Harry Goegebeur

M, #1
VaderLeopold Georges Goegebeur °. 31 Maa 1925, +. 18 Jun 1984
MoederJoanna Francisca Van Oosterwyck °. 26 Okt 1932, +. 21 Nov 2011
Verwantschap8-achterkleinzoon van Hilarius Goegebeur
Staat inKwartierstaat
Stam Goegebeur
Stam Ryckewaert
Stam Van Oosterwijck
Stam Diellewijns
Stam Henri Ryckewaert
Stam Giraldo
ReferentieI-1
     Harry Goegebeur is de zoon van Leopold Georges Goegebeur en Joanna Francisca Van Oosterwyck. Hendrik Mariette Joseph Goegebeur huwde Hélène Van Lierde, dochter van Roger Van Lierde en Sylvie Sorgeloos, op 20 oktober 1978 in Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen, getuigen waren Jos Goegebeur broer bruidegom en Eric Van Lierde broer bruid. 's Middags werd de familie uitgenodigd op het huwelijksfeest in feestzaal 'De Vlasschaard' in Ophasselt. 's Avonds vervoegden de ex-studenten het feest tot in de vroege uurtjes.

Leopold Georges Goegebeur

M, #2, °. 31 maart 1925, +. 18 juni 1984
VaderMichael Theophilus Jerome Goegebeur °. 29 Jul 1895, +. 22 Feb 1970
MoederOdila Charlotte Ryckewaert °. 2 Okt 1899, +. 8 Jan 1984
VerwantschappenVader van Harry Goegebeur
7-achterkleinzoon van Hilarius Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Ryckewaert
Stam Van Oosterwijck
Stam Diellewijns
Stam Henri Ryckewaert
Stam Giraldo
DNA Kaart
ReferentieII-2
Pol Goegebeur anno 1948
Leopold "Pablo" Goegebeur anno 1950
Pol "Pablo" Goegebeur ca 1955
Pol "Pablo" Goegebeur anno 1958
Pol "Pablo" Goegebeur anno 1980 in Canada
Pol "Pablo" Goegebeur anno 1982 in Canada
     Leopold Georges Goegebeur was ook gekend als Pol. Zijn gebruikelijke naam was Pablo. Hij werd geboren op dinsdag, 31 maart 1925 in Oostende1 en twee dagen later gedoopt, peter was Pol Ryckewaert oom moederszijde en meter was Maria Josephina Ryckewaert tante moederszijde.

Leopold Georges Goegebeur was de zoon van Michael Theophilus Jerome Goegebeur en Odila Charlotte Ryckewaert.
Op zeer jeugdige leeftijd (9 maanden) leefden zijn ouders reeds een tijd gescheiden en werden zij uit hun ouderlijke rechten gezet. Zijn broer Jerome verbleef de eerste maanden bij hun vader maar vanaf zijn negende maand ging hij samen met zijn zus bij hun moeder wonen. Hun moeder had echter niet veel tijd om naar haar kinderen om te zien en ze "leefden" als het ware op de straat. Toen de kinderen op de straat opgemerkt werden trad de overheid op, Michel en Odette werden uit hun ouderlijke rechten gezet en Irma en Jerome werden geplaatst in het "weeshuis" Vincentius Ferrarius of ook Vincent Ferrié in Oostende. Dit tehuis voor wezen en verwaarloosde kinderen hanteerde een zeer strenge katholieke opvoeding.
Pol werd door zijn moeder meegenomen naar Parijs omdat hij nog te jong was voor het tehuis, nadien zou hij zijn broer en zuster vervoegen. In het tehuis leerde hij een vriendje kennen van Spaanse afkomst die hem Pablo noemde (Spaans voor Paul), deze naam zou hij blijven gebruiken tot op zijn oude dag.

Nadat zijn moeder in Parijs haar tweede man "Jeu" had leren kennen kwam zij terug naar Antwerpen waar zij voor de Tweede Wereldoorlog een café uitbaatten in de Vestingstraat. Na de oorlog hielden zij een ander café open in het statiekwartier, café "Het Spiegelpaleis" op het pleintje tussen Statiestraat en Breydelstraat. Later zou het café gekocht worden door Chinese inwijkelingen die er het Chinees restaurant "Hong Kong" van maakten.
Bij het uitbreken van de oorlog werd hij samen met zijn broer gepakt door de politie voor het stelen van een blik sardienen. Gedurende de oorlog werkte hij bij zijn moeder in het café. Op het einde van de oorlog en na de bevrijding zou Pablo gediend hebben in het Engels leger maar daar werden nog geen bronnen of bewijzen van gevonden.
Leopold Georges Goegebeur verhuisde op 1 maart 1946 van Sint-Paulusstraat 27 Oostende naar Antwerpen.

Groepsfoto genomen bij het huwelijk van Jeanne Van Oosterwijck en Pol Goegebeur anno 1952. De foto werd genomen bij de bruid thuis in de Lange Zavelstraat in Antwerpen.
Het café van zijn moeder lag in het "statiekwartier" dat achter het Centraal Station ligt. Niet ver daar vandaan ligt het stadspark waar begin vijftiger jaren Pol zijn toekomstige vrouw Joanna leerde kennen die ook in het statiekwartier werkte.
De ouders van Joanna vonden hun dochter echter nog te jong en hij was er niet welkom, spoedig was Joanna echter in verwachting en moesten zij trouwen.

Huwelijk Pol Goegebeur en Jeanne Van Oosterwijck in december 1952
Hij huwde Jeanne Van Oosterwyck, dochter van Hendrik Van Oosterwijck en Coleta Josephina Diellewijns, op 13 december 1952 in Antwerpen. Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend in de parochiale kerk van het Heilig Hart. Na de plechtigheid werd er taart gegeten bij de ouders van Jeanne in de Zavelstraat.2

De eerste jaren van zijn huwelijk liet hij aanwerven samen met zijn neven Rudolf en Paul Ryckewaert bij de Pool der Zeelieden ter Koopvaardij. Via de "pool" werkten zij als matrozen op de lange omvaart. Elke reis duurde enkele maanden en tussen de reizen werkten zij o.a. in de bouw of deden niets. Zo ondernam hij twee grote reizen met een koopvaardijschip o.a. naar Japan. Van Japan bracht hij dan 'rijdende autootjes' met afstandsbediening mee een speelgoed waar ze hier in België nog nooit van gehoord hadden.

De periodes tussen de reizen ging het meeste van zijn tijd naar enkele hobby's. Zo volgde hij een cursus aan de Antwerpse Stedelijke Academie afdeling schilderkunst hij had wel aanleg maar zonder steun van een mecenas was het onbegonnen werk om als kunstschilder aan de kost te komen. Bovendien had Pablo wel goede ideeën om op doek te zetten maar vooraleer het af was had hij reeds een ander goed idee. Slechts enkele schilderijen raakten volledig afgewerkt o.a. zicht op de Brugse rijen dat bij zijn schoonouders hing en later na het overlijden van de schoonouders bij zijn aangetrouwde tante Emma hing.

Schermlicentie van Pol Goegebeur in 1957
In 1956 vond Pol in het floretschermen een nieuwe hobby of sport en sloot zich aan bij de Antwerpse schermclub “Criterium”. Schermen was in die tijd echter een sport voor de elite en de leden van de club bleven nadien graag een whisky drinken zonder de dames. Zo gaat de anecdote dat Jeanne het beu was dat hij telkens bleef "plakken" en op een keer zijn gezicht open gekrabt had vooraleer hij naar de club vertrok. Pol laat zich niet ontmoedigen en kreeg in 1957 een licentie van de F.I.E. (Fédération International d'Escrime) die hij nodig had om deel te nemen aan competities. Datzelfde jaar nam hij deel aan de Belgische kampioenschappen (bronzen medaille).

Artikel uit plaatselijke krant van 6 oktober 1957:

Schermtornooi van Criterium te Antwerpen.

Zondag richtte de gekende schermkring Criterium een tornooi met floret in voor de juniors. Niet minder dan acht ploegen uit het Antwerpse waren ingeschreven. In laatste instantie gaf C.R. La Concorde forfait, maar de vrijgekomen plaats werd onmiddellijk ingenomen door een tweede Criterium-team bestaande uit de heren Goegebeur, Driesen, Taverniers en Devree.
De ganse dag spanden de jongeren zich ten volle in om hun kleuren te doen zegevieren. Verschillende merkwaardige prestaties van talentvolle juniors werden opgemerkt. Vooral Loriot van SRGAA, Heylen van Fencing Club Lier en Goegebeur van Criterium II vielen op door hun buitengewone handigheid, lenigheid en beheersing.
Het werd in de finale een dubbele lokale zege en Criterium 1, bestaande uit de heren Marin, Rausenberger E., Rausenberger P., Simon en Van Dievoet kwam als ongeslagen ploeg uit de verbeten sportieve strijd. Hun ernstigste tegenstrevers bleken tenslotte nog hun clubmaten van de invallende ploeg te zijn.


Even een sigaret roken tijdens de werken.
Montage van een Hose Handling Platform in Bahrein anno 1960
Twee families kopen een huis.

Pol en Jeanne hadden in 1957 samen met zijn schoonbroer Jos en Mariette voor 57.000 frank een huis gekocht in de Duinstraat 41 in de Antwerpse wijk Seefhoek. Het huis had erg geleden in de oorlog en diende grondig gerenoveerd te worden. Beide families gingen een lening aan bij de bank en moesten ook een borg hebben. Rik de vader van Jeanne en Jos stond borg en had ook financieel geholpen en kreeg in ruil het vruchtgebruik van de woning. Bedoeling was dat Rik als metser-aannemer op het gelijkvloers zijn “magazijn” zou hebben, Pol en Jeanne met de kinderen zouden op de eerste verdieping wonen en Jos en Mariette op de tweede verdieping. Omdat niet alles van één kant zou komen kregen gaf Pol’s moeder een lening van 30.000 frank om aan het huis te werken. Pol werkte in het begin mee als metserdiender maar dat zou niet lang duren.

Werken in een olieraffinaarderij

In 1959 besloot hij te gaan werken in een olieraffinaderij in Bahrein tesamen met drie van zijn neven (Harry, Paul en Rudolf Ryckewaert), omdat daar veel geld te verdienen was. Zijn drie neven werkten als "rigger" op een Hose Handling Platform dat zij bouwden 1 km in zee in de Persische Golf. Pablo bleef op de "yard" als supervisor om alles na te kijken wat ingescheept werd voor het platform waar zijn neven werkten. Na acht maanden gingen zijn neven Paul en Rudolf terug naar België na een onenigheid met een ingenieur. Harry en Pablo bleven wat langer en waren erachter gekomen dat er nog veel meer geld te verdienen was met dranksmokkel. Zij smokkelden en leverden whisky aan de familie van de sjeik met dien verstande dat wanneer zij gepakt werden de sjeik hen niet zou kennen. Mooie liedjes duren niet lang en op een goede keer werden zij betrapt door de lokale politie en moesten vluchten. Zo stonden zij enige weken later berooid terug in België.

Terug in Antwerpen

Terug thuis had zijn schoonbroer Jos alleen aan hun huis verder gewerkt want zijn schoonvader had gezegd dat als Pol niet mee werkte aan het huis hij ook niet verder deed. Pol besteedde meer tijd aan zijn hobby’s en ging ook regelmatig pokeren in café “De Gommer”. Het werd alsmaar duidelijker dat hij in Antwerpen niet kon aarden. Pablo zijn neven waarmee hij naar Bahrain was gaan werken zouden hun geluk nu willen beproeven in Canada. Canada op dat ogenblik zocht werkvolk op allerlei gebieden. Zijn twee neven gingen met vrouw en kinderen emigreren naar Canada en vroegen aan Pablo of hij niet mee ging met vrouw en kinderen. Jeanne zag dit echter niet zitten om alles hier achter te laten, de kinderen liepen hier school, het huis was gekocht op afbetaling en bijna afgewerkt. In 1960 besloot Pablo om dan alleen te emigreren naar Canada om daar een nieuw leven te beginnen. Eens hij goed zijn brood ging verdienen konden zijn vrouw en kinderen alsnog emigreren als ze dat wilden, maar zij hebben niets meer vernomen dan tot na zijn dood in 1984.

Leopold Georges Goegebeur immigreerde circa 1961 met de boot naar Montreal, Quebec, Canada. Oorspronkelijke bedoeling was om te emigreren naar de Verenigde Staten zoals oom Gust van Jeanne maar emigreren naar de USA werd toen al moeilijker dan na WO I. Bovendien waren zijn neven Harry, Paul en Rudolf naar Canada gegaan om daar hun geluk te beproeven. Pol besloot dan maar om eerst naar Canada te gaan om dan nadien gemakkelijker de USA binnen te komen.

In Canada doolde Pol over Montreal, Quebec toch naar de Verenigde Staten waar de oom van Jeanne (Gust Van Oosterwijck) hem aanbood bij hem te komen werken. Om echter legaal in de USA te mogen werken had je een verblijfsvergunning (green card) nodig. Om deze vergunning te bekomen had je een soort “peter” nodig die instond voor jou. Nonkel Gust zag het echter niet zitten om verantwoordelijk te zijn voor hem. Van dan af zijn we het spoor van Pol min of meer kwijt! Einde der 60er jaren kreeg zijn oudste zoon telefoon van een joodse dame uit New York die vroeg naar de “matrimonial state” van Pablo Goegebeur. Toen zij hoorde dat Pol of Pablo in België gehuwd was en twee zonen had wist zij genoeg. Nadien bleek dat Pol “om sigaretten ging” en niet teruggekeerd was.

Hij werd in Antwerpen op 14 februari 1966 van Jeanne Van Oosterwyck wettelijk gescheiden. Hij werd ambtelijk afgeschreven bij collegiaal besluit op 9 september 1966.

Terug in Canada!

Uiteindelijk vinden we Pol terug in Canada in British New Columbia waar hij zich in Procter aan de Kootenay Bay vestigde. Hij bezat daar een trapperslicentie en kon alzo in de winter op pelzen jagen en in de zomer deed hij wat aan goudexploratie en deed klusjes bij zijn drie neven.

In Procter had hij ook een nieuwe vrouw Cathy leren kennen die met hem woonde tot aan zijn dood. Hij was in Procter een graag geziene man en gaf in zijn vrije tijd seminaries over metafysica, de inheemse bevolking noemde hem "laughing water."

Pablo en Cathy voor hun blokhut in Procter, BC, Canada
Pablo Goegebeur woonde samen met Cathi Bergeron circa 1974 in Procter.

Laatste jaren van zijn leven

Het feit dat hij een longkanker ontwikkelde was jaren zijn "klein geheim" tot in 1984 zijn fysieke toestand erg achteruit ging, gedurende jaren rookte hij hash om de pijn te verlichten. Na aandringen van zijn neef ging hij naar het hospitaal in Nelson om een "diagnose" te laten stellen. Zijn neef Harry overtuigde hem de dokter toch een verdovende injectie te laten geven (hij had een hekel aan dokters) om de pijn draaglijk te maken. Enige uren later overleed hij aan de gevolgen van de progressieve longkanker.

Pablo Goegebeur overleed op maandag, 18 juni 1984 in Procter, British New Colombia, Canada, in de ouderdom van 59. Na zijn dood werd naar Indiaans gebruik een tipi gehouden waar de genodigden drie dagen konden feesten. Zijn as werd zoals afgesproken door zijn neef Harry in diens tuin uitgestrooid. De blokhut waar hij samen met Cathy leefde is na zijn dood door onvoorzichtigheid afgebrand, de nieuwe bewoners waren naar de stad om een buis te halen voor de schouw en hadden de kachel op de tafel gezet maar niet gedoofd!

Woonplaats en tellingen

Woonde1952Antwerpen, bij zijn huwelijk in de Statiestraat 18
Woonde1952Antwerpen, Statiestraat 18
Woondevan 1957 tot 1960Antwerpen, Duinstraat 41

Familie 1

Joanna Francisca Van Oosterwyck °. 26 Okt 1932, +. 21 Nov 2011
Huwelijk*Pol Goegebeur huwde Jeanne Van Oosterwyck, dochter van Hendrik Van Oosterwijck en Coleta Josephina Diellewijns, op 13 december 1952 in Antwerpen. Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend in de parochiale kerk van het Heilig Hart. Na de plechtigheid werd er taart gegeten bij de ouders van Jeanne in de Zavelstraat.2
 
Scheiding* Pablo Goegebeur werd in Antwerpen op 14 februari 1966 van Jeanne Van Oosterwyck wettelijk gescheiden. Hij werd ambtelijk afgeschreven bij collegiaal besluit op 9 september 1966.
 
Kinderen

Familie 2

Cathi Bergeron
Samenwonen*Pablo Goegebeur woonde samen met Cathi Bergeron circa 1974 in Procter.  

Bronvermelding(en)

  1. [S4] BS Oostende, Geboorten :.
  2. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :.

Joanna Francisca Van Oosterwyck

V, #3, °. 26 oktober 1932, +. 21 november 2011
VaderHendrik Van Oosterwijck °. 28 Nov 1896, +. 16 Feb 1973
MoederColeta Josephina Diellewijns °. 14 Nov 1897, +. 14 Dec 1964
VerwantschapMoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
Stam Goegebeur
Stam Ryckewaert
Stam Van Oosterwijck
Stam Diellewijns
Stam Henri Ryckewaert
Stam Giraldo
ReferentieII-3
Jeanne Van Oosterwijck als jonge dame
Jeanne Van Oosterwijck als kind +/- 1936
Jeanne Van Oosterwijck als tiener
Jeanne Van Oosterwijck jonge dame
Van Oosterwijck Jeanne anno 1953
Jeanne Van Oosterwijck anno 1957
Jeanneke Van Oosterwijck op bidprentje
     Joanna Francisca Van Oosterwyck was ook gekend als Jeanne Van Oosterwyck. Zij werd geboren op woensdag, 26 oktober 1932 in Antwerpen  en enkele dagen nadien gedoopt in Antwerpen, peter was Frans Van Oosterwijck oom vaderszijde en meter was Antonetta Diellewijns tante moederszijde.
Joanna Francisca Van Oosterwyck was de dochter van Hendrik Van Oosterwijck en Coleta Josephina Diellewijns. Jeanneke werd als tweede kind geboren en was eigenlijk een "nakomertje" want er was 11 jaar tussen haar en broer Jos. Haar broer Jos herinnerde zich nog dat hij 5 frank kreeg om naar de cinema te gaan en bij zijn terugkomst had zijn moeder plots een zusje voor hem gekocht! In die tijd was van sexuele voorlichting nog geen sprake en als Jos als tiener vroeg waarom sommige vrouwen een "dikke buik" hadden kreeg hij een lap rond zijn oren!

Jeanneke Van Oosterwijck met vader Rik aan voordeur ca 1936
Jeanneke Van Oosterwijck ca 1939
Groepsfoto van Jeanneke met vriendinnen


Toen Jeanneke enkele jaren oud was was er de grote beurscrash in 1929 in de USA die ook bij ons de daaropvolgende jaren gevolgen had. Nadien wordt er gesproken van de "crisis van de dertiger jaren" met een enorme daling van de koopkracht en grote werkloosheid in gans de wereld. In die tijd bestond er nog geen sociaal vangnet zoals werkloosheidsuitkeringen.

Gelukkig werkte haar vader als zelfstandig aannemer-metser en had hij minder last van de crisis. Jeanneke beleefde in haar vroege jeugd een tamelijk zorgeloos bestaan. Op de linkse foto zien we haar als peuter met haar vader aan de voordeur.

Op de middelste foto zien we haar met haar hond “Max”, Jeanneke zal praktisch heel haar leven een hond of zelfs meerdere honden houden.

Haar enige broer Jos is 11 jaar ouder en gaat reeds werken als Jeanneke nog naar de lagere school gaat, daarom gaat zij meer om met vriendinnen. Op de rechtse foto zien we haar waarschijnlijk op schooluitstap, waar de foto genomen werd is onbekend alsook de namen van de klasgenoten.

In 1939 dreigt er oorlog en haar broer wordt opgeroepen in het Belgische leger, tijdens Jos zijn militair verlof poseert zij samen met haar broer in uniform. Na het beëindigen van de lagere school is België bezet en volgt zij “snit en naad” in de middelbare school met de bedoeling nadien regentaat te volgen om les te geven. Tijdens de bezetting en de woelige periode met de bevrijding kwam er echter van de goede intenties kwam niet veel in huis.

Op het einde van Wereld Oorlog II werd Antwerpen geteisterd door de 'vliegende bommen' en vluchtte zij samen met haar moeder uit de stad. Een nicht van Jeanneke was in verwachting en kwam om toen een bom viel op een tram op de Teniersplaats. Vader bleef in de stad om te werken want er moest brood op de plank komen! Het laatste jaar van de oorlog verbleef Jeanne met haar moeder toen bij verre familie langs vaderskant in Westmeerbeek.

Jeanneke Van oosterwijck met haar broer in uniform ca 1940
Jeanneke met vader en moeder bij familie in Westmeerbeek ca 1945

Na de oorlog keerde zij terug naar Antwerpen en ging samen met haar schoonzuster Mariette werken als verkoopster in de Grand Bazar op de Groenplaats.

In het weekend ging ze samen met haar nicht Philomene uit in de stationswijk. Phil’s moeder 'tante Marie' werkte als WC dame in de legendarische zaak “De Oberbayern” een café dancing in de Statiestraat waar veel matrozen kwamen. Geregeld werden er shows opgevoerd met "Schuhplattler" waarbij de heren in "Lederhose" optraden.

Iets verder op het pleintje was het café “Het Spiegelpaleis” waar zij een jongeman leerde kennen. Tijdens een wandeling in het Stadspark was zij “verkocht” het was liefde op het eerste gezicht! Jeanne haar ouders waren niet zo gelukkig met haar verloofde en zijn afkomst maar Jeanneke gaf niet op en enkele maanden nadien was het koppel "verplicht" om te trouwen.

Jeanne Van Oosterwyck huwde Pol Goegebeur, zoon van Michael Theophilus Jerome Goegebeur en Odila Charlotte Ryckewaert, op 13 december 1952 in Antwerpen. Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend in de parochiale kerk van het Heilig Hart. Na de plechtigheid werd er taart gegeten bij de ouders van Jeanne in de Zavelstraat.1

Nog geen vijf maanden later beviel Jeanne van haar eerste zoon en zeventien maanden later volgde haar tweede zoon Jozef. Pol was matroos op de "lange omvaart" en was dikwijls voor enkele maanden weg op zee. Haar broer en schoonzuster waren nog kinderloos en zorgden samen met haar ouders mee voor de opvoeding van de kinderen. Tussen twee omvaarten als Pol dan eens thuis was hield hij zich wel bezig met zijn kinderen, bracht hen naar school en ging hen terug ophalen, maar hij hield zich ook dikwijls bezig met zijn hobby's de ene keer schilderen de andere keer floretschermen en soms gaan pokeren.

Jeanne vond dat ze als verkoopster in de Grand Bazar niet genoeg verdiende. Ze ging samen met haar nicht Phil aan de baas van het café Oberbayern in het statiekwartier waar haar tante Marie werkte als WC-dame vragen of hij geen werk voor hun had. De baas vond dat zij beiden te jong en te mooi waren en zette hen in de bediening. Jeanne en Phil werkten voornamelijk in het weekend en verdienden ruim hun kost.

Als Pol eens thuis was in de zomer ging de familie naar zee op vakantie, meestal in Blankenberge waar ze logeerden bij plaatselijke bewoners. Op de foto zien we Pol en Jeanneke met hun twee zonen op de dijk.

Pol en Jeanneke met hun zonen op de dijk in Blankenberge

In 1957 plande Pol en Jeanneke samen met haar broer Jos en schoonzuster Mariette om een huis te kopen in de Duinstraat. Jeanneke en Jos' vader hielp hun financieel en zou in ruil het vruchtgebruik krijgen. De rest van het bedrag werd geleend met een hypothecaire lening. Van haar man Pol zijn kant werd hetzelfde verwacht (financiële hulp) die ook gegeven werd. Jeanne werkte voornamelijk in het weekend en dan ook ’s nachts. Haar broer Jos en haar vader werkten intussen ’s avonds na hun werk en in de weekends verder aan het huis in de Duinstraat. Pol was ondertussen ook al samen met zijn neven Harry, Paul en Rudolf gaan werken in Bahrein als “rigger” omdat daar veel geld te verdienen was maar enkele weken nadien stond hij berooid terug thuis.

In 1959 vroeg haar schoonmoeder de financiële steun echter terug waarschijnlijk omdat Pol haar van zijn plannen verteld had om te emigreren. Het geld werd teruggegeven maar daardoor kwam Jeanne samen met haar broer in nauwe schoentjes, haar broer Jos moest nu alleen het huis afwerken terwijl zijn vrouw een kind verwachte. Bovendien werd het duidelijk dat haar man niet kon aarden in Antwerpen en zij bleef hem wijzen op zijn verplichtingen. Pol zijn neven waarmee hij naar Bahrein geweest was vroegen hem of hij mee naar Canada ging want daar was ook veel werk. Paul en Rudolf namen hun vrouw en kinderen mee en Pol vroeg aan Jeanneke of zij en de kinderen ook niet mee naar Canada mee gingen. Jeanneke zag dat niet zitten en het ging van kwaad naar erger en tenslotte verliet Pol haar om te emigreren.

Zij bleef nog enige jaren werken in de Oberbayeren (een gekende zaak in het Statiekwartier) en woonde samen met haar broer in de Duinstraat waar haar kinderen zouden opgroeien tot in 1979 waarna ze verhuisde naar Wilrijk in de Oosterveldlaan. Nadat Pol geëmigreerd was kon Jeanneke als alleenstaande moeder moeilijker de eindjes aan elkaar knopen en haar broer nam de verdere afbetaling van het huis in de Duinstraat op zich. Na enkele jaren sloot ook de Oberbayern en werkte zij o.a. in een hotel in de Pelikaanstraat. Vervolgens hield ze ook café in de Van Arteveldestraat waar ze haar tweede man Alfred Rust zou leren kennen. Alfred kwam bij haar broer als metser-diender werken om in orde te komen met zijn papieren en hij kwam ook bij haar in de Duinstraat wonen. Het boterde echter niet goed tussen Alfred en haar kinderen en broer.

Jeanneke was na haar opleiding een van de eerste vrouwelijke taxi chaufeurs bij ATM geworden en reed enkele jaren met de taxi in Antwerpen. De ralatie tussen Alfred en haar broer en kinderen verziekte echter verder en Jeanneke verhuisde met Alfred naar Wilrijk.

Jeanne Van Oosterwyck werd in Antwerpen op 14 februari 1966 van Pablo Goegebeur wettelijk gescheiden. Hij werd ambtelijk afgeschreven bij collegiaal besluit op 9 september 1966.
Jeanne Van Oosterwyck huwde Alfred Rust op 24 april 1971 in Antwerpen.
Tot haar pensioen werd ze verantwoordelijke van een kuisploeg bij Roeske en was zij ondertussen verhuisd naar de Camping 'Brebos' waar ze in een bungalow woonde.

De laatste jaren van haar leven leed ze aan de ziekte van Altzheimer, toen haar man overleed kon ze niet meer alleen blijven wonen en werd ze geplaatst in een rusthuis waar ze ook overleed.
Jeanne Van Oosterwyck was in 1978 kuisvrouw in Antwerpen. Zij overleed op maandag, 21 november 2011 in Rijkevorselin de Residentie "Den Brem" in de ouderdom van 79.

Woonplaats en tellingen

Woonde1952Antwerpen, Lange Zavelstraat 79
Woondevan 1957 tot 1960Antwerpen, Duinstraat 41
Woonde9 augustus 1978Wilrijk, Antwerpen, Jezuietenlaan 36

Familie

Leopold Georges Goegebeur °. 31 Maa 1925, +. 18 Jun 1984
Huwelijk*Jeanne Van Oosterwyck huwde Pol Goegebeur, zoon van Michael Theophilus Jerome Goegebeur en Odila Charlotte Ryckewaert, op 13 december 1952 in Antwerpen. Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend in de parochiale kerk van het Heilig Hart. Na de plechtigheid werd er taart gegeten bij de ouders van Jeanne in de Zavelstraat.1
 
Scheiding* Jeanne Van Oosterwyck werd in Antwerpen op 14 februari 1966 van Pablo Goegebeur wettelijk gescheiden. Hij werd ambtelijk afgeschreven bij collegiaal besluit op 9 september 1966.
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :.

Michael Theophilus Jerome Goegebeur

M, #4, °. 29 juli 1895, +. 22 februari 1970
VaderJerome Victor Emmanuel Goegebeur °. 27 Jul 1866, +. 11 Maa 1899
MoederEugenia Vanhullebusch °. 7 Maa 1851, +. 30 Aug 1927
VerwantschappenGrootvader van Harry Goegebeur
6-achterkleinzoon van Hilarius Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
Stam Giraldo
DNA Kaart
ReferentieIII-4
Michel Goegebeur in uniform van spoorwegen anno 1920
     Michael Theophilus Jerome Goegebeur was ook gekend als Michel Goegebeur. Hij werd geboren op maandag, 29 juli 1895 in Oostende, thuis om 3u in de Vandersweepplaats nr 1 waar zijn vader een herberg open hield. De aangifte van zijn geboorte gebeurde daags nadien in bijzijn van Ludovicus Art 36 jaar klerk bij de spoorwegen en Augustus Goethals 42 jaar ruitenmaker te Oostende.1 Hij was de zoon van Jerome Victor Emmanuel Goegebeur en Eugenia Vanhullebusch. Michael Theophilus Jerome Goegebeur werd gedoopt op 8 augustus 1895 in Oostende, peter was Theophilus Herregods en meter was Maria Vantomme.

Toen hij vier jaar was stierf zijn vader vroegtijdig amper 32 jaar jong. Zijn vader was reeds de tweede echtgenoot van zijn moeder en zij zou geen derde keer huwen. Waarschijnlijk bleef zijn moeder de ouderlijke herberg verder uitbaten, Michel zou later samen met zijn halfbroer Julius als kelner werken in de herberg.

Niet ver daar vandaan in de wijk ’t Hazegras woont de familie Ryckewaert, vader lag met zijn schip in het Eerste Handelsdok en moeder hielt een herberg in de Oesterbankstraat. De wijk ’t Hazegras blijft vanaf de 19de eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog dezelfde als in de 18de eeuw. Er was industrie en ambachten aanwezig gekoppeld aan de nabijheid van de haven, oesterputten, lijndraaiers en ook het slachthuis van de stad heeft een belangrijke functie voor de wijk. Ook de bewoning is constant: een dichtbevolkte, vanaf de tweede helft van de 19de eeuw verarmde arbeidersbuurt, met uitzondering van de middenklasse langs het Vandersweepplein.

De nabijheid van de haven, het station en vooral de kazerne, maakt van het Hazegras een beruchte uitgaansbuurt met talrijke cafés, herbergen, danszalen en hotels. Beide families woonden in dezelfde wijk en baatten beide een herberg uit. Dat zou ook gemakkelijk verklaren dat Michel en Odette elkaar leerden kennen. Michel was op 26 jarige leeftijd verplicht te huwen omdat Odette in verwachting was.
Hij was tussen 1921 en 1927 kelner in Oostende. Hij huwde Odette Ryckewaert, dochter van Joannes Baptista Ryckewaert en Emma Decoster, op 27 september 1921 in Oostende, getuigen op het kerkelijk huwelijk waren Julius Vandecasteele en Augustus Leeman.2

De beide families konden niet goed opschieten en de volgende jaren kwamen nog twee zonen.


Het tehuis Vincent Ferrié

Michel Goegebeur en Odette Ryckewaert leefden reeds een tijd gescheiden, ze hadden op dat moment drie zeer jonge kinderen Irma, Jerome en Pol. De eerste maanden na zijn geboorte verbleef Jerome bij zijn vader maar vanaf zijn negende maand bij zijn moeder samen met zijn zus Irma. Odette had echter niet veel tijd om naar haar kinderen om te zien en ze "leefden" als het ware op de straat. Toen de kinderen op de straat opgemerkt werden trad de overheid op, Michel en Odette werden uit hun ouderlijke rechten gezet en Irma en Jerome werden geplaatst in het "weeshuis" Vincentius Ferrarius of ook Vincent Ferrié in Oostende. Dit tehuis voor wezen en verwaarloosde kinderen hanteerde een zeer strenge katholieke opvoeding. Pol was te jong en werd door Odette meegenomen maar zou later zijn zus en broer vervoegen.

Michel gaf op 30 augustus 1927 in Oostende het overlijden van Eugenia Vanhullebusch aan.3
Na enige jaren werd hij maître d'hôtel op de Oriënt Express een legendarische trein die verschillende Europese hoofdsteden verbond en tijdens het Interbellum een grote bloei kende.
Het verhaal gaat dat tijdens een van de reizen zijn vrouw vooraan in de trein was en hij achteraan in de trein met een andere vrouw, waarna Odette hem verliet. Dit verhaal wordt best met een korreltje zout genomen. Michel was een levensgenieter en luste graag een Whisky.
Michel Goegebeur werd in Gent op 24 augustus 1959 van Odette Ryckewaert wettelijk gescheiden. Michel Goegebeur overleed op zondag, 22 februari 1970 in de Jozef Kluiskensstraat 2 in Gent in de ouderdom van 74 jaren, 6 maanden en 21 dagen. Hij was toen gedomicilieerd te Zomergem Dreef 62. Aangifte op de burgerlijke stand gebeurde door Albert Van de Velde, 40 jaar meubelhandelaar en Achiel Geernaert, zonder beroep.4

Woonplaats en tellingen

Woonde14 juli 1927Oostende, West-Vlaanderen, Brabantstraat 14
Woonde16 maart 1929Oostende, West-Vlaanderen, Louisastraat 12
WoondeZomergem, Oost-Vlaanderen, zijn laatste jaren vertoefde hij in een rusthuis in Zomergem (Dreef 62)

Familie

Odila Charlotte Ryckewaert °. 2 Okt 1899, +. 8 Jan 1984
Huwelijk*Michel Goegebeur huwde Odette Ryckewaert, dochter van Joannes Baptista Ryckewaert en Emma Decoster, op 27 september 1921 in Oostende, getuigen op het kerkelijk huwelijk waren Julius Vandecasteele en Augustus Leeman.2
 
Scheiding* Michel Goegebeur werd in Gent op 24 augustus 1959 van Odette Ryckewaert wettelijk gescheiden. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S4] BS Oostende, Geboorten :akte 696 van 1895.
  2. [S135] BS Oostende, Huwelijken :.
  3. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 103 van 1927.
  4. [S134] BS Gent, BS Gent, overlijdens :.

Odila Charlotte Ryckewaert

V, #5, °. 2 oktober 1899, +. 8 januari 1984
VaderJoannes Baptista Ryckewaert °. 5 Jun 1867, +. 17 Jan 1951
MoederEmma Decoster °. 17 Nov 1870, +. 11 Okt 1941
VerwantschapGrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
Stam Goegebeur
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
Stam Giraldo
ReferentieIII-5
Odila "Odette" Ryckewaert anno 1914
Odile Ryckewaert ca 1918
Odette Ryckewaert anno 1919
Odette Ryckewaert anno 1930
Odette Ryckewaert ca 1960
Odette Ryckewaert bij huwelijk zoon Pablo Goegebeur in 1952
     Odila Charlotte Ryckewaert was ook gekend als Odette Ryckewaert. Zij werd geboren op maandag, 2 oktober 1899 om 06u00 aan boord van de bijlander Justina Maria liggende in het 1st koophandelsdok in Oostende, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Emilius Pintelon 42 jaar agent van politie wonend te Oostende en Henricus Vandenberghe 26 jaar schipper wonende te Roesbrugge.1 Zij werd gedoopt na 2 oktober 1899 in de parochie op 't Hazegras in Oostende. Zij was de dochter van Joannes Baptista Ryckewaert en Emma Decoster.
Op 4 augustus 1914 was het Duitse leger België binnengevallen ondanks de neutraliteit van België. De opmars werd wel wat vertraagd maar het Belgische leger was echter niet opgewassen tegen de overmacht en einde september volgde het beleg van Antwerpen met op 10 oktober de overgave. Ondertussen hadden de Duitsers vele oorlogsmisdaden begaan in plaatsen als Wezet, Hermée, Andenne en steden als Sint-Truiden, Leuven, Aarschot, Zemst platgelegd. Bij het vernemen van die gruweldaden en het naderen van de Duitsers kwam er een ware volksverhuizing op gang, meer dan een miljoen Belgen zou naar Nederland vluchten.

Ook in Oostende omdat het nog niet bezet was, kwamen van overal mensen om te vluchten naar Engeland. Op 15 oktober was Oostende ook bezet, de bewoners mochten niet meer vrij wandelen op de dijk, eigendommen werden ingenomen en iedereen op rantsoen geplaatst. In Oostende en andere kuststeden had men het zien aankomen en werden de weken daarvoor de nodige voorbereidingen genomen om vluchtelingen op te vangen en te evacueren. Zowat alle vaartuigen die zeewaardig waren werden gebruikt om de vluchtelingen naar Engeland te brengen. De kleinere zeilboten en sloepen, die geen militair belang hadden, waren over de Britse havens verspreid. De grotere stoomtrailers opereerden vanuit kleinere havens zoals Lowestoft, Fleedwood en Milford Haven. De Belgische kolonie te Milford Haven bestond in 1915 uit 169 families, tellend in totaal ongeveer 1.500 personen. Daaronder waren er 256 zeevarenden en ca. 50 arbeiders in het visserijbedrijf. Er waren 192 kinderen die school liepen in 2 Belgische en in verscheidene andere Engelse scholen.

Het Zeewezen te Londen had van de Britse autoriteiten kunnen verkrijgen dat de Belgische vissersboten de visserij verder zouden mogen bedrijven van uit de haven van Lowestoft, vooral voor de zeilsloepen, en van uit Milford Haven - en in mindere mate uit Swansea en Fleetwood - voor de stoomtreilers. Andere Belgische vissers mochten zich aanmonsteren aan boord van Engelse vissersvaartuigen.

De familie Jan en Emma Ryckewaert – Decoster waren binnenschippers en hun “Bijlanders” waren niet zeewaardig. Jan is in Oostende gebleven maar zijn vrouw met drie van zijn kinderen, Jeanne, Albertina en Henri, vluchtten met een vissersboot naar Milford Haven. Zijn dochter Mathilde was reeds gehuwd voor de oorlog uitbrak en vluchtte niet mee. Waarom zijn andere kinderen niet mee vluchtten is voorlopig een raadsel.
Odette Ryckewaert huwde Michel Goegebeur, zoon van Jerome Victor Emmanuel Goegebeur en Eugenia Vanhullebusch, op 27 september 1921 in Oostende, getuigen op het kerkelijk huwelijk waren Julius Vandecasteele en Augustus Leeman.2


Het tehuis Vincent Ferrié

Michel Goegebeur en Odette Ryckewaert leefden reeds een tijd gescheiden, ze hadden op dat moment drie zeer jonge kinderen Irma, Jerome en Pol. De eerste maanden na zijn geboorte verbleef Jerome bij zijn vader maar vanaf zijn negende maand bij zijn moeder samen met zijn zus Irma. Odette had echter niet veel tijd om naar haar kinderen om te zien en ze "leefden" als het ware op de straat. Toen de kinderen op de straat opgemerkt werden trad de overheid op, Michel en Odette werden uit hun ouderlijke rechten gezet en Irma en Jerome werden geplaatst in het "weeshuis" Vincentius Ferrarius of ook Vincent Ferrié in Oostende. Dit tehuis voor wezen en verwaarloosde kinderen hanteerde een zeer strenge katholieke opvoeding. Pol was te jong en werd door Odette meegenomen maar zou later zijn zus en broer vervoegen.

Odette Ryckewaert woonde samen met Joseph Vromen circa 1940 in Antwerpen in de Vestingstraat waar zij een café hielden.

Odila Charlotte Ryckewaert stond op een groepsfoto genomen circa 1948 in Antwerpen.
Albertine Ryckewaert was samen met haar zus Jeanne en broer Henri bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog met hun moeder gevlucht van Oostende naar Milford Haven in Groot-Brittanië. Milford Haven is een natuurlijke haven in Wales waar veel Belgische vissers naartoe gingen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog vluchtten vele Oostendenaren naar Milford Haven en bleven er gedurende de hele oorlog. Albertine en haar zus Jeanne keerden niet terug maar trokken verder via Engeland naar Glasgow in Schotland, ze leerden beide een Italiaan kennen waar ze later mee huwden. Albertine vestigde zich met haar echtgenoot Alfonso Coli in Glasgow.

Af en toe kwam de "familie uit Schotland" naar België of waren ze op doorreis naar het geboorteland van hun echtgenoten Italië. Het was gebruikelijk dat zij na aankomst in Oostende bij familie verbleven. Nadien ging de reis naar Italië dan via de "Boss" in Antwerpen. Tijdens een van deze bezoeken werd een groepsfoto gemaakt met rond Odette Ryckewaert enkele neven en nichten.

Zij werd in Gent op 24 augustus 1959 van Michel Goegebeur wettelijk gescheiden. Odila Charlotte Ryckewaert overleed op zondag, 8 januari 1984 in het St-Mariaziekenhuis in Berchem in de ouderdom van 84. Zij werd gecremeerd op 12 januari 1984 om 10 uur in het intercommunaal crematorium in Antwerpen. De crematie werd voorafgegaan door een uitvaarplechtigheid en nadien werd haar as verstrooid op de strooiweide van het Schoonselhof.

Woonplaats en tellingen

Woonde1925Oostende, West-Vlaanderen, Amsterdamstraat 42
Woonde14 juli 1927Oostende, West-Vlaanderen, Brabantstraat 14
Woonde16 maart 1929Oostende, West-Vlaanderen, Louisastraat 12
Woonde1932Oostende, West-Vlaanderen, Oesterbankstraat 7
Woonde1939Oostende, West-Vlaanderen, Edith Cavellstraat
Woonde1952Antwerpen, Statiestraat 18 waar zij café "Het Spiegelpaleis" uitbaatten
Woondevan 1956 tot 1984Antwerpen, Herderinstraat 2

Familie 1

Michael Theophilus Jerome Goegebeur °. 29 Jul 1895, +. 22 Feb 1970
Huwelijk*Odette Ryckewaert huwde Michel Goegebeur, zoon van Jerome Victor Emmanuel Goegebeur en Eugenia Vanhullebusch, op 27 september 1921 in Oostende, getuigen op het kerkelijk huwelijk waren Julius Vandecasteele en Augustus Leeman.2
 
Scheiding* Odette Ryckewaert werd in Gent op 24 augustus 1959 van Michel Goegebeur wettelijk gescheiden. 
Kinderen

Familie 2

Joseph Vromen °. 13 Aug 1908, +. 13 Nov 1988
Samenwonen*Odette Ryckewaert woonde samen met Joseph Vromen circa 1940 in Antwerpen in de Vestingstraat waar zij een café hielden. 

Bronvermelding(en)

  1. [S4] BS Oostende, Geboorten :.
  2. [S135] BS Oostende, Huwelijken :.

Hendrik Van Oosterwijck

M, #6, °. 28 november 1896, +. 16 februari 1973
VaderJoannes Franciscus Van Oosterwijck °. 13 Aug 1866, +. 27 Nov 1917
MoederPhilomena Van Der Auwera °. 12 Jul 1859, +. 8 Jun 1943
VerwantschapGrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
Stam Van Oosterwijck
Stam Diellewijns
ReferentieIII-6
Rik Van Oosterwijck anno 1925
Rik in het leger ca 1916
Rik Van Oosterwijck ca 1941
Rik Van Oosterwijck ca 1948
Rik Van Oosterwijck ca 1958
Van Oosterwijck Rik ca 1958
Rik Van Oosterwijck ca 1959
Rik Van Oosterwijck in kleur
Rik Van Oosterwijck
     Hendrik Van Oosterwijck was ook gekend als Henri Van Oosterwijck. Hij werd geboren op zaterdag, 28 november 1896 thuis om 03 uur in Antwerpen, de aangifte op de burgerlijke stand gebeurde twee dagen nadien in aanwezigheid van Josephus Arriens, 24 jaar, metser, en Joannes Lefeber, 47 jaar, kantoorbediende beide alhier gehuisvest.1 Hij was de zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Philomena Van Der Auwera. Hendrik Van Oosterwijck werd gedoopt op 6 december 1896 in de Sint-Eligiuskerk in Antwerpen, peter was Philippus Augustinus en meter was Maria Vanderauwera tante langs moederszijde.2

De Grote Oorlog

Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog (Duitsland valt België binnen op 4 augustus 1914) is Henri 18 jaar. Op 18 augustus, na een massale Duitse aanval ten noorden van de Maas, beval Koning Albert I het Belgische leger zich terug te trekken in de Vesting Antwerpen. De Duitse inval en de meldingen van de verwoesting van o.a. Leuven bracht een enorme vluchtelingenstroom op gang. Heel wat inwoners uit de provincie vluchtten naar de stad Antwerpen. Binnen de dubbele verdedigingsgordel voelden ze zich veilig.

Antwerpen gebombardeerd

In de nacht van 24 op 25 augustus bombardeerde een Duitse Zeppelin Antwerpen. Huizen werden zwaar beschadigd en er vielen tien doden. In de stad spelen zich apocalyptische taferelen af. Petroleum tanks staan in brand. Overal heerst chaos en paniek. De wildste geruchten doen de ronde zeker nadat de weken ervoor de Duitsers verschillende dorpen en steden platgebrand hadden.

Vanaf dan werden de straten ’s nachts geheel verduisterd. Begin oktober besefte de bevolking dat Antwerpen in handen zou vallen van de Duitsers. Affiches waarschuwden de Antwerpenaren voor komende bombardementen en gaven de raad om de stad te verlaten.

Legerdienst van Henri Van Oosterwijck (zittend links) in de "Klas van 1916"
Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 waren alles samen zowat één miljoen Belgische burgers in Nederland terecht gekomen waaronder de familie Van Oosterwijck. De Nederlandse regering organiseerde vluchtoorden op om hen op te vangen. Ook Frankrijk en Engeland vingen enorme aantallen Belgische vluchtelingen op. Kort na de overgave van Antwerpen bleven er slechts een tienduizend bewoners in Antwerpen.

Mobilisatie


De eerste, zeer gedeeltelijke mobilisatie in België had eerst plaats op 29 juli 1914, daags na de oorlogsverklaring van Duitsland aan Servië. Rik was bij het begin van de oorlog slechts 17 en werd nog niet opgeroepen. De regering beperkte zich toen nog tot het oproepen van drie lichtingen. Ook was de algemene persoonlijke dienstplicht slechts in 1913 door het Parlement gestemd geweest maar was nog niet ten volle in de praktijk omgezet. Deze wet breidde de vorige wet van 1909 uit toen de dienstplicht van "één zoon per gezin" ingevoerd was.

Albert was koning der Belgen toen de oorlog uitbarstte. Toen de spanningen opliepen in de periode voor de oorlog, hoopte hij België uit een mogelijk conflict te kunnen houden door vast te houden aan de Belgische neutraliteit. Dat bleek echter onmogelijk toen Duitsland "een vrije doortocht" door België vroeg om Frankrijk aan te vallen.

Vervolgens verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk en vroeg het België de vrije doorgang, België respecteerde echter de neutraliteit en verzette zich.

Rik Van Oosterwijck (tweede van links onderaan) met zijn "peloton", de foto stuurt hij op als kaartje naar zijn moeder
Nadat de Duitse opmars naar Parijs tot stilstand was gebracht, vestigde het westfront zich in een statische uitputtingsslag van een loopgravenoorlog die weinig veranderde tot 1917. Grote gevechten met honderdduizenden doden vonden vooral elders plaats, in de Engelse sector van Ieper en in Frankrijk aan de Somme en bij Verdun.

Rik werd in 1916 opgeroepen om zijn legerdienst te doen. Bij gelegenheid werd met enkele kameraden een foto genomen. Koning Albert weigerde het Belgische leger in te zetten bij grootscheepse acties. Door deze weigering ontsnapte Rik aan de echte strijd en daardoor zou hij heel zijn leven koningsgezind blijven.


Rik Van Oosterwijck in "militair hospitaal" ca 1920
Foto genomen tijdens de "bezetting" van een gedeelte Duitsland door het Belgische leger anno 1920. Op de foto zien we de militairen met een foto van hun lief en de krant "Het Laatste Nieuws"
Na de Eerste Wereldoorlog

Na de Eerste Wereldoorlog stichtten de overwinnaars in de Rijnprovincie op de linker Rijnoever en in een strook van 50 km op de rechteroever een Belgische, Britse en Franse bezettingszone. Aan deze bezetting kwam in 1926, 1929 en 1930 een einde.

Henri werd terug opgeroepen om aan de bezettingsmacht deel te nemen. Hij was gelegerd in Homburg iets ten oosten van Saarbrücken. Van zijn peloton werd een foto genomen die Henri als kaartje opstuurde naar zijn moeder in België. Achteraan de foto schrijft hij.

Rik Van Oosterwijck met gevangene
23-1-1920 Duisland

Beminde Moeder met diese laat ik u weeten dat ik nog in goeten ge zijnhijt zijn en ik oop van u het zelefden zoo zoo gij moogel lak wat gelde op mute sturen want ik kan mijne was niet meer voor mij ijhgen de wasen ik oop Moeder dat dogwel wat geld zult op sturen want dis een maar droefig zonder geld en dan nog geen eeten

Moeder vele groeten van uwe Beminde zoon Henri Van Oosterwijck.


Tien dagen later stuurt Henri een andere foto als kaartje naar zijn vriendin, waar hij schrijft:

Homberg,

Liefste vriendin Colette, met deze laat ik u weten dat ik nog in goeten gezondhijt zijn en ik hoop van u het zelfden. Liefste vriendin Colette u vraagt mij wanneer ik in huize kom ik denk nog vijftien daagen en dan zal ik wel in houzen koomen denk ik want dier de hoopen uk ik duis zaal zijn voor 10 daagen als ik in houze koom. Liefste vriendin Colette meer weet ik niet de schrijfe dan veele groeten aan u ale maal en eene goete dag aan u zuster Janne en Liefste veele groete van uwe vrient Henri Van Oosterwijk een klijn ant woort a u b en Liefste Colette als ik in houze koom dan zal ik het wel schrijfe in den ... als ik in houze koom als ik u wel zal zien en Colette u zult wel zien hoe mager als ik er op staan maar Colette ik zen dog nog ne andere als u mijn naterel ziet wan die kune en niet goed dreken den ene en geen ver stant van en Liefste dot weer ziens det avreugden a,u,b.


Op zijn laatste kaartje een week later schrijft Henri:

4-2-1920 Duischland
Liefste vriendin Colette met deze laat ik u weeten dat ik nog in goeten gezondijt zijn en ik hoop van u het zelfden. Liefste vriendin meer weet ik niet
de schrijve dan vele groeten doen a u ale maal en eene goeten dag aan uwe zuster Janne en liefste vriendin veele groeten uit uwe liefste vrient Henri
Aan Mef Colette Diellenwijns
Viaduc Dam N 54
Antwerpen
Belgie.


Rik woonde voor WO I op "den Dam" in Antwerpen bij zijn ouders, iets verder woonde Colette een dienstmeisje, beide moeten elkaar wel eens opgemerkt hebben en leerden elkaar beter kennen in een van de danszalen die toen populair waren.

De onzekere jaren tijdens de oorlog en Rik die Duitsland mee "moest bezetten" stonden hun plannen om te trouwen echter in de weg. Rik had wel altijd een foto van zijn liefje op zak als hij naar Duitsland moest gaan. Tijdens zijn verlof was het weerzien een mooie afwisseling voor die moeilijke jaren. Zij kregen een "voorkind" Jos geboren bij hun thuis Viaduct Dam 38 in Antwerpen.

De huwelijksplannen van Hendrik Van Oosterwijck en Coleta Josephina Diellewijns werden aangekondigd op 10 februari 1923 in Antwerpen.3 Henri Van Oosterwijck huwde Colette Diellewijns, dochter van Gerardus Cornelius Diellewijns en Sophia Bauwens, op 24 februari 1923 in Antwerpen.4

Henri Van Oosterwijck was in 1925 metser in Antwerpen. De eerste jaren na de oorlog was er werk zat bij de heropbouw. Het verhaal ging dat hij 's morgens vertrok naar de werf, 's middags onenigheid had met de baas of ploegbaas en in een colère het afstapte om tegen ’s avonds bij een andere baas te werken! Na enkele jaren bij een baas startte hij als zelfstandig metser-aannemer.

Metser-aannemer was toen een zeer zwaar beroep, elektrische toestellen bestonden nog niet alsook geen hijskranen of liften. Elke morgen zeer vroeg werd met de "stootwagen" naar Merksem gereden om bouwmaterialen te laden, vandaar ging het dan met de zwaar beladen stootkar naar de plaats van het werk. Zijn zoon en kleinkinderen ondervonden het zware werk met de stootkar zeker toen de eerste straten aangelegd werden met "macadam" waarin de wielen van de kar meer bleven "plakken". Op de werf werden de metselspecie ter plaatse afgemaakt door de metserdiender en met tobbe en plank voor stenen op de schouder langs ladder tot bij de metser gebracht. Een “volle” metser had zeker twee metserdienders. Een stelling werd gebouwd met "sparren, strengen en stellingplanken" met andere woorden de verticale palen waren eigenlijk stammen van kaarsrechte sparrenbomen bijeengehouden met stevige koorden.

Toen zijn zoon Jos afstudeerde als metser begin vijftiger jaren kwam hij bij Rik in de zaak werken en later in 1960 zou hij de zaak overnemen.

Hij werd de peter op Hendrik Van Oosterwijck's doop op 2 november 1933 in Antwerpen.

Interbellum

Tijdens het interbellum gingen de zaken goed en was Antwerpen het toneel van enkele grote evenementen, in 1920 gingen de Olympische Zomerspelen 1920 door en daartoe werd het Olympisch Stadion gebouwd en de zwemwedstrijden gingen door in open lucht in de vest bij de Wezenberg. In 1930 ging de Wereldtentoonstelling door op het Kiel. In 1929 werd daartoe de Boerentoren gebouwd, één van de eerste wolkenkrabbers in Europa. Begin twintiger jaren was Rik's jongere broer Gust geëmigreerd naar Amerika.

Rik en Colette verhuisden naar de Lange Zavelstraat, waar men ter hoogte van de "Duinplak" een cremerie/eethuis "De Congo" had, langs een aparte ingang en een smalle gang kwam men aan vier "achterhuisjes" die verhuurd werden door de gekende visboer Coppens. Het "voorhuis" was de cremerie "De Congo" een ijsroombar waar men ook Brusselse wafels maakte. De "achterhuizen" waren eenvoudige arbeiderswoningen bestaande uit een gelijkvloers met daarboven een schuin pannendak uitgewerkt met een "Frans dak". Voor de vier achterhuizen was een grasperk en daarover nogmaals vier achterhuizen, men sprak van achterhuizen omdat ze niet direct op de straat uitgaven. in het eerste achterhuis woonden Rik en Colette en in het derde achterhuisje woonde Rik's zuster Marie Van Oosterwijck en in het laatste woonde “Stanske” die een stokoude papegaai had.

De voordeur op het gelijkvloers gaf direct toegang tot de woonkamer, aan de rechterkant stond een "Leuvense stoof" met aan beide zijden schouwkasten uit twee delen, bovenste deel stond op een marmeren plaat. In het midden stond de tafel boven een valluik waarlangs men in de kelder kon. Tegenover de stoof tegen de andere muur stond een canapé. Achter de woonkamer had men een tussenplaats waar nog een gasvuur stond en de tafel waaraan gegeten werd. Daarachter nog een deels overdekte koer waar ook het toilet was, op de koer stond nog een wasbak en een vuur waarop men het linnen in de "kookwas" deed, Colette roerde dan met een houten stok in de zinken ketel met kookwas en nadien werden lakens handmatig door de "mangel" gehaald. In de tussenplaats was een steile trap een beetje weggewerkt naar de zolderkamers die dienden als slaapkamers.

Het dagelijkse leven was in die periode hard, TV bestond nog niet en radio hadden Rik en Colette toen nog niet, een koelkast of diepvries evenmin. Etenswaren die snel bedorven werden ofwel opgelegd ofwel in de kelder bewaard waar het iets frisser was. Boter bijvoorbeeld werd gemend met zout om ze langer te kunnen bewaren. Eerst na de Tweede Wereldoorlogzou Colette de Weckpotten ontdekken om groenten te steriliseren. Verlichting gebeurde door gaslantaarns of kaarsen en verwarming door een kolenkachel type Leuvense stoof waar ook op gekookt werd.

Vrije tijd in zoverre men die had was op café gaan iets gaan drinken of gaan kaarten, in de Seefkoek was bijna op elke straathoek een café. In de zomer als de dagen wat langer waren nam bijna iedereen een stoel uit de keuken mee naar buiten en zat men bijeen bij de buren, een buur in de Duinstraat had een fonograaf met enkele 78 toeren grammofoonplaten zodat de ganse avond dezelfde platen gespeeld werden. Na de Eerste Wereldoorlog kwam ook de cinema op met “stomme film” begeleid door een pianist. In de Seefhoek had men ook verschillende danszalen. Sport deed Rik samen met zijn broer John bij de “Lutte” wat eigenlijk worstelen was maar met zeer beperkte regels. Toen in 1934 de Zesdagen van het wielrennen begon ging Rik ook elk jaar gaan kijken.

Begin 1932 was Colette onverwacht terug zwanger, immers in die tijd was er nog geen sprake van middelen voor geboortebeperking. Hun zoon van 11 ging naar de vakschool om te leren metsen als hij vroeg waarom zijn moeder zo een dikke buik had kreeg hij een lap om zijn oren omdat zulke vragen "niet gesteld" werden. Als het zover was dat zijn moeder moest bevallen kreeg Jos van zijn vader geld om naar de cinema te gaan en toen hij terugkwam had hij een zusje!

Colette "moemoe" Diellewijns ca 1937
Rik Van Oosterwijck en Colette Diellewijns aan hun achterhuis in de Zavelstraat
Tweede Wereldoorlog

Onaangekondigd viel het Duitse leger binnen op 10 mei 1940, de veldtocht van het Belgische leger zou slechts 18 dagen duren. Na de capitulatie begon de Duitse bezetting en was er een groot gebrek aan werk en allerlei levensmiddelen. Op 11 Mei 1940 verscheen in het Staatsblad dat brood, koffie, margarine, boter, reuzel, zetmeelwaren, zout, suiker, aardappelen, zeep en tafelolie "op de bon" waren. De rantsoeneringskaart en bijhorende zegels waren reeds tijdens de laatste mobilisatiefase uitgedeeld onder de bevolking. De rantsoenering zou voor België pas eindigen op oudejaarsavond van 1949.

Rik was bij het uitbreken van de oorlog te oud om opgeroepen te worden maar was de eerste oorlog met de "moffen" zeker nog niet vergeten. Rik en Colette speelden het op een of andere manier klaar om tijdens de bezetting niet teveel te kort te komen. Hun neef Eugene werkte bij de dokken en daar “viel wel eens iets tussen wal en schip” en op de zwarte markt was ook allerlei te krijgen. Er werd ook veel gesmokkeld men ging dan met de fiets tot in Hulst om boter en aardappelen te halen.

Op het einde van de oorlog kreeg Antwerpen het hard te verduren met de “vliegende bommen” die door de Duitsers gelanceerd werden met doel de Antwerpse haven te vernielen en zo de geallieerde opmars te stoppen of te vertragen. Colette haar zuster zou omkomen toen een V1 op de Teniersplaats terecht kwam, en haar neef Jean verloor zijn zwangere vrouw. Een tijd later zou er een V1 vallen op de gasfabriek aan de Scholierstraat in hartje Seefhoek waarbij alle ruiten van hun huis sprongen. Rik had toen Colette en de kinderen naar familie in Westmeerbeek gebracht omdat het in Antwerpen te gevaarlijk werd, hij zelf bleef verder werken om geld in het laadje te brengen. Hun zoon Jos was verplicht tewerkgesteld in Duitsland en kon maar af en toe in verlof naar Antwerpen komen.
Familie Van Oosterwijck op boot, Rik en Colette aan land en Jeanneke op dek
Rik en Colette in Ardennen met schoonzoon Pol en Marie Rik's zuster
Na de Tweede Wereldoorlog

Na de oorlog kwam het gewone leven langzamerhand terug. In de Seefhoek en bij uitbreiding in gans Antwerpen was veel schade door de "vliegende bommen". Rik als aannemer-metser had samen met zijn zoon Jos voor jaren werk aan herstellingen. In 1946 nam hun dochter Jeanneke deel aan het "Feest van de vrijzinnige jeugd" in Antwerpen, voor die tijd was dat niet zo evident want de meeste mensen lieten hun kinderen dopen. Rik was volgens eigen zeggen "vrijmetselaar" maar bedoelde waarschijnlijk dat hij vrijzinnig was, Colette was niet echt vrijzinnig maar ook niet diepgelovig als ze ergens een kapelletje tegenkwam ging ze steeds een kaarsje branden, je wist nooit waarvoor het goed was.

Rik en Colette hun zoon Jos had in zijn vrije tijd een boot gebouwd die in de jachthaven op het Antwerpse linkeroever lag. In de weekends gingen zij met hun nog jonge dochter naar de boot van hun zoon. In 1949 huwde hun zoon Jos met Mariette die hij al van voor de oorlog kende maar hun huwelijk werd telkens uitgesteld door omstandigheden. Begin vijftigerjaren was hun dochter Jeanneke samen met haar nicht Phil gaan werken in het café Oberbayern in het statiekwartier waar Rik’s zuster Marie werkte. Niet ver van de Oberbayern was het café "Het Spiegelpaleis" daar leerde Jeanneke ook haar toekomstige man kennen.

In 1952 huwde hun dochter en het jaar daarop kregen ze hun eerste kleinkind en in 1955 hun tweede. Het zou tot in 1959 duren eer ze een kleinkind hadden van hun zoon die de naam zou verderzetten. Af en toe in het weekend gingen Rik en Colette eens naar plaatsen in eigen land (Ardennen, zee) meestal met de trein want een auto hadden ze niet en de moto van Rik was te ongemakkelijk voor Colette. Vaak ging zijn zuster Marie mee die in 1953 weduwe geworden was. Op de middelste foto zien we hen met hun schoonzoon Pol en zuster Marie.
Rik Van Oosterwijck op Expo58

In 1956 stelden hun zoon Jos en dochter Jeanne voor een huis te kopen in de Duinstraat met de bedoeling het te verbouwen. Het huis was in slechte toestand en had veel geleden tijdens de oorlog, vermits Rik en zijn zoon beide metsers waren zou het niet zo moeilijk zijn om te verbouwen. Jos en Jeanne moesten echter een lening aangaan en vroegen aan hun ouders om borg te staan in ruil kregen zij dan het vruchtverbruik zolang de lening liep. Hun schoonmoeder Odette deed ook een bijdrage en leende 15.000 frank. Hun schoonzoon zou mee helpen aan de verbouwingen, maar hij was dikwijls lange tijd van huis als matroos op de lange omvaart en in 1959 besloot hij te gaan werken in een olieraffinaderij in Bahrein. Omdat volgens Rik niet alles van één kant moest komen weigerde hij verder mee te helpen bij de verbouwing. Odette vroeg daarop om haar geleende geld terug te betalen omdat haar zoon nu niet meer betrokken was in de verbouwing.


Expo 58 in Brussel

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er plannen om een nieuwe wereldtentoonstelling te organiseren, vooral ook vanwege het financiële succes van 1935. Door het uitbreken van de Koreaanse Oorlog liep de planning echter vertraging op en de regering verschoof de tentoonstelling naar 1958. Ze vond plaats van 17 april tot 19 oktober 1958 op de Heizel. Deze editie was de eerste van eerste categorie na de Tweede Wereldoorlog. Daardoor stond ze volledig in het teken van het geloof in vrijheid en vooruitgang, dat zo kenmerkend was voor de jaren vijftig en zestig. Meer dan 42 miljoen mensen bezochten de wereldtentoonstelling, die door koning Boudewijn werd geopend met een oproep tot vrede en sociale en economische vooruitgang.

De naoorlogse "Koude Oorlog" was ook voelbaar in de Expo want zowel Amerika als de USSR wedijverden met elkaar in hun paviljoenen, zo had de laatste een replica van de Spoetnik het eerste ruimtetuig in het midden van zijn paviljoen opgesteld. Naast de serieuze zaken was een van de drukst bezochte attracties zondermeer "Vrolijk België" een in hout en bordkarton opgetrokken namaakdorp met veel frieten, bier en cafés waar het de ganse dag feest was!

Tijdens de Expo werden heel wat nieuwe producten voorgesteld en enkele voedingsproducten hadden hun primeur. Zo bracht Côte d'Or een nieuw chocoladeproduct uit onder de naam "Dessert 58". Deze chocolade was gevuld met praline. Ook softijs leerde men in België tijdens de Expo 58 kennen. En een nog unieker ijsje kwam tevoorschijn in de vorm van drie kleuren en smaken, tussen twee wafeltjes. Met enige verbeelding stelden de drie kleuren de Belgische vlag voor (bruin, wit en roze voor het zwart, geel en rood). Televisie was hier nog nauwelijks gekend en het is eerst na de expo dat de TV een groter publiek vond.

De Expo58 was een ideale gelegenheid voor de familie om samen te bezoeken en voor de gelegenheid was de familie uit Amerika op bezoek.

Voor de oorlog was er weliswaar een betaalde vankantie van 1 week voor werknemers maar dat gold niet voor familiebedrijven zoals dat van Rik, later na de oorlog zou dat twee weken worden. Rik bracht in de "grote vakantie" Colette met de kleinkinderen naar Blankenberge. Rik keerde zelf terug naar Antwerpen waar hij bleef verder werken als zelfstandig aannemer-metser.

In 1958 reed Henri langs de gewone baan, autostrade bestond toen nog niet, van Blankenberge terug naar Antwerpen. Ter hoogte van Gent wachtte hij met zijn motor op een kruispunt toen een andere chauffeur hem niet zag en tegen zijn voorwiel reed. Rik werd daarbij weggeslingerd en had een zware schedelbreuk. Hij werd voor verzorging overgebracht naar een ziekenhuis in Gent. Omdat er bij zulke ongevallen een groot risico bestaat voor verder zwellen en druk op de hersenen werd de schedelpan van Rik gelicht en los erop gezet. Eerst enkele weken nadien werd het verband verwijderd en de schedelpan terug vastgezet, Rik verklaarde aan iedereen dat ze een "vod" tussen zijn schedel gestoken hadden. Na zijn zwaar motorongeval kon hij het zware werk niet meer aan en kon ook niet goed overweg met de moderne technieken. Zo weigerde hij tot op het laatst een "camionette" aan te kopen. Bovendien was hij al enkele jaren aan het sukkelen met de ogen. In 1960 ging hij op aandringen van zijn zoon met pensioen.

In 1964 vond hij Colette dood op de koer en het viel hem bijzonder zwaar alleen verder te gaan. De laatste jaren ging hij dagelijks een wandeling doen tot aan het "Statiekwartier" maar meer ook niet. Einde 1972 werd hij opgenomen in het instituut Bunge dat toen gekend was voor behandeling van hersenziektes waarschijnlijk had de zware schedelbreuk jaren geleden ernstiger letsels doen ontwikkelen. Rik zou niet meer uit de kliniek komen.
Hendrik Van Oosterwijck overleed op vrijdag, 16 februari 1973 in Antwerpen in de ouderdom van 765 en begraven op begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1897Antwerpen, Wilgenstraat 14
Woonde1904Antwerpen, Handelstraat 61
Woonde1920Antwerpen, Viaduct Dam
Woonde1923Antwerpen, Lange Zavelstraat 51
Woonde1928Antwerpen, Lange Zavelstraat 79

Familie

Coleta Josephina Diellewijns °. 14 Nov 1897, +. 14 Dec 1964
Huw BannDe huwelijksplannen van Hendrik Van Oosterwijck en Coleta Josephina Diellewijns werden aangekondigd op 10 februari 1923 in Antwerpen.3 
Huwelijk* Henri Van Oosterwijck huwde Colette Diellewijns, dochter van Gerardus Cornelius Diellewijns en Sophia Bauwens, op 24 februari 1923 in Antwerpen.4 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 7125 van 1896.
  2. [S208] PR Antwerpen, St Eligius D.
  3. [S735] Digitaal archief Gazet van Antwerpen, (http://archief.gva.be), GVA 18 december 1964, pagina 7.
  4. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 2488.
  5. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.

Coleta Josephina Diellewijns

V, #7, °. 14 november 1897, +. 14 december 1964
VaderGerardus Cornelius Diellewijns °. 9 Jun 1873, +. c 1911
MoederSophia Bauwens °. 16 Mei 1873, +. 28 Apr 1958
VerwantschapGrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
Stam Van Oosterwijck
Stam Diellewijns
ReferentieIII-7
Colette Diellewijns anno 1920
Colette Diellewijns met pels
Colette "moemoe" Diellewijns
Colette "moemoe" Diellewijns ca 1950
Colette Diellewijns anno 1960
Colette Diellewijns (kleurfoto)
     Coleta Josephina Diellewijns was ook gekend als Colette Diellewijns. Zij werd thuis geboren op zondag, 14 november 1897 in Antwerpen in de Burchtgracht 19. Aangifte op burgerlijke stand werd twee dagen later gedaan door de vader in aanwezigheid van Joannes Schoonvliet, 26 jaar, schipper, en Augustinus Willequet, 21 jaar, arbeider allen hier gehuisvest.1 Zij was de dochter van Gerardus Cornelius Diellewijns en Sophia Bauwens. Coleta Josephina Diellewijns werd gedoopt op 21 november 1897 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen, peter was Carolus Tillekaerts en meter was Coleta Diellewijns groottante.2

Coleta werd geboren als derde kind in een gezin van tien kinderen, vader werkte op een sleepboot eerst als "vuurstoker" later als machinist. Vader was ook zeer veel afwezig voor zijn werk op de sleepboten, haar moeder bestierde dan zo goed en kwaad als het kon het huishouden.

Marie (zittend eerste rij) en Colette (staand rechts van man met pet) Diellewijns voor een café, ca 1910

Na de afkoop van de Scheldetol in 1863 groeide Antwerpen tot de grootste stad van België en een havenstad van internationaal belang. In die haven waren o.a. veel arbeidskrachten nodig en kwamen ook vreemdelingen toe (Zweden, Denen, Duitsers, enz.) De woningmarkt volgde deze explosieve groei nauwelijks, resultaat was dat vele arbeidersgezinnen met gemiddeld negen tot twaalf personen woonden in een vaak veel te krap huis. Soms woonden meer dan een familie in hetzelfde huis, van daar komt de uitdrukking "kwartier te huur" omdat slechts een kwart van een huis gehuurd werd.

Colette en Marie's ouders woonden in de Burchtgracht omdat hun ouderlijke woonst in de Gevangenisstraat afgebroken werd met de rechttrekking van de Schelde die begon in 1875 en een enorme "volksverhuizing" teweegbracht.

Het "schipperskwartier" lag dicht bij de haven en meer aan de rand van de stad waar de betere burgerij woonde. In die tijd bestond radio en TV nog niet en waren de werkdagen lang. Het enige vertier waren de vele café's en af en toe een kermis. In een wijk waar ook vele vreemden kwamen (matrozen, schippers, enz.) kwamen er dan ook logementshuizen en prostitutie. De combinatie volksrijke buurt met vele café's leidde ook tot ruzies en vechtpartijen.

Colette en Marie woonden achtereenvolgens in de Burchtgracht (1897-1899), Jordaanskaai (1901), Koolkaai (1904), Spuistraat (1906-1908) en de Kleine Kraaiwijk (1910.)

Toen Coleta veertien jaar was kwam haar vader om bij het werk, hij was in Gent "tussen wal en schip" gevallen en verdronken, juist begonnen als zelfstandige met een kameraad was er een geschil om centen en had de familie het fincieel minder breed.

Colette ging werken als dienstmeid bij de familie Gerling waarvoor haar vader gewerkt had en waar haar oom Jef Berntson nog werkte.

In 1914 was Colette 17 jaar bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, vele armen en werklozen werden verplicht tewerkgesteld in Duitsland zo ook Colette.

Portret van Colette Diellewijns als kaartje gestuurd naar haar zuster Jeanne in 1919
In 1897 vroegen de chemicus Max Fremery en de ingenieur Johann Urban patent aan op hun methode om vezels uit in koperoxide-ammoniak opgeloste cellulose te vervaardigen. Zij experimenteerden in het geheim in het plaatsje Oberbruch, maar hun doel was om gloeidraden te ontwikkelen voor de gloeilampenfabricage. Zij bezaten namelijk een gloeilampenfabriek. Zij richtten daarom op 19 september 1899 de Vereinigte Glanzstoff-Fabriken AG op afgekort tot VGF of kortweg 'Glanzstoff' genaamd, met het hoofdkantoor in Wuppertal, terwijl de oudste fabrieken zich te Oberbruch bevonden. In 1902 sloten Fremery en Urban hun gloeilampenfabriek. De belangrijkste afnemer van de 'koperzijde' werd nu de borduurwerkindustrie in het Bergisches Land. Al snel erkenden Fremery en Urban het verdere potentieel van de kunstzijde. In 1911 verwierven ze het patent op viscose en maakten het productierijp. Vanaf toen bloeide de productie op van kunstzijde en aanverwante producten, zoals Perlon, Nylon, en Dralon. 3

Colette schreef achteraan een zelfportret aan haar zuster Jeanne:

27-10-1919 Oberlick
C Diellewijns
Glanstoffabrike
Oberluck Barak 4
bij dremmer
Duischland

Lieve Zuster Jaenne Ik koom u een paar wooten te schrijven en te vraagen hau gij tuis gekomen sijt, schrijft het eens Jaenne, hept gij al tuis geweest, vergeet niet te vraagen voor een pak opstesturen waant gij weet wel hou dat het ier is, als gij kunt geeft dan een broot gij hept het belooft en ik tenk wel dat gij het sult doen, meer weet ik niet te schrijven dan wat zegt gij van mijn potret
Veele kussen aan alle van uw zuster Colette
Antwoort

Aan Jaenne Diellewijns
Wipstraat N9
Antwerpen Belgie

Na het overlijden van haar vader was haar moeder met de kinderen gaan wonen "op den Dam" waar zij enkele huizen verder woonde de familie van Rik Van Oosterwijck. Beide moeten elkaar wel eens opgemerkt hebben en leerden elkaar beter kennen in een van de danszalen die toen populair waren. De onzekere jaren tijdens de oorlog en Rik die Duitsland mee "moest bezetten" stonden hun plannen om te trouwen echter in de weg. Tijdens Rik zijn verlof was het weerzien een mooie afwisseling voor die moeilijke jaren. Zij kregen een "voorkind" Jos geboren bij hun thuis Viaduct Dam 38 in Antwerpen.
De huwelijksplannen van Coleta Josephina Diellewijns en Hendrik Van Oosterwijck werden aangekondigd op 10 februari 1923 in Antwerpen.4
Colette Diellewijns huwde Henri Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Philomena Van Der Auwera, op 24 februari 1923 in Antwerpen.5 Coleta Josephina Diellewijns werd de meter op Philomena Coleta Tange's doop op 2 juli 1930 in Antwerpen.

Interbellum

Tijdens het interbellum gingen de zaken goed en was Antwerpen het toneel van enkele grote evenementen, in 1920 gingen de Olympische Zomerspelen 1920 door en daartoe werd het Olympisch Stadion gebouwd en de zwemwedstrijden gingen door in open lucht in de vest bij de Wezenberg. In 1930 ging de Wereldtentoonstelling door op het Kiel. In 1929 werd daartoe de Boerentoren gebouwd, één van de eerste wolkenkrabbers in Europa. Begin twintiger jaren was Rik's jongere broer Gust geëmigreerd naar Amerika.

De "Duinplak" ca 1939, rechts ziet men nog o.a. de gevel van het klooster waar tegenwoordig een bejaardentehuis is. Achteraan ziet men een verdwenen steegje.
Rik en Colette verhuisden naar de Lange Zavelstraat, waar men ter hoogte van de "Duinplak" een cremerie/eethuis "De Congo" had, langs een aparte ingang en een smalle gang kwam men aan vier "achterhuisjes" die verhuurd werden door de gekende visboer Coppens. Het "voorhuis" was de cremerie "De Congo" een ijsroombar waar men ook Brusselse wafels maakte. De "achterhuizen" waren eenvoudige arbeiderswoningen bestaande uit een gelijkvloers met daarboven een schuin pannendak uitgewerkt met een "Frans dak". Voor de vier achterhuizen was een grasperk en daarover nogmaals vier achterhuizen, men sprak van achterhuizen omdat ze niet direct op de straat uitgaven. in het eerste achterhuis woonden Rik en Colette en in het derde achterhuisje woonde Rik's zuster Marie Van Oosterwijck en in het laatste woonde “Stanske” die een stokoude papegaai had.

De voordeur op het gelijkvloers gaf direct toegang tot de woonkamer, aan de rechterkant stond een "Leuvense stoof" met aan beide zijden schouwkasten uit twee delen, bovenste deel stond op een marmeren plaat. In het midden stond de tafel boven een valluik waarlangs men in de kelder kon. Tegenover de stoof tegen de andere muur stond een canapé. Achter de woonkamer had men een tussenplaats waar nog een gasvuur stond en de tafel waaraan gegeten werd. Daarachter nog een deels overdekte koer waar ook het toilet was, op de koer stond nog een wasbak en een vuur waarop men het linnen in de "kookwas" deed, Colette roerde dan met een houten stok in de zinken ketel met kookwas en nadien werden lakens handmatig door de "mangel" gehaald. In de tussenplaats was een steile trap een beetje weggewerkt naar de zolderkamers die dienden als slaapkamers.

Het dagelijkse leven was in die periode hard, TV bestond nog niet en radio hadden Rik en Colette toen nog niet, een koelkast of diepvries evenmin. Etenswaren die snel bedorven werden ofwel opgelegd ofwel in de kelder bewaard waar het iets frisser was. Boter bijvoorbeeld werd gemend met zout om ze langer te kunnen bewaren. Eerst na de Tweede Wereldoorlogzou Colette de Weckpotten ontdekken om groenten te steriliseren. Verlichting gebeurde door gaslantaarns of kaarsen en verwarming door een kolenkachel type Leuvense stoof waar ook op gekookt werd.

Vrije tijd in zoverre men die had was op café gaan iets gaan drinken of gaan kaarten, in de Seefkoek was bijna op elke straathoek een café. In de zomer als de dagen wat langer waren nam bijna iedereen een stoel uit de keuken mee naar buiten en zat men bijeen bij de buren, een buur in de Duinstraat had een fonograaf met enkele 78 toeren grammofoonplaten zodat de ganse avond dezelfde platen gespeeld werden. Na de Eerste Wereldoorlog kwam ook de cinema op met “stomme film” begeleid door een pianist. In de Seefhoek had men ook verschillende danszalen. Sport deed Rik samen met zijn broer John bij de “Lutte” wat eigenlijk worstelen was maar met zeer beperkte regels. Toen in 1934 de Zesdagen van het wielrennen begon ging Rik ook elk jaar gaan kijken.

Begin 1932 was Colette onverwacht terug zwanger, immers in die tijd was er nog geen sprake van middelen voor geboortebeperking. Hun zoon van 11 ging naar de vakschool om te leren metsen als hij vroeg waarom zijn moeder zo een dikke buik had kreeg hij een lap om zijn oren omdat zulke vragen "niet gesteld" werden. Als het zover was dat zijn moeder moest bevallen kreeg Jos van zijn vader geld om naar de cinema te gaan en toen hij terugkwam had hij een zusje!

Colette "moemoe" Diellewijns ca 1937
Rik Van Oosterwijck en Colette Diellewijns aan hun achterhuis in de Zavelstraat
Tweede Wereldoorlog

Onaangekondigd viel het Duitse leger binnen op 10 mei 1940, de veldtocht van het Belgische leger zou slechts 18 dagen duren. Na de capitulatie begon de Duitse bezetting en was er een groot gebrek aan werk en allerlei levensmiddelen. Op 11 Mei 1940 verscheen in het Staatsblad dat brood, koffie, margarine, boter, reuzel, zetmeelwaren, zout, suiker, aardappelen, zeep en tafelolie "op de bon" waren. De rantsoeneringskaart en bijhorende zegels waren reeds tijdens de laatste mobilisatiefase uitgedeeld onder de bevolking. De rantsoenering zou voor België pas eindigen op oudejaarsavond van 1949.

Rik was bij het uitbreken van de oorlog te oud om opgeroepen te worden maar was de eerste oorlog met de "moffen" zeker nog niet vergeten. Rik en Colette speelden het op een of andere manier klaar om tijdens de bezetting niet teveel te kort te komen. Hun neef Eugene werkte bij de dokken en daar “viel wel eens iets tussen wal en schip” en op de zwarte markt was ook allerlei te krijgen. Er werd ook veel gesmokkeld men ging dan met de fiets tot in Hulst om boter en aardappelen te halen.

Op het einde van de oorlog kreeg Antwerpen het hard te verduren met de “vliegende bommen” die door de Duitsers gelanceerd werden met doel de Antwerpse haven te vernielen en zo de geallieerde opmars te stoppen of te vertragen. Colette haar zuster zou omkomen toen een V1 op de Teniersplaats terecht kwam, en haar neef Jean verloor zijn zwangere vrouw. Een tijd later zou er een V1 vallen op de gasfabriek aan de Scholierstraat in hartje Seefhoek waarbij alle ruiten van hun huis sprongen. Rik had toen Colette en de kinderen naar familie in Westmeerbeek gebracht omdat het in Antwerpen te gevaarlijk werd, hij zelf bleef verder werken om geld in het laadje te brengen. Hun zoon Jos was verplicht tewerkgesteld in Duitsland en kon maar af en toe in verlof naar Antwerpen komen.

Moemoe zoals zij door ons werd genoemd was de bindende kracht in de familie: iedereen was er welkom en zij ging ook bij iedereen. Zij verzamelde ook zoveel mogelijk foto's van de hele familie, vele van deze foto's werden gebruikt om deze tak van de familiegeschiedenis te stofferen. Bij haar thuis kon iedereen die op bezoek kwam steeds een bord soep krijgen.

Familie Van Oosterwijck op boot, Rik en Colette aan land en Jeanneke op dek
Rik en Colette in Ardennen met schoonzoon Pol en Marie Rik's zuster
Colette Diellewijns "de moe" aan zee in Blankenberge ca 1958
Na de Tweede Wereldoorlog

Na de oorlog kwam het gewone leven langzamerhand terug. In de Seefhoek en bij uitbreiding in gans Antwerpen was veel schade door de "vliegende bommen". Rik als aannemer-metser had samen met zijn zoon Jos voor jaren werk aan herstellingen. In 1946 nam hun dochter Jeanneke deel aan het "Feest van de vrijzinnige jeugd" in Antwerpen, voor die tijd was dat niet zo evident want de meeste mensen lieten hun kinderen dopen. Rik was volgens eigen zeggen "vrijmetselaar" maar bedoelde waarschijnlijk dat hij vrijzinnig was, Colette was niet echt vrijzinnig maar ook niet diepgelovig als ze ergens een kapelletje tegenkwam ging ze steeds een kaarsje branden, je wist nooit waarvoor het goed was.

Rik en Colette hun zoon Jos had in zijn vrije tijd een boot gebouwd die in de jachthaven op het Antwerpse linkeroever lag. In de weekends gingen zij met hun nog jonge dochter naar de boot van hun zoon. In 1949 huwde hun zoon Jos met Mariette die hij al van voor de oorlog kende maar hun huwelijk werd telkens uitgesteld door omstandigheden. Begin vijftigerjaren was hun dochter Jeanneke samen met haar nicht Phil gaan werken in het café Oberbayern in het statiekwartier waar Rik’s zuster Marie werkte. Niet ver van de Oberbayern was het café "Het Spiegelpaleis" daar leerde Jeanneke ook haar toekomstige man kennen.

In 1952 huwde hun dochter en het jaar daarop kregen ze hun eerste kleinkind en in 1955 hun tweede. Het zou tot in 1959 duren eer ze een kleinkind hadden van hun zoon die de naam zou verderzetten. Af en toe in het weekend gingen Rik en Colette eens naar plaatsen in eigen land (Ardennen, zee) meestal met de trein want een auto hadden ze niet en de moto van Rik was te ongemakkelijk voor Colette. Vaak ging zijn zuster Marie mee die in 1953 weduwe geworden was. Op de middelste foto zien we hen met hun schoonzoon Pol en zuster Marie.

In 1956 stelden hun zoon Jos en dochter Jeanne voor een huis te kopen in de Duinstraat met de bedoeling het te verbouwen. Het huis was in slechte toestand en had veel geleden tijdens de oorlog, vermits Rik en zijn zoon beide metsers waren zou het niet zo moeilijk zijn om te verbouwen. Jos en Jeanne moesten echter een lening aangaan en vroegen aan hun ouders om borg te staan in ruil kregen zij dan het vruchtverbruik zolang de lening liep. Hun schoonmoeder Odette deed ook een bijdrage en leende 15.000 frank. Hun schoonzoon zou mee helpen aan de verbouwingen, maar hij was dikwijls lange tijd van huis als matroos op de lange omvaart en in 1959 besloot hij te gaan werken in een olieraffinaderij in Bahrein. Omdat volgens Rik niet alles van één kant moest komen weigerde hij verder mee te helpen bij de verbouwing. Odette vroeg daarop om haar geleende geld terug te betalen omdat haar zoon nu niet meer betrokken was in de verbouwing.

Graf van Colette Diellewijns op de begraafplaats "Schoonselhof" in Antwerpen
Omdat hun schoonzoon altijd afwezig was voor werk in het buitenland en hun dochter terug werkte voornamelijk laat in de avond en dan 's anderendaags langer bleef slapen, zorgde Colette voor de kleinkinderen. Colette zorgde voor het ontbijt en bracht de kinderen naar school.

In 1958 had haar man een ongeval met de moto nadat hij haar met de kleinkinderen naar de zee gebracht had, Rik had een schedelbreuk en kon nadien het zware werk niet meer aan. Op aandringen van Jos ging Rik uiteindelijk in 1961 met pensioen. Datzelfde jaar zou haar schoonzoon Pol emigreren naar Canada en als hij ginder goed zou verdienen kon zijn gezin later ook emigreren, realiteit was echter dat hun dochter Jeanne het niet zag zitten om te emigreren. Sommige bronnen zeggen dat Colette zelfs geld gegeven haaft aan haar schoonzoon om te verdwijnen uit het leven van hun dochter. Na de emigratie van haar schoonzoon en pensionering van Rik kwam de rust terug in haar leven.

Verschillende jaren had Colette last van "angine de poitrine" en in die tijd zat er niets anders op dan een "pilleke" onder de tong te steken om de pijn te verlichten.
Colette Diellewijns overleed aan een infarct op maandag, 14 december 1964thuis in de Lange Zavelstraat 79/1 in Antwerpen in de ouderdom van 67.6,7 Zij werd begraven op 17 december 1964 op de begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen.8

Woonplaats en tellingen

Woonde1901Antwerpen, Jordaanskaai 12 (geboorte Jozef)
Woonde1904Antwerpen, Koolkaai 3 (geboorte Henricus)
Woondetussen 1906 en 1908Antwerpen, Spuistraat 11 (geboorte Emma 1906 en Anna 1908)
Woonde1910Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 2 (geboorte van het laatste kind Anna Rosalia)

Woonde1920Antwerpen, Viaduct Dam 38
Woonde1923Antwerpen, Lange Zavelstraat 51
Woonde1928Antwerpen, Lange Zavelstraat 79

Familie

Hendrik Van Oosterwijck °. 28 Nov 1896, +. 16 Feb 1973
Huw BannDe huwelijksplannen van Coleta Josephina Diellewijns en Hendrik Van Oosterwijck werden aangekondigd op 10 februari 1923 in Antwerpen.4 
Huwelijk*
Colette Diellewijns huwde Henri Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Philomena Van Der Auwera, op 24 februari 1923 in Antwerpen.5 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 6909 van 1897.
  2. [S7] PR Antwerpen, St Paulus D.
  3. [S664] Wikipedia, online (https://nl.wikipedia.org).
  4. [S735] Digitaal archief Gazet van Antwerpen, (http://archief.gva.be), GVA 18 december 1964, pagina 7.
  5. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 2488.
  6. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.
  7. [S735] Digitaal archief Gazet van Antwerpen, (http://archief.gva.be), GVA 18 december 1964, pagina 11.
  8. [S393] Persoonlijk archief Harry Goegebeur, RB + Coleta Diellewijns, gedrukt door begrafenisondernemer L. De Smedt, Steenbergstraat 32, Antwerpen.

Jerome Victor Emmanuel Goegebeur

M, #8, °. 27 juli 1866, +. 11 maart 1899
VaderLeopold Goegebeur °. 15 Jan 1823, +. 31 Maa 1895
MoederMaria Ludovica Giraldo °. 25 Apr 1828, +. 11 Dec 1910
VerwantschappenOvergrootvader van Harry Goegebeur
5-achterkleinzoon van Hilarius Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Giraldo
ReferentieIV-8
     Jerome Victor Emmanuel Goegebeur was ook gekend als Jerome Goegebeur. Hij werd geboren op vrijdag, 27 juli 1866 thuis in de Noordstraat 46 in Brugge, aangifte op de burgerlijke stand gebeurde in aanwezigheid van August Giraldo, 30 jaar schoenmaker eerste neef en Joseph Pollet, 34 jaar treinoverste.1 Hij was de zoon van Leopold Goegebeur en Maria Ludovica Giraldo. Jerome Victor Emmanuel Goegebeur werd gedoopt na juli 1866 in Brugge. Hij was getuige bij het huwelijk van Josephus Leopoldus Goegebeur en Mathilde Francisca Van Belleghem op 31 mei 1887 in Brugge.2 Jerome Goegebeur huwde Eugenia Vanhullebusch, dochter van Leonardus Van Hullebusch en Maria Ludovica Vandycke, op 3 februari 1891 in Oostende. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Goegebeur, 38 jaar, aannemer van openbare werken, Josephus Goegebeur, 29 jaar, brouwersgast, beide wonend te Brugge, broers van de bruidegom, Theophilus Herregods, 27 jaar, treinwachter, zwager bruid, en Carolus Vandekynderen, 34 jaar, winkelier, neef bruid, beide alhier wonende.3 Jerome Victor Emmanuel Goegebeur was in 1893 bediende (bij geboorte Romain) in Brugge. Hij was in 1895 koffiehuis uitbater (herbergier) in de Vandersweepplaats 1 in Oostende.

Bron Heemkundige kring "De Plate" Oostende www.deplate.be

Er wordt al eens gezegd een foto zegt meer dan duizend woorden, dat is bij deze opname zeker het geval. Op de voorgrond de Kapellebrug tussen links, het eerste handelsdok en rechts het tweede handelsdok. Op de achtergrond links, het politiecommissariaat en de huizenrij in Vlaamse neorenaissance stijl, in de wijk Hazegras langs de Vandersweepplaats.

De wijk ’t Hazegras werd opgericht nadat Oostende geschrapt was als militair bolwerk en de vestingen gesloopt werden in 1865. In de wijk huisden talrijke herbergen waar militairen uit de kazerne Generaal Mahieu vertier kwamen zoeken. De meisjes van plezier zorgden er ook voor de nodige ontspanning. Er waren ook “deftige” estaminets zoals “De koophandel” en “In ’t Vuurschip” midden op de foto gelegen langs de Keizerskaai en de achterkant langs de Vandersweepplaats. In deze “deftige” zaken kwamen werklieden en bedienden van de spoorwegen, “porteurs” en treinreizigers iets drinken. Maar de wijk had ook enkele danszalen die druk bezocht werden, ook door mensen van de stad waarmee bedoeld werd de Oostendenaren die de Kapellebrug moesten oversteken om op ’t Hazegras te komen. Een van de oudste danszalen stond in de Oesterbankstraat waar jonge vissers dansend op klompen verbroederden met de jonge rekruten uit de kazerne.

Rechts, toren en detail van het spoorwegstation. Door het inleggen van de internationale treinen, die aansloten op de bootverbinding naar Engeland, en de bloei als internationale badplaats, werd Oostende een draaischijf van het internationale verkeer. Niet alleen van passagiers doch ook het postvervoer nam gestadig toe. Het tweede spoorwegstation (Oostende-Stad) werd in 1882 plechtig ingehuldigd en was dus op de foto nog relatief “jong”. Alhoewel het station ontworpen was als kopstation liepen twee sporen helemaal doorheen het station, om de verbinding met het zee station te behouden.

Op de achtergrond rechts zien we een glimp van de toren van de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangen kerk in de parochie ‘t Hazegras. Ook deze kerk was nog relatief jong, gebouwd van 1862-1864, in 1996 werd ze afgebroken in het kader van de herstructurering van de wijk en vervangen door een nieuwe kerk. Deze opname illustreert hoe families van onze voorouders eerder toevallig bij elkaar zijn gekomen.

De familie Ryckewaert-Decoster waren gedurende verscheidene generaties binnenschippers. De mannen lagen met hun “Bijlanders” in het eerste handelsdok terwijl de vrouwen thuis op het vasteland hun kinderen grootbrachten en soms een herberg of logement huis open hielden. De familie Ryckewaert had zijn thuishaven in Oostende en al de kinderen werden gedoopt in de parochie op ’t Hazegras.

De familie Goegebeur-Vanhullebusch kwamen oorspronkelijk uit Brugge waar de vader van Jerome koolweger van beroep was. Het is niet onwaarschijnlijk dat zijn vader kolen leverde aan de spoormaatschappij. De familie zal enkele generaties met de spoorwegen verbonden blijven.

Jerome Bruggeling van geboorte vond werk in Oostende bij de spoorwegen die volop in ontwikkeling waren. In 1838, drie jaar na de eerste lijn tussen Brussel en Mechelen, kwam de verbinding Brugge-Oostende tot stand. Hoe het ook verging, Jerome werkte eerst als bediende bij de spoorwegen. In 1891 huwde hij de weduwe Eugenia Vanhullebusch die mogelijk al een café uitbaatte op ’t Hazegras. Bij de geboorte van hun tweede zoon Michael baatten Jerome en Eugenia een koffiehuis of herberg uit aan het stationsplein. Zijn zoon en stiefzoon waren kelners in de herberg.

In 1896 verliest hij zijn eerste driejarig zoontje Romain en drie jaar later overleed hij zelf op jonge leeftijd op zaterdag, 11 maart 1899 in Oostende in de ouderdom van 32. Aangifte op de burgerlijke stand gebeurde door Josephus Goegebeur, 38 jaar, kramer, broer, en Oscar Pollet, 32 jaar, herbergier, beide wonend in Oostende.4,5

Woonplaats en tellingen

Woonde1877Brugge, West-Vlaanderen
Woonde1895Oostende, West-Vlaanderen, Vandersweepplaats 1

Familie

Eugenia Vanhullebusch °. 7 Maa 1851, +. 30 Aug 1927
Huwelijk*Jerome Goegebeur huwde Eugenia Vanhullebusch, dochter van Leonardus Van Hullebusch en Maria Ludovica Vandycke, op 3 februari 1891 in Oostende. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Goegebeur, 38 jaar, aannemer van openbare werken, Josephus Goegebeur, 29 jaar, brouwersgast, beide wonend te Brugge, broers van de bruidegom, Theophilus Herregods, 27 jaar, treinwachter, zwager bruid, en Carolus Vandekynderen, 34 jaar, winkelier, neef bruid, beide alhier wonende.3 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S1] RA Brugge, BS Brugge, geboorten :Akte 855 van 28 juli 1866.
  2. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte 112 van 31 mei 1887.
  3. [S135] BS Oostende, Huwelijken :akte 17 van 1891.
  4. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 155 van 1899.
  5. [S749] Overlijdensberichten, Le Carillon Oostende, pagina 2.

Eugenia Vanhullebusch

V, #9, °. 7 maart 1851, +. 30 augustus 1927
VaderLeonardus Van Hullebusch °. 3 Apr 1825, +. 22 Jan 1859
MoederMaria Ludovica Vandycke °. 1 Jul 1827, +. 24 Nov 1902
VerwantschapOvergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Giraldo
ReferentieIV-9
     Eugenia Vanhullebusch werd geboren thuis om 23 uur op vrijdag, 7 maart 1851 in Bekegem, West-Vlaanderen, getuigen bij aangifte op de burgerlijke stand waren Joannes Sorreyn, 46 jaar veldwachter en Henri Pattyn, 66 jaar koster.1 Zij was de dochter van Leonardus Van Hullebusch en Maria Ludovica Vandycke. Eugenia Vanhullebusch werd gedoopt in maart 1851 in Bekegem. Zij huwde Julianus Antonius Vandecasteele op 6 augustus 1878 in Oostende.2 Eugenia Vanhullebusch was in 1890 huisvrouw in Oostende. Zij was in 1891 herbergierster in Oostende. Zij huwde Jerome Goegebeur, zoon van Leopold Goegebeur en Maria Ludovica Giraldo, op 3 februari 1891 in Oostende. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Goegebeur, 38 jaar, aannemer van openbare werken, Josephus Goegebeur, 29 jaar, brouwersgast, beide wonend te Brugge, broers van de bruidegom, Theophilus Herregods, 27 jaar, treinwachter, zwager bruid, en Carolus Vandekynderen, 34 jaar, winkelier, neef bruid, beide alhier wonende.3 Eugenia Vanhullebusch werd de meter op Irma Maria Goegebeur's doop op 20 augustus 1921 in Oostende. Eugenia Vanhullebusch overleed thuis op dinsdag, 30 augustus 1927 in Oostende in de ouderdom van 76. De aangifte op de burgerlijke stand gebeurde door Michel Goegebeur, 32 jaar zoon kelner en Julius Vandecasteele, 42 jaar zoon kelner, zij was overleden in haar woonhuis Fregatstraat 11.4

Woonplaats en tellingen

Woonde1895Oostende, West-Vlaanderen, Vandersweepplaats 1
Woonde1927Oostende, West-Vlaanderen, Fregatstraat 11

Familie 1

Julianus Antonius Vandecasteele °. 3 Jun 1854, +. 16 Nov 1888
HuwelijkEugenia Vanhullebusch huwde Julianus Antonius Vandecasteele op 6 augustus 1878 in Oostende.2 
Kinderen

Familie 2

Jerome Victor Emmanuel Goegebeur °. 27 Jul 1866, +. 11 Maa 1899
Huwelijk*Eugenia Vanhullebusch huwde Jerome Goegebeur, zoon van Leopold Goegebeur en Maria Ludovica Giraldo, op 3 februari 1891 in Oostende. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Goegebeur, 38 jaar, aannemer van openbare werken, Josephus Goegebeur, 29 jaar, brouwersgast, beide wonend te Brugge, broers van de bruidegom, Theophilus Herregods, 27 jaar, treinwachter, zwager bruid, en Carolus Vandekynderen, 34 jaar, winkelier, neef bruid, beide alhier wonende.3 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S9] RA Brugge, BS Bekegem, geboorten :akte 14 van 7 maart 1851.
  2. [S135] BS Oostende, Huwelijken :akte 100 van 1878.
  3. [S135] BS Oostende, Huwelijken :akte 17 van 1891.
  4. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 103 van 1927.

Joannes Baptista Ryckewaert

M, #10, °. 5 juni 1867, +. 17 januari 1951
VaderJoannes Ludovicus Ryckewaert °. 27 Dec 1826, +. 30 Aug 1874
MoederAmelia Sophia Bogaert °. 27 Jan 1830, +. 20 Maa 1901
VerwantschapOvergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
ReferentieIV-10
Jan Ryckewaert anno 1921 bij huwelijk zoon Henri
Jan Ryckewaert ca 1935
Jan Ryckewaert ca 1940
     Joannes Baptista Ryckewaert was ook gekend als Jan Ryckewaert. Hij werd geboren op woensdag, 5 juni 1867 op het schip van zijn vader dat gemeerd lag aan de Bijlokekaai in Gent. Aangifte op de burgerlijke stand gebeurde door de vader en getuigen waren Joannes Lams 40 jaar en Franciscus Rijckewaert 58 jaar beide schippers en wonend te Brugge.1 Hij was de zoon van Joannes Ludovicus Ryckewaert en Amelia Sophia Bogaert. Joannes Baptista Ryckewaert werd gedoopt in juni 1867 in Gent.

Hij was in 1889 schippersknecht wanneer hij trouwde met Emma in Oostende. Hij huwde Emma Decoster, dochter van Theodorus De Coster en Mathilda Carolina Verstraete, op 4 december 1889 in Oostende, getuigen op de burgerlijke stand waren Jacobsen Benedictus 35 jaar schoenmaker kozijn echtgenote, Gust Decoster 22 jaar trambediende broer bruid, Petrus Jonckheere 28 jaar bakker en Desiderius Rijckewaert 60 jaar schipper oom bruid alle wonende te Oostende. Emma en Jan huwden zonder huwelijkscontract. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Kerk op 't Hazagras getuigen waren Desiderius Rijckewaert en Gustavo Decoster.

Emma's zuster Mathilde huwde met Frederic een broer van Jan.2

De broers Jan en Frederic Anatol huwden beide een dochter uit een andere schippersfamilie Emma en Mathilda en woonden op hun schip de Bijlander 'Justine Marie' dat zijn thuishaven had in Oostende in het 1ste Koophandel dok. In 1896 overleed Frederic’s eerste dochter op de Bijlander “Cesar” mogelijk was dat het schip van hun ouders of schoonouders.

Bijlander

Scheepstype uit de groep der Walen sterk gelijkend een ‘Bak’ een naam die de schippers ook dikwijls vernoemden. Ze zijn soms kleiner dan de Waal(bak), maar wel zwaarder gebouwd met een laadvermogen tussen de 160 en 280 ton. De waal is een opvallend bakvormig schip met ronde luiken en voor zijn lengte een groot laadvermogen, het werd vooral gebouwd op werven langs de Bovenschelde (ter hoogte van Doornik). De afmetingen waren zo dat de schepen in de Freycinetsluizen pasten. Karakteristiek waren de massieve boeghouten.
De naam bijlander komt van Billander, dat waarschijnlijk een verbastering van resp. Binlander, Binnenlander, Binnenlandvaarder is. Bélandre is de Franse, Bylander de Engelse term. Binlanders worden al in 1500 genoemd, maar het is waarschijnlijk dat de schepen in de loop der eeuwen de nodige veranderingen hebben ondergaan. Bij een diepgang van 1,80m konden de baquets om en bij de 70 ton laden, meestal kolen of graan. De baquets bleken ongeladen behoorlijk onstabiel, en voeren vaak twee aan twee. Naar het schijnt werd de term Bijlander ook gebruikt voor bepaalde types van zeegaande schepen die op een Pleit geleken.
Gezien de vele lage bruggen en soms tunnels op de kanalen hadden de baquets nauwelijks of geen bovenbouw. De woonruimte bevond zich in het achteronder en mat niet meer dan 2,5 op 2m. Rechtop staan was er niet altijd mogelijk. Een efficiënte inrichting van dit vertrek was dus een vereiste. Naast de schouw en de kastjes langs de wanden was er nog een (wegneembare) trap, een kachel (midden tegen de achterwand in een schouwgarnituur) en een kleine slaapkooi voor twee personen. Lucht en licht drongen enkel binnen door een hemellicht en door de gewoonlijk openstaande toegangskap. Koken en eten gebeurden meestal bovendeks, waar in het tabernakel een klein kookvuurtje stond. Dikwijls was het kleine vooronder nog in gebruik als slaapvertrek voor de schipperskinderen. Ook in het ruim en aan wal werd geslapen.
Deze walenschepen werden eertijds gejaagd. Dat kon gebeuren door georganiseerde trekdiensten, maar sommige schippers hadden hun eigen paard(en). Voor de trekdieren was dan midscheeps een stal voorzien, die in het ruim hing. Wanneer later het slepen mechanisch gebeurde werden de paarden overbodig vormde men deze middenroef vaak om tot woonruimte. Een welkome aanvulling op de beperkte leefruimte in het achteronder. Andere bronnen en oude foto’s wijzen er echter op dat de woning met de slaapplaatsen steeds midscheeps was, met een naastgelegen stal. Het achteronder was dan de slaapplaats voor de kinderen of voor de matroos.

In tegenstelling tot Jan’s en Frederic's schoonouders zagen de meeste van hun kinderen het levenslicht in hun thuisbasis Oostende en werden gedoopt in de kerk “Op ’t Hazegras”. Jan en Emma kregen 11 kinderen waarvan er 2 jong overleden. Frederic Anatol en Mathilde kregen 6 kinderen waarvan er slechts 1 “oud” werd, bovendien overleed Mathilde enkele dagen na de bevalling van haar laatste dochter Fernanda.
Joannes Baptista Ryckewaert was getuige bij het huwelijk van Fredericus Anatol Ryckewaert en Mathilda Decoster op 23 mei 1896 in Oostende.3 Joannes Baptista Ryckewaert gaf Joannes Franciscus Ryckewaert's overlijden aan op 6 november 1896 in Oostende, West-Vlaanderen.4 Joannes Baptista Ryckewaert was getuige bij de aangifte van het overlijden van Mathildis De Coster op 30 november 1896 in Oostende, West-Vlaanderen.5 Joannes Baptista Ryckewaert gaf Adriana Jeannette Charlotte Ryckewaert's overlijden aan op 30 december 1896 in Oostende, West-Vlaanderen.6 Joannes Baptista Ryckewaert was getuige bij de aangifte van het overlijden van n.n. De Coster op 31 augustus 1899 in Oostende, West-Vlaanderen.7 Joannes Baptista Ryckewaert gaf Amelia Sophia Bogaert's overlijden aan op 20 maart 1901 in Oostende, West-Vlaanderen.8 Joannes Baptista Ryckewaert was getuige bij de aangifte van het overlijden van Gustavus Alphonsus De Coster op 31 januari 1908 in Oostende, West-Vlaanderen.9

Op 11 maart 1914 om 8 uur ’s avonds, is August Moeyaert in het bassin gesprongen en verdronken. Hij woonde op het Hazegras was 35 jaar oud en bassinwerker. Hij weigerde de boei, die hem toegeworpen werd, vast te grijpen, stak zijn handen omhoog en liet zich zinken. Moeyaert was gehuwd. Jan Ryckewaert heeft zijn lijk opgehaald.
(Bron: Socialistisch Dagblad van 12 maart 1914, pagina 2.)

Op 4 augustus 1914 was het Duitse leger België binnengevallen ondanks de neutraliteit van België. De opmars werd wel wat vertraagd maar het Belgische leger was echter niet opgewassen tegen de overmacht en einde september volgde het beleg van Antwerpen met op 10 oktober de overgave. Ondertussen hadden de Duitsers vele oorlogsmisdaden begaan in plaatsen als Wezet, Hermée, Andenne en steden als Sint-Truiden, Leuven, Aarschot, Zemst platgelegd. Bij het vernemen van die gruweldaden en het naderen van de Duitsers kwam er een ware volksverhuizing op gang, meer dan een miljoen Belgen zou naar Nederland vluchten.

Ook in Oostende omdat het nog niet bezet was, kwamen van overal mensen om te vluchten naar Engeland. Op 15 oktober was Oostende ook bezet, de bewoners mochten niet meer vrij wandelen op de dijk, eigendommen werden ingenomen en iedereen op rantsoen geplaatst. In Oostende en andere kuststeden had men het zien aankomen en werden de weken daarvoor de nodige voorbereidingen genomen om vluchtelingen op te vangen en te evacueren. Zowat alle vaartuigen die zeewaardig waren werden gebruikt om de vluchtelingen naar Engeland te brengen. De kleinere zeilboten en sloepen, die geen militair belang hadden, waren over de Britse havens verspreid. De grotere stoomtrailers opereerden vanuit kleinere havens zoals Lowestoft, Fleedwood en Milford Haven. De Belgische kolonie te Milford Haven bestond in 1915 uit 169 families, tellend in totaal ongeveer 1.500 personen. Daaronder waren er 256 zeevarenden en ca. 50 arbeiders in het visserijbedrijf. Er waren 192 kinderen die school liepen in 2 Belgische en in verscheidene andere Engelse scholen.

Het Zeewezen te Londen had van de Britse autoriteiten kunnen verkrijgen dat de Belgische vissersboten de visserij verder zouden mogen bedrijven van uit de haven van Lowestoft, vooral voor de zeilsloepen, en van uit Milford Haven - en in mindere mate uit Swansea en Fleetwood - voor de stoomtreilers. Andere Belgische vissers mochten zich aanmonsteren aan boord van Engelse vissersvaartuigen.

De familie Jan en Emma Ryckewaert – Decoster waren binnenschippers en hun “Bijlanders” waren niet zeewaardig. Jan is in Oostende gebleven maar zijn vrouw met drie van zijn kinderen, Jeanne, Albertina en Henri, vluchtten met een vissersboot naar Milford Haven. Zijn dochter Mathilde was reeds gehuwd voor de oorlog uitbrak en vluchtte niet mee. Waarom zijn andere kinderen niet mee vluchtten is voorlopig een raadsel.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Floris Prims door Mgr. De Wachter ingezet als aalmoezenier van de Belgische vluchtelingen in Engeland. Hj richte een hulporganisatie op voor de Belgische vluchtelingen en gaf het weekblad “De Stem uit België” uit. In dit weekblad konden vluchtelingen in Engeland annonces plaatsen om in contact te blijven met hun achtergebleven familie.

Via het weekblad "De Stem uit België" weet Jan dat Emma en de kinderen via Milford Haven in Wales tot in Pelsall in Staffordshire geraakt zijn waar zijn dochters tewerkgesteld zijn bij “Lord Bagot’s house” Blithfield Hall bij Stafford.
Een jaar later zijn Emma en zijn kinderen al in Schotland toegekomen waar zij verblijven in Rutherglen bij Glasgow. Jean en Albertina werken daar als meid bij een vrouwelijke dokter, Dr. Stewart in het Burnside district van Glasgow.10,11
Joannes Baptista Ryckewaert was in 1920 werkman in Oostende. Hij was in 1926 meestergast dokwerker in Oostende. Hij werd in Oostende op 26 december 1929 van Emma Decoster wettelijk gescheiden, krachtens bepaalde afspraak.
Groepsfoto van familie Ryckewaert thuis in de Oesterbankstraat in Oostende
Foto door : Picasa 2.6

Bij een of andere familiale gelegenheid werd een groepsfoto gemaakt thuis in de Oesterbankstraat in Oostende. Van links naar rechts zien we Maria Le Roi de vrouw waarmee Jan "pepe" Ryckewaert zijn laatste jaren mee samenleefde, nonkel Harry Ryckewaert, daarnaast een voorlopig onbekende die de zeer geliefde hond "Teddy" vasthoudt, gevolgd door nonkel Paul en drie voorlopig onbekende dames, tenslotte nonkel Frans met zijn vrouw Laura Billiaert.


Jerome Goegebeur een van zijn kleinkinderen herinnert zich zijn grootvader als een doodbrave man die in de zomer met een prachtig ijsroom wagentje rondging.
Gedurende zijn laatste levensjaren werkte hij als kruier in het station van Oostende en vertelde fantastische verhalen aan de koetsiers, vandaar zijn bijnaam Jan "de leugenaar."

Joannes Baptista Ryckewaert overleed op woensdag, 17 januari 1951 in Oostende, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 83.12

Woonplaats en tellingen

Woonde1889Oostende, West-Vlaanderen, Port Francstraat 13
Woonde1900Oostende, West-Vlaanderen, Lijndraaiersstraat
Woonde1913Oostende, West-Vlaanderen, Oesterbankstraat 7
Woonde1926Oostende, West-Vlaanderen, Torhoutsesteenweg 211

Familie

Emma Decoster °. 17 Nov 1870, +. 11 Okt 1941
Huwelijk*Jan Ryckewaert huwde Emma Decoster, dochter van Theodorus De Coster en Mathilda Carolina Verstraete, op 4 december 1889 in Oostende, getuigen op de burgerlijke stand waren Jacobsen Benedictus 35 jaar schoenmaker kozijn echtgenote, Gust Decoster 22 jaar trambediende broer bruid, Petrus Jonckheere 28 jaar bakker en Desiderius Rijckewaert 60 jaar schipper oom bruid alle wonende te Oostende. Emma en Jan huwden zonder huwelijkscontract. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Kerk op 't Hazagras getuigen waren Desiderius Rijckewaert en Gustavo Decoster.

Emma's zuster Mathilde huwde met Frederic een broer van Jan.2
 
Scheiding* Jan Ryckewaert werd in Oostende op 26 december 1929 van Emma Decoster wettelijk gescheiden, krachtens bepaalde afspraak. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S33] BS Gent, BS Gent, geboorten :akte 1750 van 1867.
  2. [S135] BS Oostende, Huwelijken :akte 183 van 1889.
  3. [S135] BS Oostende, Huwelijken :Akte 98 van 23 mei 1896.
  4. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 658.
  5. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 703 van 30 november 1896.
  6. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 787 van 30 december 1896.
  7. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 645 van 31 augustus 1899.
  8. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 212 van 20 maart 1901.
  9. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 79 van 31 januari 1908.
  10. [S736] Weekblad De Stem uit België, editie: 22 januari 1915 en 12 maart 1915.
  11. [S720] Paul Coli, (Olney, UK) e-mail aan Harry Goegebeur, februari 2020.
  12. [S136] BS Oostende, Overlijdens :.

Emma Decoster

V, #11, °. 17 november 1870, +. 11 oktober 1941
VaderTheodorus De Coster °. 1 Apr 1838, +. 27 Feb 1909
MoederMathilda Carolina Verstraete °. 2 Mei 1848, +. n 1893
VerwantschapOvergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
ReferentieIV-11
Emma Decoster ca 1921 huwelijk Henri
Emma Decoster
     Emma Decoster werd geboren op donderdag, 17 november 1870 in Vendhuille, Frankrijk. Getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Lucien Rifaut 34 jaar schipper wonend in Condé en Alfred Decarnelle 26 jaar patissier in Vendhuile.1 Zij was de dochter van Theodorus De Coster en Mathilda Carolina Verstraete.

Geboren op schip van haar vader dat toen gemeerd lag op het kanaal van St. Quentin, te Vendhuile in Frankrijk. Op het kanaal is een tunnel waar schepen met een ketting doorgetrokken worden omdat er geen verluchting mogelijk is van rookgassen. Voor de opkomst van stoommachine en motoren werden de schepen erdoor getrokken met paarden. De doortocht duurde zo een 12 tot 14 uur, de volgende schepen moesten toen wachten. Tijdens het wachten werd Emma geboren en in Vendhuile aangegeven op de burgerlijke stand. Vendhuile ligt in het kanton Chatelet, arr. St. Quentin departement de l'Aisne.

Emma Decoster was in 1889 werkmeid in Oostende. Zij huwde Jan Ryckewaert, zoon van Joannes Ludovicus Ryckewaert en Amelia Sophia Bogaert, op 4 december 1889 in Oostende, getuigen op de burgerlijke stand waren Jacobsen Benedictus 35 jaar schoenmaker kozijn echtgenote, Gust Decoster 22 jaar trambediende broer bruid, Petrus Jonckheere 28 jaar bakker en Desiderius Rijckewaert 60 jaar schipper oom bruid alle wonende te Oostende. Emma en Jan huwden zonder huwelijkscontract. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Kerk op 't Hazagras getuigen waren Desiderius Rijckewaert en Gustavo Decoster.

Emma's zuster Mathilde huwde met Frederic een broer van Jan.2

De broers Jan en Frederic Anatol huwden beide een dochter uit een andere schippersfamilie Emma en Mathilda en woonden op hun schip de Bijlander 'Justine Marie' dat zijn thuishaven had in Oostende in het 1ste Koophandel dok. In 1896 overleed Frederic’s eerste dochter op de Bijlander “Cesar” mogelijk was dat het schip van hun ouders of schoonouders.

Bijlander

Scheepstype uit de groep der Walen sterk gelijkend een ‘Bak’ een naam die de schippers ook dikwijls vernoemden. Ze zijn soms kleiner dan de Waal(bak), maar wel zwaarder gebouwd met een laadvermogen tussen de 160 en 280 ton. De waal is een opvallend bakvormig schip met ronde luiken en voor zijn lengte een groot laadvermogen, het werd vooral gebouwd op werven langs de Bovenschelde (ter hoogte van Doornik). De afmetingen waren zo dat de schepen in de Freycinetsluizen pasten. Karakteristiek waren de massieve boeghouten.
De naam bijlander komt van Billander, dat waarschijnlijk een verbastering van resp. Binlander, Binnenlander, Binnenlandvaarder is. Bélandre is de Franse, Bylander de Engelse term. Binlanders worden al in 1500 genoemd, maar het is waarschijnlijk dat de schepen in de loop der eeuwen de nodige veranderingen hebben ondergaan. Bij een diepgang van 1,80m konden de baquets om en bij de 70 ton laden, meestal kolen of graan. De baquets bleken ongeladen behoorlijk onstabiel, en voeren vaak twee aan twee. Naar het schijnt werd de term Bijlander ook gebruikt voor bepaalde types van zeegaande schepen die op een Pleit geleken.
Gezien de vele lage bruggen en soms tunnels op de kanalen hadden de baquets nauwelijks of geen bovenbouw. De woonruimte bevond zich in het achteronder en mat niet meer dan 2,5 op 2m. Rechtop staan was er niet altijd mogelijk. Een efficiënte inrichting van dit vertrek was dus een vereiste. Naast de schouw en de kastjes langs de wanden was er nog een (wegneembare) trap, een kachel (midden tegen de achterwand in een schouwgarnituur) en een kleine slaapkooi voor twee personen. Lucht en licht drongen enkel binnen door een hemellicht en door de gewoonlijk openstaande toegangskap. Koken en eten gebeurden meestal bovendeks, waar in het tabernakel een klein kookvuurtje stond. Dikwijls was het kleine vooronder nog in gebruik als slaapvertrek voor de schipperskinderen. Ook in het ruim en aan wal werd geslapen.
Deze walenschepen werden eertijds gejaagd. Dat kon gebeuren door georganiseerde trekdiensten, maar sommige schippers hadden hun eigen paard(en). Voor de trekdieren was dan midscheeps een stal voorzien, die in het ruim hing. Wanneer later het slepen mechanisch gebeurde werden de paarden overbodig vormde men deze middenroef vaak om tot woonruimte. Een welkome aanvulling op de beperkte leefruimte in het achteronder. Andere bronnen en oude foto’s wijzen er echter op dat de woning met de slaapplaatsen steeds midscheeps was, met een naastgelegen stal. Het achteronder was dan de slaapplaats voor de kinderen of voor de matroos.

In tegenstelling tot Jan’s en Frederic's schoonouders zagen de meeste van hun kinderen het levenslicht in hun thuisbasis Oostende en werden gedoopt in de kerk “Op ’t Hazegras”. Jan en Emma kregen 11 kinderen waarvan er 2 jong overleden. Frederic Anatol en Mathilde kregen 6 kinderen waarvan er slechts 1 “oud” werd, bovendien overleed Mathilde enkele dagen na de bevalling van haar laatste dochter Fernanda.
Emma Decoster was in 1895 schipperin in Oostende.

Bron Heemkundige kring "De Plate" Oostende www.deplate.be

Er wordt al eens gezegd een foto zegt meer dan duizend woorden, dat is bij deze opname zeker het geval. Op de voorgrond de Kapellebrug tussen links, het eerste handelsdok en rechts het tweede handelsdok. Op de achtergrond links, het politiecommissariaat en de huizenrij in Vlaamse neorenaissance stijl, in de wijk Hazegras langs de Vandersweepplaats.

De wijk ’t Hazegras werd opgericht nadat Oostende geschrapt was als militair bolwerk en de vestingen gesloopt werden in 1865. In de wijk huisden talrijke herbergen waar militairen uit de kazerne Generaal Mahieu vertier kwamen zoeken. De meisjes van plezier zorgden er ook voor de nodige ontspanning. Er waren ook “deftige” estaminets zoals “De koophandel” en “In ’t Vuurschip” midden op de foto gelegen langs de Keizerskaai en de achterkant langs de Vandersweepplaats. In deze “deftige” zaken kwamen werklieden en bedienden van de spoorwegen, “porteurs” en treinreizigers iets drinken. Maar de wijk had ook enkele danszalen die druk bezocht werden, ook door mensen van de stad waarmee bedoeld werd de Oostendenaren die de Kapellebrug moesten oversteken om op ’t Hazegras te komen. Een van de oudste danszalen stond in de Oesterbankstraat waar jonge vissers dansend op klompen verbroederden met de jonge rekruten uit de kazerne.

Rechts, toren en detail van het spoorwegstation. Door het inleggen van de internationale treinen, die aansloten op de bootverbinding naar Engeland, en de bloei als internationale badplaats, werd Oostende een draaischijf van het internationale verkeer. Niet alleen van passagiers doch ook het postvervoer nam gestadig toe. Het tweede spoorwegstation (Oostende-Stad) werd in 1882 plechtig ingehuldigd en was dus op de foto nog relatief “jong”. Alhoewel het station ontworpen was als kopstation liepen twee sporen helemaal doorheen het station, om de verbinding met het zee station te behouden.

Op de achtergrond rechts zien we een glimp van de toren van de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangen kerk in de parochie ‘t Hazegras. Ook deze kerk was nog relatief jong, gebouwd van 1862-1864, in 1996 werd ze afgebroken in het kader van de herstructurering van de wijk en vervangen door een nieuwe kerk. Deze opname illustreert hoe families van onze voorouders eerder toevallig bij elkaar zijn gekomen.

De familie Ryckewaert-Decoster waren gedurende verscheidene generaties binnenschippers. De mannen lagen met hun “Bijlanders” in het eerste handelsdok terwijl de vrouwen thuis op het vasteland hun kinderen grootbrachten en soms een herberg of logement huis open hielden. De familie Ryckewaert had zijn thuishaven in Oostende en al de kinderen werden gedoopt in de parochie op ’t Hazegras.

De familie Goegebeur-Vanhullebusch kwamen oorspronkelijk uit Brugge waar de vader van Jerome koolweger van beroep was. Het is niet onwaarschijnlijk dat zijn vader kolen leverde aan de spoormaatschappij. De familie zal enkele generaties met de spoorwegen verbonden blijven.

Op 4 augustus 1914 was het Duitse leger België binnengevallen ondanks de neutraliteit van België. De opmars werd wel wat vertraagd maar het Belgische leger was echter niet opgewassen tegen de overmacht en einde september volgde het beleg van Antwerpen met op 10 oktober de overgave. Ondertussen hadden de Duitsers vele oorlogsmisdaden begaan in plaatsen als Wezet, Hermée, Andenne en steden als Sint-Truiden, Leuven, Aarschot, Zemst platgelegd. Bij het vernemen van die gruweldaden en het naderen van de Duitsers kwam er een ware volksverhuizing op gang, meer dan een miljoen Belgen zou naar Nederland vluchten.

Ook in Oostende omdat het nog niet bezet was, kwamen van overal mensen om te vluchten naar Engeland. Op 15 oktober was Oostende ook bezet, de bewoners mochten niet meer vrij wandelen op de dijk, eigendommen werden ingenomen en iedereen op rantsoen geplaatst. In Oostende en andere kuststeden had men het zien aankomen en werden de weken daarvoor de nodige voorbereidingen genomen om vluchtelingen op te vangen en te evacueren. Zowat alle vaartuigen die zeewaardig waren werden gebruikt om de vluchtelingen naar Engeland te brengen. De kleinere zeilboten en sloepen, die geen militair belang hadden, waren over de Britse havens verspreid. De grotere stoomtrailers opereerden vanuit kleinere havens zoals Lowestoft, Fleedwood en Milford Haven. De Belgische kolonie te Milford Haven bestond in 1915 uit 169 families, tellend in totaal ongeveer 1.500 personen. Daaronder waren er 256 zeevarenden en ca. 50 arbeiders in het visserijbedrijf. Er waren 192 kinderen die school liepen in 2 Belgische en in verscheidene andere Engelse scholen.

Het Zeewezen te Londen had van de Britse autoriteiten kunnen verkrijgen dat de Belgische vissersboten de visserij verder zouden mogen bedrijven van uit de haven van Lowestoft, vooral voor de zeilsloepen, en van uit Milford Haven - en in mindere mate uit Swansea en Fleetwood - voor de stoomtreilers. Andere Belgische vissers mochten zich aanmonsteren aan boord van Engelse vissersvaartuigen.

De familie Jan en Emma Ryckewaert – Decoster waren binnenschippers en hun “Bijlanders” waren niet zeewaardig. Jan is in Oostende gebleven maar zijn vrouw met drie van zijn kinderen, Jeanne, Albertina en Henri, vluchtten met een vissersboot naar Milford Haven. Zijn dochter Mathilde was reeds gehuwd voor de oorlog uitbrak en vluchtte niet mee. Waarom zijn andere kinderen niet mee vluchtten is voorlopig een raadsel.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Floris Prims door Mgr. De Wachter ingezet als aalmoezenier van de Belgische vluchtelingen in Engeland. Hj richte een hulporganisatie op voor de Belgische vluchtelingen en gaf het weekblad “De Stem uit België” uit. In dit weekblad konden vluchtelingen in Engeland annonces plaatsen om in contact te blijven met hun achtergebleven familie.

Emma Decoster met haar kinderen Jeanne, Albertina en Henri Ryckewaert komen aan in Groot-Brittannië in Milford Haven in Wales waarschijnlijk in oktober of november van 1914. Uit "De Stem uit België" vinden we op 22 januari 1915 en 12 maart 1915 : Ryckewaert Jan Oesterbankstraat 7, zijn dochter en Mathilde Decoster met kinderen worden opgezocht door zijn Emma Ryckewaert-Decoster. Adr. Peolsford, Pelsall, near Walsall, Staffordshire.
Volgens overlevering werkten zij op verschillende plaatsen en waren de meisjes enige tijd tewerkgesteld bij “Lord Bagot’s house” Blithfield Hall bij Stafford.

Een jaar later lezen we in hetzelfde weekblad : op 14 april, 12 en 26 mei 1916, 2 en 29 juni 1916, en 20 juli 1917 : Ryckewaert Jean, en zijn dochter Mathilde worden opgezocht door zijn vrouw Emma Decoster, vroeger Oesterbankstraat 7, Oostende (Hazegras dicht bij station), actueel 64 Glasgow Road, Rutherglen, near Glasgow, Scotland. Jeanne en Albertina werken daar bij een vrouwelijke dokter, Dr. Stewart in het Burnside district van Glasgow.

Tijdens hun verblijf in Glasgow leren Jeanne en Albertina hun toekomstige echtgenoten kennen, twee Italianen die al sinds 1910 naar Schotland geëmigreerd waren. Beide dochters van Emma en Jan huwen in 1916. Na de oorlog keren Emma en haar zoon Henri terug naar Oostende, terwijl Jeanne en Albertina met hun echtgenoten in Schotland blijven.3,4
Zij werd in Oostende op 26 december 1929 van Jan Ryckewaert wettelijk gescheiden, krachtens bepaalde afspraak.
Na haar scheiding heeft ze nog café gehouden in de Oesterbankstraat de Rosse buurt van Oostende.

Op het einde van haar leven raakte ze verlamd en werd nog een tijdje verzorgd door een van haar dochters. Jerome Goegebeur een kleinzoon herinnert haar als een zeer stugge en knorrige vrouw, kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog overleed ze.
Emma Decoster overleed op zaterdag, 11 oktober 1941 in Oostende, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 70.5

Woonplaats en tellingen

Woonde1900Oostende, West-Vlaanderen, Lijndraaiersstraat
Woonde1913Oostende, West-Vlaanderen, Oesterbankstraat 7
Woonde22 januari 1915Pellsall, Staffordshire, Groot-Brittannië, Poolsford
Woonde1916Rutherglen, South Lanarkshire, Schotland, 63 Glasgow Road

Familie

Joannes Baptista Ryckewaert °. 5 Jun 1867, +. 17 Jan 1951
Huwelijk*Emma Decoster huwde Jan Ryckewaert, zoon van Joannes Ludovicus Ryckewaert en Amelia Sophia Bogaert, op 4 december 1889 in Oostende, getuigen op de burgerlijke stand waren Jacobsen Benedictus 35 jaar schoenmaker kozijn echtgenote, Gust Decoster 22 jaar trambediende broer bruid, Petrus Jonckheere 28 jaar bakker en Desiderius Rijckewaert 60 jaar schipper oom bruid alle wonende te Oostende. Emma en Jan huwden zonder huwelijkscontract. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Kerk op 't Hazagras getuigen waren Desiderius Rijckewaert en Gustavo Decoster.

Emma's zuster Mathilde huwde met Frederic een broer van Jan.2
 
Scheiding* Emma Decoster werd in Oostende op 26 december 1929 van Jan Ryckewaert wettelijk gescheiden, krachtens bepaalde afspraak. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S36] BS Vendhuile, geboorten :.
  2. [S135] BS Oostende, Huwelijken :akte 183 van 1889.
  3. [S736] Weekblad De Stem uit België, edities: 22 januari 1915, 12 maart 1915, 14 april, 12 en 26 mei 1916, 2 en 29 juni 1916, en 20 juli 1917.
  4. [S720] Paul Coli, (Olney, UK) e-mail aan Harry Goegebeur, februari 2020.
  5. [S136] BS Oostende, Overlijdens :.

Joannes Franciscus Van Oosterwijck

M, #12, °. 13 augustus 1866, +. 27 november 1917
VaderJoannes Franciscus Van Oosterwijck °. 6 Mei 1843, +. n 1899
MoederJoanna Maria Van Schevensteen °. 2 Okt 1843, +. n 1899
VerwantschapOvergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
Stam Van Oosterwijck
ReferentieIV-12
John Van Oosterwijck
     Joannes Franciscus Van Oosterwijck was ook gekend als John Van Oosterwijck. Hij werd geboren op maandag, 13 augustus 1866 in Antwerpen, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Philippus Van Oosterwijck oom, 21 jaar, en Joannes Baptista Peetermans, 62 jaar beide metsers wonend te Antwerpen.1 Hij was de zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Joanna Maria Van Schevensteen. Joannes Franciscus Van Oosterwijck werd gedoopt in augustus 1866 in Antwerpen. Hij huwde Philomena Van Der Auwera, dochter van Jacobus Van Der Auwera en Maria Catharina Brusselaers, op 21 juli 1889 in Antwerpen. Op het burgerlijk huwelijk waren beide ouders van bruidegom aanwezig en toestemmende, die van de bruid waren beide overleden. Tevens verklaarden de comparanten dat Maria Helena Van Der Auwera op 16 september 1881 te Westmeerbeek geboren, en Franciscus Van Der Auwera op 30 november 1888 in Antwerpen geboren beide tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid van Ludovicus Van den Eynden, arbeider, 50 jaar, alhier gehuisvest, van Henricus Lauwers, arbeider, 59 jaar, van Josephus luyten, arbeider, 24 jaar zwager bruidegom, en van Franciscus Van Schevensteen, kuiper, 55 jaar, oom bruidegom, alle vier hier gehuisvest. Alle tekenen behalve de moeder van de bruidegom en tweede getuige die niet kunnen schrijven.2
John Van Oosterwijck was in 1890 metser in Antwerpen.

De Grote Oorlog

Op 4 augustus 1914 trad België ook in De Grote Oorlog, de regering had beslist dat in geval de Duitsers binnen vielen het leger, regering en koninklijke familie zich zouden terugtrekken in het nationaal "reduit" Antwerpen, alzo werd Antwerpen het politieke machtscentrum. Op 18 augustus, na een massale Duitse aanval ten noorden van de Maas, beval Koning Albert I het Belgische leger zich terug te trekken in de Vesting Antwerpen. De Duitse inval en de meldingen van de verwoesting van o.a. Leuven bracht een enorme vluchtelingenstroom op gang. Heel wat inwoners uit de provincie vluchtten naar de stad Antwerpen. Binnen de dubbele verdedigingsgordel voelden ze zich veilig.

Antwerpen gebombardeerd

In de nacht van 24 op 25 augustus bombardeerde een Duitse Zeppelin Antwerpen. Huizen werden zwaar beschadigd en er vielen tien doden. In de stad spelen zich apocalyptische taferelen af. Petroleum tanks staan in brand. Overal heerst chaos en paniek. De wildste geruchten doen de ronde o.a. over "Dikke Bertha" de kannonnen van de Duitsers met een tot dan ongekende grootte. Vanaf dan werden de straten ’s nachts geheel verduisterd. Begin oktober besefte de bevolking dat Antwerpen in handen zou vallen van de Duitsers. Affiches waarschuwden de Antwerpenaren voor komende bombardementen en gaven de raad om de stad te verlaten. Deze aankondiging luidde een ware uittocht in. Jong en oud verzamelden zich op de Scheldekaaien om per boot te ontkomen. Anderen trokken te voet of met boerenkar richting Nederland.

Vluchtelingen

De Duitse opmars door Noord België had reeds een enorme vluchtelingenstroom op gang gebracht. Tijdens de belegering van de vesting Antwerpen en vooral vanaf de beschieting van de stad ontvluchtten heel wat burgers de stad. Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 waren alles samen zowat één miljoen Belgische burgers in Nederland terecht gekomen waaronder de familie Van Oosterwijck. De Nederlandse regering organiseerde vluchtoorden op om hen op te vangen. Ook Frankrijk en Engeland vingen enorme aantallen Belgische vluchtelingen op. Kort na de overgave van Antwerpen bleven slechts een tienduizend bewoners in Antwerpen.

Terugkeer

De grote meerderheid van de Belgische niet-militaire vluchtelingen in Nederland zouden terugkeren naar huis zodra de bezetter "orde en rust" verzekerd had. Ook de overheden van België en Nederland drongen aan op een terugkeer de ene omdat de economie dreigde stil te vallen wegens gebrek aan personeel de andere omdat ze vluchtelingen moest onderdak geven en voeden. Zo keerde John met vrouw en kinderen terug naar Antwerpen. Wegens de blokkade door de Engelsen was er echter niet veel werk in Antwerpen en werden allerlei goederen schaarser naarmate de oorlog duurde. In het laatste jaar van de oorlog stierf John en bleef Philomena alleen met haar zes kinderen.
Hij overleed op dinsdag, 27 november 1917 in Antwerpen in de ouderdom van 51.3

Woonplaats en tellingen

Woonde1888Antwerpen, Lange Zavelstraat 117
Woonde1890Antwerpen, Veldstraat 25
Woonde1891Antwerpen, Diepestraat 133
Woonde1893Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1896Antwerpen, Wilgenstraat 14
Woonde1904Antwerpen, Handelstraat 61

Familie

Philomena Van Der Auwera °. 12 Jul 1859, +. 8 Jun 1943
Huwelijk*John Van Oosterwijck huwde Philomena Van Der Auwera, dochter van Jacobus Van Der Auwera en Maria Catharina Brusselaers, op 21 juli 1889 in Antwerpen. Op het burgerlijk huwelijk waren beide ouders van bruidegom aanwezig en toestemmende, die van de bruid waren beide overleden. Tevens verklaarden de comparanten dat Maria Helena Van Der Auwera op 16 september 1881 te Westmeerbeek geboren, en Franciscus Van Der Auwera op 30 november 1888 in Antwerpen geboren beide tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid van Ludovicus Van den Eynden, arbeider, 50 jaar, alhier gehuisvest, van Henricus Lauwers, arbeider, 59 jaar, van Josephus luyten, arbeider, 24 jaar zwager bruidegom, en van Franciscus Van Schevensteen, kuiper, 55 jaar, oom bruidegom, alle vier hier gehuisvest. Alle tekenen behalve de moeder van de bruidegom en tweede getuige die niet kunnen schrijven.2
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 2614 van 1866.
  2. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 1282 van 1889.
  3. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.

Philomena Van Der Auwera

V, #13, °. 12 juli 1859, +. 8 juni 1943
VaderJacobus Van Der Auwera °. 7 Feb 1814, +. 13 Feb 1889
MoederMaria Catharina Brusselaers °. 21 Dec 1817, +. 16 Feb 1888
VerwantschapOvergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
Stam Van Oosterwijck
ReferentieIV-13
Philomene Van Der Auwera
Philomena Van Der Auwera
     Philomena Van Der Auwera werd geboren op dinsdag, 12 juli 1859 in Westmeerbeek, Antwerpen. Getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Theophilus De Cleyn, 38 jaar gemeentesekretaris en Jan Baptist Boogaerts, 52 jaar veldwachter beide wonend te Westmeerbeek. Zij werd gedoopt op dinsdag, 12 juli 1859 in de Sint-Michielskerk in Westmeerbeek, peter was Ludovicus Boogaerts en meter was Joanna Van Roey loco Elisabeth Vanderauwera.1
Zij was de dochter van Jacobus Van Der Auwera en Maria Catharina Brusselaers. Philomena Van Der Auwera huwde John Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Joanna Maria Van Schevensteen, op 21 juli 1889 in Antwerpen. Op het burgerlijk huwelijk waren beide ouders van bruidegom aanwezig en toestemmende, die van de bruid waren beide overleden. Tevens verklaarden de comparanten dat Maria Helena Van Der Auwera op 16 september 1881 te Westmeerbeek geboren, en Franciscus Van Der Auwera op 30 november 1888 in Antwerpen geboren beide tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid van Ludovicus Van den Eynden, arbeider, 50 jaar, alhier gehuisvest, van Henricus Lauwers, arbeider, 59 jaar, van Josephus luyten, arbeider, 24 jaar zwager bruidegom, en van Franciscus Van Schevensteen, kuiper, 55 jaar, oom bruidegom, alle vier hier gehuisvest. Alle tekenen behalve de moeder van de bruidegom en tweede getuige die niet kunnen schrijven.2
Philomena Van Der Auwera was in 1890 arbeidster in Antwerpen. Zij was in 1935 huisvrouw in Antwerpen. Zij overleed op dinsdag, 8 juni 1943 in Antwerpen in de ouderdom van 83. Woonde in de Cassierstraat.3

Woonplaats en tellingen

Woonde1888Antwerpen, Lange Zavelstraat 117
Woonde1890Antwerpen, Veldstraat 25
Woonde1891Antwerpen, Diepestraat 133
Woonde1893Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1896Antwerpen, Wilgenstraat 14
Woonde1904Antwerpen, Handelstraat 61
Woonde1942Antwerpen, Cassierstraat

Familie

Joannes Franciscus Van Oosterwijck °. 13 Aug 1866, +. 27 Nov 1917
Huwelijk*Philomena Van Der Auwera huwde John Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Joanna Maria Van Schevensteen, op 21 juli 1889 in Antwerpen. Op het burgerlijk huwelijk waren beide ouders van bruidegom aanwezig en toestemmende, die van de bruid waren beide overleden. Tevens verklaarden de comparanten dat Maria Helena Van Der Auwera op 16 september 1881 te Westmeerbeek geboren, en Franciscus Van Der Auwera op 30 november 1888 in Antwerpen geboren beide tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid van Ludovicus Van den Eynden, arbeider, 50 jaar, alhier gehuisvest, van Henricus Lauwers, arbeider, 59 jaar, van Josephus luyten, arbeider, 24 jaar zwager bruidegom, en van Franciscus Van Schevensteen, kuiper, 55 jaar, oom bruidegom, alle vier hier gehuisvest. Alle tekenen behalve de moeder van de bruidegom en tweede getuige die niet kunnen schrijven.2
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S54] PR Westmeerbeek, Sint-Michiel, Dopen.
  2. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 1282 van 1889.
  3. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.

Gerardus Cornelius Diellewijns

M, #14, °. 9 juni 1873, +. circa 1911
VaderPetrus Joannes Diellewijns °. 26 Maa 1847, +. n 1906
MoederAntonia Vrijman °. 11 Dec 1851, +. n 1892
VerwantschapOvergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
Stam Diellewijns
ReferentieIV-14
Gerard Diellewijns anno 1 juli 1905
     Gerardus Cornelius Diellewijns was ook gekend als Gerard Diellewijns. Hij werd geboren op maandag, 9 juni 1873 in Antwerpen, getuigen burgerlijke stand waren Gerardus Petrus Diellewijns rijtuigverhuurder 33 jaar en Joannes Franciscus Van Sweevelt 50 jaar houtzager wonend te Antwerpen.1 Hij werd gedoopt op 10 juni 1873 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen, peter was Gerard Diellewijns oom en meter was Joanna Cornelia Van Tilburg.2 Gerardus Cornelius Diellewijns was de zoon van Petrus Joannes Diellewijns en Antonia Vrijman. Gerardus Cornelius Diellewijns was in 1897 vuurstoker op sleepboot in Antwerpen. Hij huwde Sophia Bauwens, dochter van Eduardus Ludovicus Bauwens en Josephine Nicoud, op 23 september 1897 in Antwerpen. Tevens verklaarden de echtgenoten Henrica Theresia Bauwens op 15 oktober 1891 geboren en Antonetta Bauwens op 28 maart 1896 geboren beide te Antwerpen tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid Ferdinandus Simons, 26 jaar, kantoorbediende, Henri Van Corselis, 45 jaar, zonder beroep, Henri Van Weddingen, 37 jaar, arbeider, en van Antonius Wauters, 26 jaar, arbeider, alle vier alhier gehuisvest.3

Gerard Diellewijns was in 1901 machinist in Antwerpen. Gerard was ondertussen opgeklommen van "vuurstoker" tot machinist op een sleepboot in dienst van de firma Towage Letzer, hij voer op de kleine sleepbootjes die meestal binnenschepen voorttrokken. In die tijd hadden deze schepen zelf geen motoren en werden voortgetrokken door paarden of zulke sleepbootjes.

Hij overleed circa 1911 in Gent gestikt in slijk tussen wal en schip. Wegens de te hoge kosten van het overbrengen werd hij in Gent begraven.

Woonplaats en tellingen

Woonde1896Antwerpen, Kuiperstraat
Woonde1897Antwerpen, Spuistraat 20
Woondetussen 1897 en 1899Antwerpen, in de Burchtgracht 19 tussen 1897 (geboorte Coleta) en 1899 (geboorte Maria)
Woonde1901Antwerpen, Jordaanskaai 12 (geboorte Jozef)
Woonde1904Antwerpen, Koolkaai 3 (geboorte Henricus)
Woondetussen 1906 en 1908Antwerpen, Spuistraat 11 (geboorte Emma 1906 en Anna 1908)
Woonde1910Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 2 (geboorte van het laatste kind Anna Rosalia)

Familie

Sophia Bauwens °. 16 Mei 1873, +. 28 Apr 1958
Huwelijk*Gerardus Cornelius Diellewijns huwde Sophia Bauwens, dochter van Eduardus Ludovicus Bauwens en Josephine Nicoud, op 23 september 1897 in Antwerpen. Tevens verklaarden de echtgenoten Henrica Theresia Bauwens op 15 oktober 1891 geboren en Antonetta Bauwens op 28 maart 1896 geboren beide te Antwerpen tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid Ferdinandus Simons, 26 jaar, kantoorbediende, Henri Van Corselis, 45 jaar, zonder beroep, Henri Van Weddingen, 37 jaar, arbeider, en van Antonius Wauters, 26 jaar, arbeider, alle vier alhier gehuisvest.3 
KerkHuwelijk Gerard Diellewijns en Sophie Bauwens huwden op 23 september 1897 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen, getuigen waren Josephus Crabeels en Ludovicus De Vos.3,4
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :.
  2. [S7] PR Antwerpen, St Paulus D.
  3. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 1612 van 1897.
  4. [S153] PR Antwerpen, St Paulus H.

Sophia Bauwens

V, #15, °. 16 mei 1873, +. 28 april 1958
VaderEduardus Ludovicus Bauwens °. 16 Mei 1845, +. 9 Apr 1888
MoederJosephine Nicoud °. 5 Maa 1848, +. n 1920
VerwantschapOvergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
Stam Diellewijns
ReferentieIV-15
Sophia Bauwens ca 1920
Sophie Bauwens anno 1949
Sophia Bauwens
     Sophia Bauwens was ook gekend als Sophie Bauwens. Zij werd geboren op vrijdag, 16 mei 1873 thuis om 23u45 in de Gevangenisstraat 10 in Antwerpen. De aangifte op de burgerlijke stand werd gedaan door Martens Sophia Catharina (grootmoeder) omdat de vader afwezig was (zeevaarder), getuigen waren Petrus Nicoud 29 jaar muzikant oom en Augustinus Janssens 54 jaar arbeider beide wonend te Antwerpen.1 Zij werd gedoopt na 16 mei 1873 in Antwerpen.
Zij was de dochter van Eduardus Ludovicus Bauwens en Josephine Nicoud.
In 1896 vroeg Sophie haar moeder om toestemming te trouwen. Sophie woonde al geruime tijd samen met Gerard en had met Gerard al twee kinderen. Vermoedelijk om financiële redenen weigerde Josephine haar toestemming in het huwelijk. Om haar onvermogen te bewijzen diende Sophie een "eerbiedige akte" op te maken door een ambtenaar van de burgerlijke stand die deze akte dan "betekend" aan de Josephine.
Op 24 juni 1896 vraagt Sophie mits de "eerbiedige akte" raad aan haar moeder over het huwelijk dat zij wou aangaan met Gerard Diellewijns, Josephine weigerde en dit werd "betekend" door de ambtenaar. Het zal nog meer dan een jaar duren vooraleer Sophie huwde nadat ze opnieuw in verwachting was.2
Sophia Bauwens was in 1897 arbeidster in Antwerpen. Zij huwde Gerardus Cornelius Diellewijns, zoon van Petrus Joannes Diellewijns en Antonia Vrijman, op 23 september 1897 in Antwerpen. Tevens verklaarden de echtgenoten Henrica Theresia Bauwens op 15 oktober 1891 geboren en Antonetta Bauwens op 28 maart 1896 geboren beide te Antwerpen tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid Ferdinandus Simons, 26 jaar, kantoorbediende, Henri Van Corselis, 45 jaar, zonder beroep, Henri Van Weddingen, 37 jaar, arbeider, en van Antonius Wauters, 26 jaar, arbeider, alle vier alhier gehuisvest.3

Waarschijnlijk ter gelegenheid van de communie van haar zoontjes werd een foto genomen.

Sophie Bauwens alias "Moe van den Dam" met haar twee zoontjes ca 1910
Sophia Bauwens huwde Sus Helsen na 1911 in Antwerpen. Sophia Bauwens was in 1940 huisvrouw in Antwerpen. Zij overleed op maandag, 28 april 1958 in Antwerpen in de ouderdom van 84.4 Zij werd begraven na 28 april 1958 in Antwerpen.
Graf Sophia Bauwens "Moe van den Dam" op het Schoonselhof in Antwerpen

Woonplaats en tellingen

Woonde1896Antwerpen, Kuiperstraat
Woonde1897Antwerpen, Spuistraat 20
Woondetussen 1897 en 1899Antwerpen, in de Burchtgracht 19 tussen 1897 (geboorte Coleta) en 1899 (geboorte Maria)
Woonde1901Antwerpen, Jordaanskaai 12 (geboorte Jozef)
Woonde1904Antwerpen, Koolkaai 3 (geboorte Henricus)
Woondetussen 1906 en 1908Antwerpen, Spuistraat 11 (geboorte Emma 1906 en Anna 1908)
Woonde1910Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 2 (geboorte van het laatste kind Anna Rosalia)

Woonde1919Antwerpen, Viaduct-Dam 54

Familie

Gerardus Cornelius Diellewijns °. 9 Jun 1873, +. c 1911
Huwelijk*Sophia Bauwens huwde Gerardus Cornelius Diellewijns, zoon van Petrus Joannes Diellewijns en Antonia Vrijman, op 23 september 1897 in Antwerpen. Tevens verklaarden de echtgenoten Henrica Theresia Bauwens op 15 oktober 1891 geboren en Antonetta Bauwens op 28 maart 1896 geboren beide te Antwerpen tot hun wettige kinderen te erkennen. Alles in tegenwoordigheid Ferdinandus Simons, 26 jaar, kantoorbediende, Henri Van Corselis, 45 jaar, zonder beroep, Henri Van Weddingen, 37 jaar, arbeider, en van Antonius Wauters, 26 jaar, arbeider, alle vier alhier gehuisvest.3 
KerkHuwelijk Sophie Bauwens en Gerard Diellewijns huwden op 23 september 1897 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen, getuigen waren Josephus Crabeels en Ludovicus De Vos.3,5
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 2116, Gevangenisstraat nr. 6 sectie 1.
  2. [S705] Gerard Diellewijns, Sophie Bauwens.
  3. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 1612 van 1897.
  4. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.
  5. [S153] PR Antwerpen, St Paulus H.

Leopold Goegebeur

M, #16, °. 15 januari 1823, +. 31 maart 1895
VaderFranciscus Ferdinand Goegebeur °. 11 Okt 1791, +. 30 Jun 1867
MoederIsabella Joanna Claus °. 19 Feb 1784, +. 28 Mei 1829
VerwantschappenBetovergrootvader van Harry Goegebeur
4-achterkleinzoon van Hilarius Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Giraldo
ReferentieV-16
     Leopold Goegebeur was ook gekend als Paulus Goegebeur. Hij was ook gekend als Paul Goegebeur. Hij werd geboren thuis in de Wijngaertstraat 11 op woensdag, 15 januari 1823 in Brugge, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Joannes De Rueck, 27 jaar, hoedenmaker en van Albertus Reynaert, 31 jaar bakker wonende te Brugge.1 Hij werd gedoopt in januari 1823 in Brugge. Hij was de zoon van Franciscus Ferdinand Goegebeur en Isabella Joanna Claus. Leopold Goegebeur was getuige bij het huwelijk van Joannes Laurentius Toufan en Maria Joanna Daelman op 29 juli 1844 in Brugge.2
Leopold Goegebeur huwde Maria Ludovica Giraldo, dochter van Jacobus Joannes Baptista Giraldo en Isabella Francisca Van Zijpe, op 5 mei 1848 in Brugge, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Giraldo 30 jaar kleermaker broer bruid, Franciscus Giraldo 24 jaar broer bruid, Philippus Goegebeur 32 jaar werkman kozijn bruidegom en Joannes De Rueck 52 jaar herbergier alle wonende te Brugge.3
Leopold Goegebeur was in 1848 werker in Brugge. Hij was getuige bij het huwelijk van Ludovicus Joannes Francis Goegebeur en Maria Ludovica Pulinx op 8 oktober 1852 in Brugge.4,5 Leopold Goegebeur was op 27 juli 1866 koolweger in Brugge.
Leopold Goegebeur overleed op zondag, 31 maart 1895 in Brugge in de ouderdom van 72.6

Woonplaats en tellingen

Telling1829Brugge, West-Vlaanderen, met hun kinderen Isabella, Frans en Paul op het Walplein 107
Woonde1838Brugge, West-Vlaanderen, Noordstraat 448
Woonde1848Brugge, West-Vlaanderen, Noordstraat 448
Woonde1865Brugge, West-Vlaanderen, Noordstraat 46

Familie

Maria Ludovica Giraldo °. 25 Apr 1828, +. 11 Dec 1910
Huwelijk*
Leopold Goegebeur huwde Maria Ludovica Giraldo, dochter van Jacobus Joannes Baptista Giraldo en Isabella Francisca Van Zijpe, op 5 mei 1848 in Brugge, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Giraldo 30 jaar kleermaker broer bruid, Franciscus Giraldo 24 jaar broer bruid, Philippus Goegebeur 32 jaar werkman kozijn bruidegom en Joannes De Rueck 52 jaar herbergier alle wonende te Brugge.3
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S1] RA Brugge, BS Brugge, geboorten :akte 48 van 15 januari 1823.
  2. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte 240 van 1844.
  3. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte 82.
  4. [S397] "RA, zoeken naar personen" URL : (http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen : bezocht : april 2011, gezocht op Sercu.
  5. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte 279 van 1852.
  6. [S122] RA Brugge, BS Brugge, overlijdens :.
  7. [S310] Nationaal VVF-documentatiecentrum Antwerpen, Volkstelling 1814 deel VII Brugge, Noordstraat 3.
  8. [S761] Bevolkingsregister, Brugge 1846-1866, sectie C-10 folio 091.

Maria Ludovica Giraldo

V, #17, °. 25 april 1828, +. 11 december 1910
VaderJacobus Joannes Baptista Giraldo °. 8 Maa 1787, +. 19 Mei 1855
MoederIsabella Francisca Van Zijpe °. 22 Jan 1788, +. 27 Jan 1876
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
Stam Goegebeur
Stam Giraldo
ReferentieV-17
     Maria Ludovica Giraldo was ook gekend als Marie Louise Giraldo. Zij werd geboren op vrijdag, 25 april 1828 thuis Oudegentweg 68 in Brugge, aangifte op de burgerlijke stand gebeurde daags nadien met als getuigen Pieter Van Hede 37 jaar timmerman en Franciscus Fremault 27 jaar wever beide wonend te Brugge.1 Zij was de dochter van Jacobus Joannes Baptista Giraldo en Isabella Francisca Van Zijpe. Maria Ludovica Giraldo werd bij het huwelijk van Jacob Giraldo en Isabelle Van Zijpe op 2 juni 1841 in Brugge erkend als kind.2
Maria Ludovica Giraldo huwde Leopold Goegebeur, zoon van Franciscus Ferdinand Goegebeur en Isabella Joanna Claus, op 5 mei 1848 in Brugge, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Giraldo 30 jaar kleermaker broer bruid, Franciscus Giraldo 24 jaar broer bruid, Philippus Goegebeur 32 jaar werkman kozijn bruidegom en Joannes De Rueck 52 jaar herbergier alle wonende te Brugge.3
Maria Ludovica Giraldo was in 1849 kantwerkster in Brugge. Zij was in 1870 huishoudster in Brugge. Zij was in 1876 herbergierster in Brugge. Zij overleed op zondag, 11 december 1910 in Brugge, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 82.4

Woonplaats en tellingen

Woonde1848Brugge, West-Vlaanderen, Noordstraat 445
Woonde1865Brugge, West-Vlaanderen, Noordstraat 46

Familie

Leopold Goegebeur °. 15 Jan 1823, +. 31 Maa 1895
Huwelijk*
Maria Ludovica Giraldo huwde Leopold Goegebeur, zoon van Franciscus Ferdinand Goegebeur en Isabella Joanna Claus, op 5 mei 1848 in Brugge, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Giraldo 30 jaar kleermaker broer bruid, Franciscus Giraldo 24 jaar broer bruid, Philippus Goegebeur 32 jaar werkman kozijn bruidegom en Joannes De Rueck 52 jaar herbergier alle wonende te Brugge.3
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S1] RA Brugge, BS Brugge, geboorten :akte 418 van 25 april 1828.
  2. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte nr. 144 van 1841.
  3. [S121] RA Brugge, BS Brugge, huwelijken :akte 82.
  4. [S122] RA Brugge, BS Brugge, overlijdens :.
  5. [S761] Bevolkingsregister, Brugge 1846-1866, sectie C-10 folio 091.

Leonardus Van Hullebusch

M, #18, °. 3 april 1825, +. 22 januari 1859
VaderPieter Josephus Van Hullebusch °. 25 Maa 1798, +. 21 Dec 1875
MoederBlondina Coleta Van Den Auweele °. 22 Maa 1793, +. 11 Jun 1857
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
ReferentieV-18
     Leonardus Van Hullebusch werd geboren op zondag, 3 april 1825 in Eernegem, West-Vlaanderen, getuigen bij aangifte op de burgerlijke stand waren Henricus Franciscus Bonny, 41 jaar winkelier en Stephanus Vanheste, 39 jaar schoenmaker beide wonend te Eernegem.1 Hij werd gedoopt na 3 april 1825 in Eernegem. Hij was de zoon van Pieter Josephus Van Hullebusch en Blondina Coleta Van Den Auweele. Leonardus Van Hullebusch was in 1850 landman in Eernegem. Hij huwde Maria Ludovica Vandycke, dochter van Carolus Van Dycke en Regina Francisca Jonckheere, op 28 oktober 1850 in Eernegem.2 Leonardus Van Hullebusch was in 1856 molenaar in Bekegem. Hij overleed op zaterdag, 22 januari 1859 in Bekegem, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 33.3

Familie

Maria Ludovica Vandycke °. 1 Jul 1827, +. 24 Nov 1902
Huwelijk*Hij huwde Maria Ludovica Vandycke, dochter van Carolus Van Dycke en Regina Francisca Jonckheere, op 28 oktober 1850 in Eernegem.2 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S30] RA Brugge, BS Eerneghem, geboorten :akte 48 van 1825.
  2. [S270] RA Brugge, BS Eerneghem, huwelijken :akte 197 van 1850.
  3. [S268] RA Brugge, BS Bekegem, overlijdens :akte 3 van 22 januari 1859.

Maria Ludovica Vandycke

V, #19, °. 1 juli 1827, +. 24 november 1902
VaderCarolus Van Dycke °. 5 Jun 1789, +. 25 Feb 1877
MoederRegina Francisca Jonckheere °. 6 Apr 1798, +. 31 Mei 1874
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
ReferentieV-19
     Maria Ludovica Vandycke werd geboren op zondag, 1 juli 1827 in Eernegem, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Pieter Franciscus Beudelinck, 51 jaar landbouwer en Carolus Ludovicus Pollin, 30 jaar hoefsmid.1 Zij was de dochter van Carolus Van Dycke en Regina Francisca Jonckheere. Maria Ludovica Vandycke werd gedoopt in juli 1827 in Eernegem. Zij was in 1850 landbouwster in Eernegem. Zij huwde Leonardus Van Hullebusch, zoon van Pieter Josephus Van Hullebusch en Blondina Coleta Van Den Auweele, op 28 oktober 1850 in Eernegem.2 Maria Ludovica Vandycke was in 1856 huishoudster in Bekegem. Zij was in 1860 herbergierster in Bekegem. Zij huwde Ivo Maes op 7 januari 1860 in Bekegem.3
Ivo en Maria hadden vijf gekende kinderen : Romanie ° 1860 - + ca 1920, Maria ° 1862 - + 1921, Elisabeth ° 1863 - + 1941, Désiré ° 1864 - + 1920 en Elodie Eulalie ° 1865 - + 1934.
Maria Ludovica Vandycke huwde Amand Francis Vanhee op 15 april 1874 in Bekegem.4 Maria Ludovica Vandycke overleed op maandag, 24 november 1902 in Zerkegem, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 75.

Familie

Leonardus Van Hullebusch °. 3 Apr 1825, +. 22 Jan 1859
Huwelijk*Zij huwde Leonardus Van Hullebusch, zoon van Pieter Josephus Van Hullebusch en Blondina Coleta Van Den Auweele, op 28 oktober 1850 in Eernegem.2 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S30] RA Brugge, BS Eerneghem, geboorten :akte 98 van 1827.
  2. [S270] RA Brugge, BS Eerneghem, huwelijken :akte 197 van 1850.
  3. [S359] Online database akten West-Vlaanderen, BS Huwelijken, (www.vrijwilligersrab.be), : bezocht : november 2006, gezocht op "Van Dycke."
  4. [S125] RA Brugge, BS Bekegem, huwelijken :akte 14 van 15 april 1874.

Joannes Ludovicus Ryckewaert

M, #20, °. 27 december 1826, +. 30 augustus 1874
VaderHenricus Franciscus Ryckewaert °. 19 Jun 1781, +. 30 Dec 1853
MoederConstantia Rosaliam Boonefaes °. 4 Sep 1795, +. 23 Mei 1849
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
ReferentieV-20
     Joannes Ludovicus Ryckewaert was ook gekend als Jan Ryckewaert. Hij werd geboren op woensdag, 27 december 1826 om 5 uur 's morgens op het schip van zijn vader gemeerd aan de Palingbrugge in Nieuwpoort, de aangifte van zijn geboorte op de burgerlijke stand gebeurde door Joannes Vandenberghe 43 jaar schipper uit Westvleteren wonend te Nieuwpoort en Joseph Vantomme 41 jaar mandenmaker uit Nieuwpoort.1
Hij werd gedoopt na 27 december 1826 in Nieuwpoort. Hij was de zoon van Henricus Franciscus Ryckewaert en Constantia Rosaliam Boonefaes. Jan Ryckewaert was in 1846 schipper in Nieuwpoort. Hij was opgenomen in een militielijst in 1846, in Namen, Namen, trok nummer 31 en werd op 2 januari 1848 ingelijfd bij het 1st Linieregiment. Op 21 februari 1855 kreeg hij toelating om te huwen omdat hij een bevestiging kon voorleggen dat hij geen schulden meer had bij het regiment (kleding en onderhoud.)2 Hij was getuige bij het huwelijk van Petrus Henricus Ryckewaert en Joanna Carolina Bernard op 24 november 1852 in Oudenburg.3,4 Jan Ryckewaert huwde Joanna Theresia Rys, dochter van Joannes Rys en Maria Joanna Parmentier, op 8 februari 1854 in Moere, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Crobert, herbergier, 50 jaar, Joannes Van Gheluwe, bakker, 30 jaar, Engelbertus Lombaert, veldwachter, 51 jaar, alle drie wonende in deze gemeente, en Josephus Willeman, schrijver wonende te Gistel, alle vier geen bloedverwanten noch goede kennissen. Allen uitgenomen de bruid tekenen.
Joanna overleed echter amper zeven maanden later.3,5 Jan Ryckewaert huwde Amelia Sophia Bogaert, dochter van Cornelius Franciscus Bogaert en Albertina Coopman, op 7 maart 1855 in Lombardsijde, getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Maertens 50 jarige schoenmaker uit Lombartzijde, Livinus De Wulf 30 jarige herbergier uit Lombartzijde, Pieter Hitser 65 jarige schoenmaker uit Nieuwpoort en Philip Karel Lecluyse 55 jarige sluismeester uit Nieuwpoort.6
Joannes Ludovicus Ryckewaert overleed op zondag, 30 augustus 1874 in Kortrijk, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 47. Aangifte op burgerlijke stand gebeurde door Desiderius Rijckewaert broer en Ludovicus Degrijse.7

Woonplaats en tellingen

Telling1847Nieuwpoort, West-Vlaanderen
Woonde1855Moere, West-Vlaanderen
Woonde1867Nieuwpoort, West-Vlaanderen

Familie 1

Joanna Theresia Rys °. 26 Nov 1832, +. 22 Sep 1854
Huwelijk*Jan Ryckewaert huwde Joanna Theresia Rys, dochter van Joannes Rys en Maria Joanna Parmentier, op 8 februari 1854 in Moere, West-Vlaanderen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Carolus Crobert, herbergier, 50 jaar, Joannes Van Gheluwe, bakker, 30 jaar, Engelbertus Lombaert, veldwachter, 51 jaar, alle drie wonende in deze gemeente, en Josephus Willeman, schrijver wonende te Gistel, alle vier geen bloedverwanten noch goede kennissen. Allen uitgenomen de bruid tekenen.
Joanna overleed echter amper zeven maanden later.3,5 

Familie 2

Amelia Sophia Bogaert °. 27 Jan 1830, +. 20 Maa 1901
Huwelijk*Jan Ryckewaert huwde Amelia Sophia Bogaert, dochter van Cornelius Franciscus Bogaert en Albertina Coopman, op 7 maart 1855 in Lombardsijde, getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Maertens 50 jarige schoenmaker uit Lombartzijde, Livinus De Wulf 30 jarige herbergier uit Lombartzijde, Pieter Hitser 65 jarige schoenmaker uit Nieuwpoort en Philip Karel Lecluyse 55 jarige sluismeester uit Nieuwpoort.6
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S34] BS Nieuwpoort, Geboorten :.
  2. [S143] RA Brugge, BS Lombardsijde, huwelijken :akte 14 van 1855, huwelijksbijlagen, militiepapieren en bewijs schuldlast Depot 1st Linieregiment te Namen.
  3. [S359] Online database akten West-Vlaanderen, BS Huwelijken, (www.vrijwilligersrab.be), : bezocht : juli 2006, gezocht op "Ryckewaert."
  4. [S439] BS Oudenburg, Huwelijken :akte 111 van 24 november 1852.
  5. [S726] BS Moere, Huwelijken :akte 8 van 1854.
  6. [S143] RA Brugge, BS Lombardsijde, huwelijken :akte 14 van 1855.
  7. [S168] RA Kortrijk, BS Kortrijk, overlijdens :.

Amelia Sophia Bogaert

V, #21, °. 27 januari 1830, +. 20 maart 1901
VaderCornelius Franciscus Bogaert °. 7 Okt 1802, +. 30 Jul 1887
MoederAlbertina Coopman °. 1 Nov 1794, +. 10 Feb 1862
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
Stam Ryckewaert
Stam Henri Ryckewaert
ReferentieV-21
     Amelia Sophia Bogaert werd geboren thuis om 16 uur op woensdag, 27 januari 1830 in Lombardsijde, aangifte op de burgerlijke stand gebeurde daags nadien door haar vader Cornelis Bogaert met als getuigen Franciscus Eecke 34 jaar timmerman en Thomas Reuben 34 jaar herbergier beide wonend te Lombartzijde.1 Zij werd gedoopt na 27 januari 1830 in Lombardsijde. Zij was de dochter van Cornelius Franciscus Bogaert en Albertina Coopman. Amelia Sophia Bogaert was in 1855 meid in Lombardsijde. Zij huwde Jan Ryckewaert, zoon van Henricus Franciscus Ryckewaert en Constantia Rosaliam Boonefaes, op 7 maart 1855 in Lombardsijde, getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Maertens 50 jarige schoenmaker uit Lombartzijde, Livinus De Wulf 30 jarige herbergier uit Lombartzijde, Pieter Hitser 65 jarige schoenmaker uit Nieuwpoort en Philip Karel Lecluyse 55 jarige sluismeester uit Nieuwpoort.2
Amelia Sophia Bogaert overleed op woensdag, 20 maart 1901 in Oostende, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 71. Aangifte op de burgerlijke stand werd gedaan door Joannes Rijckewaert, 33 jaar zoon schipper, en Fredericus Rijckewaert, 31 jaar zoon schipper beide wonend te Oostende.3

Woonplaats en tellingen

Woonde1900Oostende, West-Vlaanderen, Vrijhavenstraat 3

Familie

Joannes Ludovicus Ryckewaert °. 27 Dec 1826, +. 30 Aug 1874
Huwelijk*Amelia Sophia Bogaert huwde Jan Ryckewaert, zoon van Henricus Franciscus Ryckewaert en Constantia Rosaliam Boonefaes, op 7 maart 1855 in Lombardsijde, getuigen op de burgerlijke stand waren Pieter Maertens 50 jarige schoenmaker uit Lombartzijde, Livinus De Wulf 30 jarige herbergier uit Lombartzijde, Pieter Hitser 65 jarige schoenmaker uit Nieuwpoort en Philip Karel Lecluyse 55 jarige sluismeester uit Nieuwpoort.2
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S32] RA Brugge, BS Lombardsijde, geboorten :acte 8 van 1830.
  2. [S143] RA Brugge, BS Lombardsijde, huwelijken :akte 14 van 1855.
  3. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 212 van 20 maart 1901.

Theodorus De Coster

M, #22, °. 1 april 1838, +. 27 februari 1909
VaderMarcellin De Coster °. 4 Aug 1799, +. 22 Feb 1848
MoederFrancisca De Meyer °. 22 Sep 1815, +. n 1889
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
ReferentieV-22
     Theodorus De Coster was ook gekend als Theo De Coster. Hij werd geboren op zondag, 1 april 1838 in Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen, getuigen bij aangifte op de burgerlijke stand waren Bruno Blomme 39 jaar sekretaris en Charles Franciscus Herteleer 49 jaar veldwachter.1 Hij werd gedoopt na 1 april 1838 in Zwijnaarde. Hij was de zoon van Marcellin De Coster en Francisca De Meyer. Theodorus De Coster was in 1860 binnenschipper in Zwijnaarde. Hij huwde Mathilda Carolina Verstraete, dochter van Thomas Jacobus Verstraete en Anna Isabella Geldhof, voor 1867 in een onbekende plaats.
Tunnel van Riqueval op het kanaal van Saint Quentin

Theo trouwde met Mathilde een dochter uit een schippersfamilie, zij hadden hun thuishaven in Zwijnaarde en voeren waarschijnlijk met hun “baquet” op de rivieren en kanalen in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Deze schepen waren in die tijd slepers (zonder motor) die langs het jaagpad voortgetrokken werden, later door paarden waarvoor soms een ruimte aan boord voorzien was om ze te stallen.
Theo en Mathilde hadden hun thuishaven dan wel in Zwijnaarde bij Gent, meestal waren zij onderweg en werd hun kroostrijk gezin onderweg geboren. Zo hadden zij kinderen o.a. in Ledeberg, Nieuwpoort, Blankenberge en Oostende maar ook in het Franse Douai en Le Havre. Tijdens een van deze reizen voeren zij op het Kanaal van Saint Quentin en moesten zij wachten aan de Tunnel van Riqueval, tijdens het wachten beviel Mathilda van haar dochter Emma.

Het Kanaal van Saint Quentin

Het Kanaal van Saint-Quentin verbindt de Oise met de Somme en de Schelde en verbindt zo ook het Parijse bekken met Noord-Frankrijk en België. Het Canal de Saint Quentin werd op 28 april 1810 door Napoleon persoonlijk, en zijn vrouw Marie Louise geopend. Tot aan de Eerste Wereldoorlog was het kanaal druk bevaren. Meer dan 100 schepen maakten gebruik van het kanaal.
Om niveauverschillen in het landschap te overbruggen wordt meestal gebruik gemaakt van sluizen, op het kanaal van Saint Quentin werd er geopteerd voor een tunnel. De eerste plannen voor de tunnel dateerden al van 1768 en er was toen voorzien om één tunnel van 13,7 km aan te leggen tussen Le Tronquoy en Vendhuile. In 1801 startte onder Napoleon I het project opnieuw.
Uiteindelijk werden er twee tunnels gegraven, één van 1098 m in Le Tronquoy en één van 5670 in Bellicourt. Deze tunnels werden gebouwd als deel van het kanaal van Saint-Quentin, in opdracht van Napoleon Bonaparte. Het is, samen met de tunnel van Mauvages op het Marne-Rijnkanaal, de enige tunnel waar de schepen door middel van een ketting sleepboot, een toueur, door de tunnel worden gesleept.
De eerste oplossing om schepen door de tunnel te slepen was met 7 of 8 man. Een passage duurde daarmee 12 tot 14 uur. Daarna kwam er een boot met paarden die zich aan een ketting op de tunnel bodem voort trok. Dit werd snel vervangen door een stoommachine. Al was de uitstoot van de stoommachine geen ideale situatie. Vanaf 1906 werd er dan een elektrisch aangedreven sleepboot in gebruik genomen. Bovenin de tunnel is hiervoor twee kabels gemaakt waarlangs geleiders met de sleepboot mee gaan. De sleepboot trekt zich voort aan een ketting. De ketting is ruim 8 kilometer lang, en zijn beide kanten van de tunnel in de oever verankerd

Bron foto : Boerkevitz, CC BY-SA 3.0, Koppeling.
Theodorus De Coster was in 1887 baggerman in Oostende. Hij was in 1889 werkman in Oostende. Hij werd de peter op Albertine Ryckewaert's doop op 31 oktober 1897 in Oostende. Theodorus De Coster overleed op zaterdag, 27 februari 1909 in Oostende, West-Vlaanderen, in de ouderdom van 70.2

Woonplaats en tellingen

Woonde1877Blankenberge, West-Vlaanderen, Lijnbaanstraat 313
Woonde1884Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen
Woonde1892Oostende, West-Vlaanderen

Familie

Mathilda Carolina Verstraete °. 2 Mei 1848, +. n 1893
Huwelijk*Theodorus De Coster huwde Mathilda Carolina Verstraete, dochter van Thomas Jacobus Verstraete en Anna Isabella Geldhof, voor 1867 in een onbekende plaats. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S35] BS Zwijnaarde, Geboorten :.
  2. [S136] BS Oostende, Overlijdens :akte 191 van 1 maart 1909.
  3. [S728] RA Brugge, BS Blankenberge, geboorten :akte 134 van 1877.

Mathilda Carolina Verstraete

V, #23, °. 2 mei 1848, +. na 1893
VaderThomas Jacobus Verstraete °. 7 Jan 1815, +. 26 Mei 1871
MoederAnna Isabella Geldhof °. 5 Mei 1817, +. 11 Jan 1860
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Goegebeur
KWST Ryckewaert
ReferentieV-23
     Mathilda Carolina Verstraete was ook gekend als Mathilde Verstraete. Zij werd geboren op dinsdag, 2 mei 1848 thuis om 3 uur 's morgens in Oostende. Daags nadien aangegeven door de vader op de burgerlijke stand met als getuigen Petrus Depret 26 jaar koetsier Oostende en Carolus Van Duyfhuys 21 jaar schipper Oostende.1 Zij werd gedoopt na 2 mei 1848 in Oostende. Zij was de dochter van Thomas Jacobus Verstraete en Anna Isabella Geldhof. Mathilda Carolina Verstraete huwde Theodorus De Coster, zoon van Marcellin De Coster en Francisca De Meyer, voor 1867 in een onbekende plaats.
Tunnel van Riqueval op het kanaal van Saint Quentin
Mathilda Carolina Verstraete was in 1870 schipperin in Zwijnaarde. Zij was in 1889 werkvrouw in Oostende. Zij overleed na 1893 in Oostende, West-Vlaanderen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1877Blankenberge, West-Vlaanderen, Lijnbaanstraat 312
Woonde1884Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen
Woonde1892Oostende, West-Vlaanderen

Familie

Theodorus De Coster °. 1 Apr 1838, +. 27 Feb 1909
Huwelijk*Mathilda Carolina Verstraete huwde Theodorus De Coster, zoon van Marcellin De Coster en Francisca De Meyer, voor 1867 in een onbekende plaats. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S4] BS Oostende, Geboorten :.
  2. [S728] RA Brugge, BS Blankenberge, geboorten :akte 134 van 1877.

Joannes Franciscus Van Oosterwijck

M, #24, °. 6 mei 1843, +. na 1899
VaderJoannes Franciscus Van Oosterwijck °. 15 Feb 1812, +. 12 Jan 1878
MoederAnna Maria De Greef °. 4 Jul 1808, +. 19 Sep 1888
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
Stam Van Oosterwijck
ReferentieV-24
     Joannes Franciscus Van Oosterwijck was ook gekend als John Van Oosterwijck. Hij werd geboren op zaterdag, 6 mei 1843 in Merksem, Antwerpen, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Joannes Petrus Cassiers 42 jaar smid Merksem en Joannes Franciscus Van Riel 49 jaar zadelmaker Merksem1 en gedoopt. Hij was de zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Anna Maria De Greef. Joannes Franciscus Van Oosterwijck werd geloot nummer 11 bij de militielijst van 1843 en werd niet getrokken.2 Hij huwde Joanna Maria Van Schevensteen, dochter van Carolus Josephus Van Schevensteen en Barbara De Laet, op 13 augustus 1863 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Joannes De Meyer 34 jaar herbergier, Joannes Baptista Franck 46 jaar metser, Franciscus Van Schevensteen 35 jaar kuiper broer bruid, en Joannes Van Schevensteen 38 jaar kleermaker broer bruid, alle getuigen alhier gehuisvest en tekenen.3
Joannes Franciscus Van Oosterwijck was in 1864 metser in Antwerpen. Hij was getuige bij het huwelijk van Philippus Van Oosterwijck en Carolina Gijsels op 2 oktober 1866 in Merksem.4 Joannes Franciscus Van Oosterwijck was getuige bij de aangifte van geboorte van Franciscus Ludovicus Van Oosterwijck op 24 april 1874 in Antwerpen.5 Joannes Franciscus Van Oosterwijck gaf de geboorte aan van Philomena Van Oosterwijck op 20 november 1875 in Antwerpen.6 Joannes Franciscus Van Oosterwijck overleed na 1899 in Antwerpen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1863Antwerpen, Schoolstraat 7
Woonde1866Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1867Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1875Antwerpen, Geelhandplaats 7
Woonde1898Antwerpen, Lange Beeldekensstraat 173

Familie

Joanna Maria Van Schevensteen °. 2 Okt 1843, +. n 1899
Huwelijk*Joannes Franciscus Van Oosterwijck huwde Joanna Maria Van Schevensteen, dochter van Carolus Josephus Van Schevensteen en Barbara De Laet, op 13 augustus 1863 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Joannes De Meyer 34 jaar herbergier, Joannes Baptista Franck 46 jaar metser, Franciscus Van Schevensteen 35 jaar kuiper broer bruid, en Joannes Van Schevensteen 38 jaar kleermaker broer bruid, alle getuigen alhier gehuisvest en tekenen.3
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S37] BS Merksem, Geboorten :.
  2. [S283] RA Antwerpen, Huwelijksbijlagen.
  3. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 666 van 13 augustus 1863.
  4. [S123] BS Merksem, Huwelijken :akte 16 van 2 oktober 1866.
  5. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 1899 van 1874.
  6. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 5295 van 1875.

Joanna Maria Van Schevensteen

V, #25, °. 2 oktober 1843, +. na 1899
VaderCarolus Josephus Van Schevensteen °. 20 Jul 1800, +. 10 Aug 1873
MoederBarbara De Laet °. 30 Jan 1803, +. 5 Okt 1877
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
Stam Van Oosterwijck
ReferentieV-25
     Joanna Maria Van Schevensteen was ook gekend als Jeanne Van Schevensteen. Zij werd geboren op maandag, 2 oktober 1843 in Antwerpen, aangifte op de burgerlijke stand gebeurde daags nadien in aanwezigheid van Egidius Van Schevensteen, 25 jaar zonder beroep Merksem en Ludovicus Geeraerts, 35 jaar blikslager Merksem.1 Zij werd gedoopt na 2 oktober 1843 in Antwerpen. Zij was de dochter van Carolus Josephus Van Schevensteen en Barbara De Laet. Joanna Maria Van Schevensteen huwde Joannes Franciscus Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Anna Maria De Greef, op 13 augustus 1863 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Joannes De Meyer 34 jaar herbergier, Joannes Baptista Franck 46 jaar metser, Franciscus Van Schevensteen 35 jaar kuiper broer bruid, en Joannes Van Schevensteen 38 jaar kleermaker broer bruid, alle getuigen alhier gehuisvest en tekenen.2
Joanna Maria Van Schevensteen werd de meter op Maria Gabriella Van Oosterwijck's doop op 10 december 1893 in de Sint-Amanduskerk in Antwerpen. Joanna Maria Van Schevensteen overleed na 1899 in Antwerpen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1866Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1867Antwerpen, Dambruggestraat 347
Woonde1875Antwerpen, Geelhandplaats 7
Woonde1898Antwerpen, Lange Beeldekensstraat 173

Familie

Joannes Franciscus Van Oosterwijck °. 6 Mei 1843, +. n 1899
Huwelijk*Joanna Maria Van Schevensteen huwde Joannes Franciscus Van Oosterwijck, zoon van Joannes Franciscus Van Oosterwijck en Anna Maria De Greef, op 13 augustus 1863 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Joannes De Meyer 34 jaar herbergier, Joannes Baptista Franck 46 jaar metser, Franciscus Van Schevensteen 35 jaar kuiper broer bruid, en Joannes Van Schevensteen 38 jaar kleermaker broer bruid, alle getuigen alhier gehuisvest en tekenen.2
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 1944 van 3 oktober 1843.
  2. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 666 van 13 augustus 1863.

Jacobus Van Der Auwera

M, #26, °. 7 februari 1814, +. 13 februari 1889
VaderPetrus Van Der Auwera °. 4 Apr 1772, +. 7 Aug 1839
MoederAnna Maria Ooms °. 25 Apr 1772, +. 28 Nov 1835
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
ReferentieV-26
     Jacobus Van Der Auwera was ook gekend als Jacques. Hij werd geboren op maandag, 7 februari 1814 in Herselt, Antwerpen, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Petrus Van Dingenen 31 jaar landbouwer en Franciscus Verlinden 35 jaar landbouwer.1 Hij was de zoon van Petrus Van Der Auwera en Anna Maria Ooms. Jacobus Van Der Auwera werd gedoopt in februari 1814 in de Sint-Servatiuskerk in Herselt. Hij werd geloot voor militaire dienst in Herselt in 1833, nr 58 nog niet opgeroepen. Hij huwde Maria Catharina Brusselaers, dochter van Joannes Baptista Brusseleirs en Maria Van Herck, op 13 juni 1836 in Westmeerbeek. Getuigen op de burgerlijke stand waren Franciscus Van Herck 44 jaar landbouwer oom bruid, Franciscus Huybrechts 33 jaar dagloner gebuur bruid, Rumoldus Aubertus Anthonissen 55 jaar schoenmaker kennis en Bernardus Torfs 48 jaar schoenmaker.
     
Getuigen kerkelijk huwelijk, Franciscus Van Der Auwera en Franciscus Van Herck. Woonde toen A/15.2 Jacobus Van Der Auwera was in 1836 dienstknecht in Westmeerbeek. Volgens een omstreden bewijsstuk huwden Jacobus Van Der Auwera en Maria Catharina Brusselaers in Westmeerbeek, Antwerpen, op 10 april 1837. Jacobus Van Der Auwera overleed op woensdag, 13 februari 1889 in Westmeerbeek, Antwerpen, in de ouderdom van 75.3

Familie

Maria Catharina Brusselaers °. 21 Dec 1817, +. 16 Feb 1888
Huwelijk*Hij huwde Maria Catharina Brusselaers, dochter van Joannes Baptista Brusseleirs en Maria Van Herck, op 13 juni 1836 in Westmeerbeek. Getuigen op de burgerlijke stand waren Franciscus Van Herck 44 jaar landbouwer oom bruid, Franciscus Huybrechts 33 jaar dagloner gebuur bruid, Rumoldus Aubertus Anthonissen 55 jaar schoenmaker kennis en Bernardus Torfs 48 jaar schoenmaker.
     
Getuigen kerkelijk huwelijk, Franciscus Van Der Auwera en Franciscus Van Herck. Woonde toen A/15.2 
Huwelijk2 Volgens een omstreden bewijsstuk huwden Jacobus Van Der Auwera en Maria Catharina Brusselaers in Westmeerbeek, Antwerpen, op 10 april 1837. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S38] RA Antwerpen, BS Herselt, geboorten :.
  2. [S145] BS Westmeerbeek, Huwelijken :.
  3. [S146] BS Westmeerbeek, Overlijdens :.

Maria Catharina Brusselaers

V, #27, °. 21 december 1817, +. 16 februari 1888
VaderJoannes Baptista Brusseleirs °. 1 Apr 1773, +. 12 Dec 1827
MoederMaria Van Herck °. 19 Jul 1789, +. 28 Mei 1833
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Van Oosterwijck
ReferentieV-27
     Maria Catharina Brusselaers werd geboren op zondag, 21 december 1817 in Westmeerbeek, Antwerpen, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Philippus Princeen 60 jaar en Franciscus Cuypers 52 jaar.1 Zij werd gedoopt na 21 december 1817 in Westmeerbeek. Zij was de dochter van Joannes Baptista Brusseleirs en Maria Van Herck. Maria Catharina Brusselaers huwde Jacobus Van Der Auwera, zoon van Petrus Van Der Auwera en Anna Maria Ooms, op 13 juni 1836 in Westmeerbeek. Getuigen op de burgerlijke stand waren Franciscus Van Herck 44 jaar landbouwer oom bruid, Franciscus Huybrechts 33 jaar dagloner gebuur bruid, Rumoldus Aubertus Anthonissen 55 jaar schoenmaker kennis en Bernardus Torfs 48 jaar schoenmaker.
     
Getuigen kerkelijk huwelijk, Franciscus Van Der Auwera en Franciscus Van Herck. Woonde toen A/15.2 Maria Catharina Brusselaers was in 1836 dienstmeid in Westmeerbeek. Volgens een omstreden bewijsstuk huwden Maria Catharina Brusselaers en Jacobus Van Der Auwera in Westmeerbeek, Antwerpen, op 10 april 1837. Maria Catharina Brusselaers overleed op donderdag, 16 februari 1888 in Westmeerbeek, Antwerpen, in de ouderdom van 70.3

Familie

Jacobus Van Der Auwera °. 7 Feb 1814, +. 13 Feb 1889
Huwelijk*Zij huwde Jacobus Van Der Auwera, zoon van Petrus Van Der Auwera en Anna Maria Ooms, op 13 juni 1836 in Westmeerbeek. Getuigen op de burgerlijke stand waren Franciscus Van Herck 44 jaar landbouwer oom bruid, Franciscus Huybrechts 33 jaar dagloner gebuur bruid, Rumoldus Aubertus Anthonissen 55 jaar schoenmaker kennis en Bernardus Torfs 48 jaar schoenmaker.
     
Getuigen kerkelijk huwelijk, Franciscus Van Der Auwera en Franciscus Van Herck. Woonde toen A/15.2 
Huwelijk2 Volgens een omstreden bewijsstuk huwden Maria Catharina Brusselaers en Jacobus Van Der Auwera in Westmeerbeek, Antwerpen, op 10 april 1837. 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S39] BS Westmeerbeek, Geboorten :.
  2. [S145] BS Westmeerbeek, Huwelijken :.
  3. [S146] BS Westmeerbeek, Overlijdens :.

Petrus Joannes Diellewijns

M, #28, °. 26 maart 1847, +. na 1906
VaderPetrus Cornelius Diellewijns °. 4 Okt 1800, +. 12 Nov 1858
MoederAnna Isabella Mertens °. 19 Nov 1816, +. 1 Jul 1849
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
Stam Diellewijns
ReferentieV-28
     Petrus Joannes Diellewijns was ook gekend als Peter jan Diellewijns. Hij werd geboren op vrijdag, 26 maart 1847 in Antwerpen, getuigen bij aangifte op de burgerlijke stand waren Joannes Baptista Valkenier, loods, 30 jaar, en Michael Pols, arbeider, 51 jaar, beide alhier gehuisvest. De vader was afwezig en aangifte werd gedaan door Joanna Lindekens, grootmoeder en huishoudster, 53 jaar, alhier gehuisvest en bij het baren aanwezig geweest.1 Hij werd gedoopt op 26 maart 1847 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen, peter was Joannes Baptista Valckenier en meter was Catharina Mertens.
Hij was de zoon van Petrus Cornelius Diellewijns en Anna Isabella Mertens. Petrus Joannes Diellewijns was in 1867 kopmeester in Antwerpen. Hij was opgenomen in een militielijst op 4 augustus 1867, in Ekeren, Antwerpen, lichting 1867 nummer 13, dit nummer werd getrokken maar de "conseil de Milice siégeant à Anvers" gaf een vrijstelling voor een jaar in 1867 omdat een broer in dienst was.
De militieraad (Bestendige Deputatie) stelde hem definitief vrij van dienst in 1869 overeenkomstig artikel 94 der wet van 1817.2

Familieraad

Voor de vrederechter van het Noordkanton van Antwerpen verschenen verwanten en vrienden van Petrus Joannes Diellewijns omdat zijn beide ouders overleden waren en hij eerstdaags in het huwelijk wou treden. Langs vaders zijde: Gerardus Petrus Diellewijns, huurhouder te Antwerpen, broer, Johan Alfred Andreson, logementhouder te Antwerpen, Johannes Landstrom, logementhouder te Antwerpen, deze twee laatsten als vrienden bij gebrek aan familie;
Langs moeders zijde: Carolus Lindekens, metser te Ekeren, grootoom, Leander Varewijck, zeeman te Antwerpen, Guilielmus Josephus Romael, schilder te Antwerpen, deze twee laatsten als vrienden bij gebrek aan familie. De familieraad gaf na overleg eenparig de toestemming in het huwelijk tussen Pieter Jan met Theresia Piterson.3

Hij huwde Maria Theresia Pieterson, dochter van Joannes Pieterson en Maria Theresia Willems, op 17 oktober 1867 in Antwerpen. Getuigen burgerlijke stand waren Gerardus Petrus Diellewijns 28 jaar koetsverhuurder, Carolus Lindekens 60 jaar metser Ekeren, Johan Alfred Anderson 29 jaar logementhouder en Ludovicus Albertus Venesoen 35 jaar slachter. Na het burgerlijk huwelijk werd het kerkelijk huwelijk voltrokken in de St Paulus getuigen waren Ludovicus Albertus Venesoen en Petrus Gerardus Diellewijns.4,5 Petrus Joannes Diellewijns was in 1868 zeeman in Antwerpen.6 Hij was getuige bij het huwelijk van Gerard Diellewijns en Elisabeth Pagnion op 24 april 1869 in Antwerpen.7
Na de geboorte van zijn eerste zoon overleed zijn vrouw, mogelijk na een zware bevalling of complicaties bij de bevalling.
Petrus Joannes Diellewijns was in 1871 hofmeester in Antwerpen. Hij huwde Antonia Vrijman, dochter van Jozef Adrianus Vrijman en Petronella Joanna Van Tilburg, op 15 juni 1871 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Petrus Gerardus Diellewijns, 30 jaar, koetsier broer bruidegom, Carolus Willequet, 30 jaar, stuwer, Petrus Josephus Mens, 36 jaar, arbeider, beide zwagers bruid, en Joannes Franciscus Hermus, 37 jaar, koetsier, alle vier gehuisvest alhier. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Sint-Pauluskerk met als getuigen Josephus Meus en Petrus Gerardus Diellewijns broer bruidegom.8,9
Petrus Joannes Diellewijns was getuige bij de aangifte van geboorte van Theresia Diellewijns op 19 augustus 1871 in Antwerpen.10 Petrus Joannes Diellewijns was in 1873 arbeider in Antwerpen. Hij was getuige bij de aangifte van geboorte van Hortensia Merlina Elisabeth Diellewijns op 24 oktober 1873 in Antwerpen.10 Petrus Joannes Diellewijns was in 1890 meubelverkoper in Antwerpen. Hij was getuige bij het huwelijk van Gerardus Petrus Diellewijns en Emma Michiels op 4 oktober 1890 in Antwerpen.11 Petrus Joannes Diellewijns was getuige bij het huwelijk van Petrus Diellewijns en Joanna Spruyt in 1905 in Antwerpen.12 Petrus Joannes Diellewijns overleed na 1906 in Antwerpen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1867Antwerpen, Dambruggestraat 288
Woonde1867Antwerpen, Kriekenstraat 3
Woonde1869Antwerpen, Zeeuwse Koornmarkt 1
Woonde1873Antwerpen, Lange Schipperskapelstraat 15
Woonde1880Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 2
Woonde1891Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 4 (huwelijk dochter)

Familie 1

Maria Theresia Pieterson °. 29 Dec 1848, +. 29 Aug 1869
Huwelijk*Peter jan Diellewijns huwde Maria Theresia Pieterson, dochter van Joannes Pieterson en Maria Theresia Willems, op 17 oktober 1867 in Antwerpen. Getuigen burgerlijke stand waren Gerardus Petrus Diellewijns 28 jaar koetsverhuurder, Carolus Lindekens 60 jaar metser Ekeren, Johan Alfred Anderson 29 jaar logementhouder en Ludovicus Albertus Venesoen 35 jaar slachter. Na het burgerlijk huwelijk werd het kerkelijk huwelijk voltrokken in de St Paulus getuigen waren Ludovicus Albertus Venesoen en Petrus Gerardus Diellewijns.4,5 
Kind

Familie 2

Antonia Vrijman °. 11 Dec 1851, +. n 1892
Huwelijk*Petrus Joannes Diellewijns huwde Antonia Vrijman, dochter van Jozef Adrianus Vrijman en Petronella Joanna Van Tilburg, op 15 juni 1871 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Petrus Gerardus Diellewijns, 30 jaar, koetsier broer bruidegom, Carolus Willequet, 30 jaar, stuwer, Petrus Josephus Mens, 36 jaar, arbeider, beide zwagers bruid, en Joannes Franciscus Hermus, 37 jaar, koetsier, alle vier gehuisvest alhier. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Sint-Pauluskerk met als getuigen Josephus Meus en Petrus Gerardus Diellewijns broer bruidegom.8,9
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :akte 722 van 1847.
  2. [S665] Petrus Joannes Diellewijns, Antonia Vrijman, militiepapieren Ekeren, lichting 1867 nr. 13.
  3. [S666] Petrus Joannes Diellewijns, Maria Pieterson, minuten Vredegerecht kanton Antwerpen, 11 oktober 1867, bijeenkomst familieraad.
  4. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte Nr. 984 van 17 oktober 1867.
  5. [S666] Petrus Joannes Diellewijns, Maria Pieterson.
  6. [S397] "RA, zoeken naar personen" URL : (http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen : bezocht : maart 2011, gezocht op Diellewijns.
  7. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :.
  8. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 592 van 1871.
  9. [S665] Petrus Joannes Diellewijns, Antonia Vrijman.
  10. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :.
  11. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven, eadid : BE-A0511_112303_110914_DUT, inventarisnr : IRS0000029196583, pagina 560 van 727.
  12. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 1979 van 1905.

Antonia Vrijman

V, #29, °. 11 december 1851, +. na 1892
VaderJozef Adrianus Vrijman °. 22 Sep 1812, +. 14 Mei 1890
MoederPetronella Joanna Van Tilburg °. 2 Maa 1819, +. 8 Sep 1864
VerwantschapBetovergrootmoeder van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
Stam Diellewijns
ReferentieV-29
     Antonia Vrijman werd geboren op donderdag, 11 december 1851 in Antwerpen, getuigen bij de aangifte op de burgerlijke stand waren Franciscus De Backer, 58 jaar arbeider, en Emmanuel Franciscus Ginsthondt, 60 jaar arbeider, beide wonend te Antwerpen.1 Zij was de dochter van Jozef Adrianus Vrijman en Petronella Joanna Van Tilburg. Antonia Vrijman werd gedoopt in december 1851 in Antwerpen. Zij werd de meter op Josephus Vrijman's doop op 19 september 1866 in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen.2 Antonia Vrijman huwde Petrus Joannes Diellewijns, zoon van Petrus Cornelius Diellewijns en Anna Isabella Mertens, op 15 juni 1871 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Petrus Gerardus Diellewijns, 30 jaar, koetsier broer bruidegom, Carolus Willequet, 30 jaar, stuwer, Petrus Josephus Mens, 36 jaar, arbeider, beide zwagers bruid, en Joannes Franciscus Hermus, 37 jaar, koetsier, alle vier gehuisvest alhier. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Sint-Pauluskerk met als getuigen Josephus Meus en Petrus Gerardus Diellewijns broer bruidegom.3,4

Antonia Vrijman overleed na 1892 in Antwerpen.

Woonplaats en tellingen

Woonde1869Antwerpen, Zeeuwse Koornmarkt 1
Woonde1880Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 2
Woonde1891Antwerpen, Kleine Kraaiwijk 4 (huwelijk dochter)

Familie

Petrus Joannes Diellewijns °. 26 Maa 1847, +. n 1906
Huwelijk*Antonia Vrijman huwde Petrus Joannes Diellewijns, zoon van Petrus Cornelius Diellewijns en Anna Isabella Mertens, op 15 juni 1871 in Antwerpen. Getuigen op de burgerlijke stand waren Petrus Gerardus Diellewijns, 30 jaar, koetsier broer bruidegom, Carolus Willequet, 30 jaar, stuwer, Petrus Josephus Mens, 36 jaar, arbeider, beide zwagers bruid, en Joannes Franciscus Hermus, 37 jaar, koetsier, alle vier gehuisvest alhier. Het kerkelijk huwelijk had dezelfde dag plaats in de Sint-Pauluskerk met als getuigen Josephus Meus en Petrus Gerardus Diellewijns broer bruidegom.3,4
 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S6] RA Antwerpen, BS Antwerpen, geboorten :.
  2. [S7] PR Antwerpen, St Paulus D.
  3. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 592 van 1871.
  4. [S665] Petrus Joannes Diellewijns, Antonia Vrijman.

Eduardus Ludovicus Bauwens

M, #30, °. 16 mei 1845, +. 9 april 1888
VaderJoannes Franciscus Bauwens °. 3 Jan 1815, +. 8 Mei 1864
MoederAnna Maria Bosmans °. 16 Mei 1806, +. 14 Okt 1874
VerwantschapBetovergrootvader van Harry Goegebeur
Staat inKwartierstaat
KWST Diellewijns
ReferentieV-30
     Eduardus Ludovicus Bauwens was ook gekend als Eduard Bauwens. Hij werd geboren op vrijdag, 16 mei 1845 in Temse, aangifte op de burgerlijke stand gebeurde in bijzijn Franciscus De Clerck 48 jaar secretaris en Josephus Everaert 30 jaar schrijver.1 Hij werd gedoopt na 16 mei 1845 in de Ons Lieve Vrouwkerk in Temse. Hij was de zoon van Joannes Franciscus Bauwens en Anna Maria Bosmans.
Eduardus Ludovicus Bauwens werd geloot (nr. 385) voor militaire dienst in Antwerpen in 1865 en heeft zijn militaire dienst volbracht door zich te laten vervangen (qu'il y a satisfait en se laisant substituer.)2 De huwelijksplannen van Eduard Bauwens en Josephine Nicoud in Antwerpen werden afgekondigd op 16 en 23 december 1866, Eduard was marskramer van beroep en woonde in de Zandstraat 17. Eduardus Ludovicus Bauwens was in 1867 herbergier in Antwerpen.
Eduard Bauwens huwde Josephine Nicoud, dochter van Joannes Baptista Nicoud en Anna Sophia Catharina Van Gulzart, op 5 januari 1867 in Antwerpen. Getuigen bij het burgerlijk huwelijk waren Joannes Baptista Janssens, 33 jaar, herbergier, Joannes Laenen, 31 jaar, herbergier, Josephus Naveau, 41 jaar, drankslijter en Meeuws Augustus, 21 jaar, kleermaker allen wonend te Antwerpen.3,4

Eduard Bauwens was getuige bij de aangifte van het overlijden van Joannes Baptista Nicoud op 21 september 1867 in Antwerpen.5 Eduard Bauwens was in 1873 zeevaarder in Antwerpen, aangifte van geboorte van zijn dochter Sophia gebeurde door zijn schoonmoeder omdat hij afwezig was.
Hij was in 1885 koetsier in Borgerhout. Hij overleed op maandag, 9 april 1888 om 7 uur 's avonds in Antwerpen in de ouderdom van 42. Aangifte op burgerlijke stand werd twee dagen nadien gedaan door Augustus Eduardus Eugenius Mestdag, 30 jaar, bureeloverste in gasthuis Stuivenberg, en Joannes Bernardus Goethaert, 42 jaar, dienstbode, beide alhier gehuisvest.6

Woonplaats en tellingen

Woonde1866Antwerpen, Zandstraat 17
Woonde1867Antwerpen, Gevangenisstraat 6
Woonde1875Antwerpen, Haringvliet 25
Woonde1885Antwerpen, Amsterdamstraat 121
Woonde1887Antwerpen, Lange Schipperskapelstraat 286

Familie

Josephine Nicoud °. 5 Maa 1848, +. n 1920
Huw BannDe huwelijksplannen van Eduard Bauwens en Josephine Nicoud in Antwerpen werden afgekondigd op 16 en 23 december 1866, Eduard was marskramer van beroep en woonde in de Zandstraat 17. 
Huwelijk*
Eduard Bauwens huwde Josephine Nicoud, dochter van Joannes Baptista Nicoud en Anna Sophia Catharina Van Gulzart, op 5 januari 1867 in Antwerpen. Getuigen bij het burgerlijk huwelijk waren Joannes Baptista Janssens, 33 jaar, herbergier, Joannes Laenen, 31 jaar, herbergier, Josephus Naveau, 41 jaar, drankslijter en Meeuws Augustus, 21 jaar, kleermaker allen wonend te Antwerpen.3,4

 
Kinderen

Bronvermelding(en)

  1. [S669] Eduardus Bauwens, Josephine Nicoud, uittreksel akte van geboorte Eduardus Ludovicus Bauwens afgeleverd op 23 december 1864.
  2. [S669] Eduardus Bauwens, Josephine Nicoud, certificaat militie Eduardus Ludovicus Bauwens afgeleverd op 14 december 1866.
  3. [S119] RA Antwerpen, BS Antwerpen, huwelijken :akte 12 van 4 maart 1867.
  4. [S669] Eduardus Bauwens, Josephine Nicoud, rechtbank van eerste aanleg, Mechelen, 1825, geboorteakten beide echtgenoten, militie bruidegom, overlijden vader bruidegom.
  5. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :.
  6. [S120] RA Antwerpen, BS Antwerpen, overlijdens :akte 1657 van 1888.