in Oostende. Hij overleed op dinsdag, 10 maart 1903 in Oostende, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 13.²

     Joannes Franciscus Ryckewaert was ook gekend als John Ryckewaert. Hij werd geboren op maandag, 16 december 1895 om 16u30 aan boord van de bijlander Justina Maria liggende in het 1st koophandelsdok in Oostende, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Carolus Denie 25 jaar schipper wonend te Brugge en Alexius Moulaert 52 jaar schilder wonend te Oostende.¹ Hij was de zoon van Joannes Baptista Ryckewaert en Emma Decoster. Joannes Franciscus Ryckewaert werd gedoopt op 18 december 1895 in Oostende, peter was Carolus Demeye en meter was Delphina Coppet. Hij overleed op vrijdag, 6 november 1896 aan boord van de bijlander Justina Maria liggende in het 1st koophandelsdok nadien naar sterfhuis gebracht in Oostende. Aangifte bij de burgerlijke stand gebeurde door de vader Joannes Baptista Ryckewaert, 29 jaar, schipper, en Henricus Smissaert, 34 jaar, koetsier kennis, beide wonend in Oostende.²

     Petrus Mattheijs werd geboren voor 1695. Hij werd de peter op Petrus Brusselaers's doop op 21 november 1715 in de Sint-Mattheuskerk in Hulshout.¹ Petrus Mattheijs overleed na 1716 in Hulshout, Antwerpen.

     Maria Van Soom werd geboren voor 1695. Zij werd de meter op Petrus Brusselaers's doop op 21 november 1715 in de Sint-Mattheuskerk in Hulshout.¹ Maria Van Soom overleed na 1716 in Hulshout, Antwerpen.