De voormalige Sint-Lambertuskathedraal te Luik, soms ook Sint-Lambrechtskathedraal genoemd, en voluit de kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Lambertus of cathédrale Notre-Dame-et-Saint-Lambert was de hoofdkerk van het prinsbisdom Luik. De kerk was toegewijd aan Sint Lambertus.
De bouw van de enorme gotische kathedraal begon in 1194 en voltooid in de 15e eeuw. Het was één van de eerste gotische kathedralen buiten de Notre-Dame van Parijs. Zij werd gebouwd op de fundamenten van een eerdere kerk die in 1185 afgebrand was. Vooraan had zij twee torens van ongeveer tachtig meter hoog, middenin een enorme toren van 134 meter. Vlak naast de kathedraal stond het paleis van de Prinsbisschoppen, een gebouw dat er nog steeds is.
De eerste Luikse Revolutie vond plaats in 1789. De afbraak van het verguisde symbool van de prins-bisschoppelijke macht kwam pas later, in 1793. Hoewel het initiatief kwam van revolutionaire Luikenaars zelf, werden de plannen om de kathedraal af te breken pas effectief uitgevoerd na de terugkeer van de Fransen in 1794, die het lood en het koper gebruikten voor hun oorlogsvoering. Een rapport van november van dat jaar meldt de "levering" aan de Fransen van 298.200 pond lood en 44.818 pond koper. De grote toren werd neergehaald in juli 1795. Het verder opruimen van de ruïne van de kerk duurde tot in de 20e eeuw. Historici vergelijken de symboolwaarde van de vernietiging van de kathedraal van Luik met die van de onthoofding van Lodewijk XVI in Parijs.
In Luik bleef er, letterlijk en figuurlijk, een gat in het hart van de stad. Het duurde tientallen jaren voordat het nieuw ontstane plein een nieuwe bestemming kreeg. De lege plek waar de kathedraal stond heet nu Place Saint-Lambert.
Bron : http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Lambertuskathedraal_(Luik)